29 juni 2009

Opnieuw scherven

Zondag 31 mei 2009
Lui. De laatste dag in Kardamíli. Ik bekijk de wereld van ons balkon. In alle vroegte. De haan begint te kraaien en dat is voor Tineke het sein om heel loom de ogen eens open te doen.Alleen die beweging is al voldoende om in de starthouding te springen. Ik denk terug aan de Spelen. De Spelen van toen. Hebben ze ook een wedstrijd eitjes koken gehouden. Daarmee had ik zeker niet gewonnen. Ze moeten niet helemaal zacht zijn. Maar zeker ook niet te hard. Zo’n halfzacht eitje. Ken je dat? Nou mij lukt het weer niet. Ja, het eigeel druppelt al wel iets. Ze zijn al een stuk beter. Maar net nog niet helemaal af. Tien tellen te lang. Nog even oefenen hier. Dat zit er niet in.Morgen weer naar huis.
Vandaag begint het grote pakken. Vroeger had het wel iets weg van: donder je spullen er maar in. In die grote tassen. Verdeel het een beetje, zodat niet de ene tas propvol zit en de ander voor de helft leeg. Tegenwoordig gaan we toch iets zuiniger met onze spullen om. Tubetjes worden apart in plastic zakjes verpakt, zodat uitgelopen crème niet samensmelt met onze kleding. Een fles ouzo; eerst in plastic en dan in een shirt of handdoek rollen. De pot honing; twee plastic tassen eromheen en dan in mijn jas. Het is in Nederland toch redelijk weer en we worden opgehaald. Dus mijn jas heb ik niet nodig. Bovendien is het lekker stevig.
De tegeltjes voor de pergola, gaan in mijn rugtas. Wel zo veilig. En de boeken? Ach de meeste detectives en thrillers, die ik heb meegenomen blijven in Várdia achter. Op een stapel, samen met talloze andere boeken. De boeken over Griekenland verdeel ik zo goed als maar kan over de bodem van mijn tas. Een stevige ondergrond. Maar wel opnieuw beginnen met pakken dus, want daar lag mijn handdoek al uitgespreid. Wat kan een mens toch aan rommelen.
Tatyana komt onze kamer opruimen. Vraagt of het kan. Zij verontschuldigt zich. Tineke zit nog in bed te lezen. Heerlijk lui. Niets hoeven. ‘Nee, het is geen probleem. Kom maar.’ Tineke verhuist naar het balkon. Wil alleen maar luieren. En Lezen. Is niet van plan om ook maar een pas buiten het complex te zetten. Ja vanavond. Nog een keer Grieks eten. En die pizza dan? Die pizza, die nog in vriesvak ligt? Nou rustig laten liggen.
Ik vat het plan op om nog een poging te wagen om op zoek te gaan naar de tombe van Dioscouri. Die tombe moet liggen naast het pad naar het oude Kardamíli.
Dioscouri is afgeleid van Dias, een andere naam voor Zeus.De zonen van Zeus, Castor en Pollux zijn geboren uit Leda. Om haar te verleiden nam Zeus de gedaante van een zwaan aan. Diezelfde nacht vrijde Leda met haar man Tyndareus, de koning van Sparta. Een vruchtbare vrijpartij waaruit twee tweelingen worden geboren. Polydeuces (Pollux) en Helena, die als kinderen van Zeus worden beschouwd en Castor en Clytamnaestra, de koningskinderen.
De Dioscouri onderscheiden zich tijdens de Argonautentocht aan de zijde van Iason en Peleus.
Maar echte lieverdjes waren het niet. Wat te denken van het volgende verhaal. De broers waren uitgenodigd op de trouwpartij van twee van hun nichten. Die trouwden met twee andere neven van de Dioscouri. De meisjes werden echter door Castor en Pollux geschaakt. Dat liep echter niet goed af voor de broers. Ze werden betrapt en in het gevecht dat daarbij ontstond werd Castor gedood en raakte Pollux gewond. Zeus nam toen Pollux op in zijn woning op de Olympus. Pollux was het daar niet mee eens. Hij zou onsterfelijk worden, terwijl Castor in de Hades zat. Zeus nam daarop de beslissing dat de ene zoon de ene dag onder de Goden verbleef. En de volgende dag de ander. En zo geschiedde.
Voor ik achter die geschiedenis ben, is er al weer menig uurtje verstreken. Ik ga naar beneden. Nee, niet naar de tombe, waarvan niemand in Kardamíli weet wie daar nu echt gelegen hebben. Nee, ik kom zelfs de berg niet af, die middag. Maar ik heb nog een oude rekening te vereffenen. Met Marianna. Gewoon wat drankjes betalen. En voor de mislukte internetpoging. Daar heeft zij nu problemen mee. Met de serververbinding. We babbelen nog even, voor ik weer terugkeer naar onze kamer. Naar Tineke. Met twee ijsjes. Van een redelijk formaat. Niet te groot, want dan vindt Tineke er niets meer aan.
Aan de achterkant op het balkon is het heerlijk vertoeven momenteel.Een van de drie witte katten ligt lui, opgekruld onder een boom in de schaduw. Ja zo recht onder de zon is het eigenlijk ook veel te heet. De zwaluwen hebben hun roddeluurtje. Op elektriciteitskabels. Ze lachen wat af. Vallen zelfs van hun touwtje van het lachen en scheren daarna weer terug. Voor het volgende verhaal. Om je te bescheuren.
Het kan natuurlijk ook, dat die beestjes voorspellende gaven hebben. Maar goed eerst nog wat eten. Zoals gezegd de laatste maaltijd in Kardamíli. De laatste maaltijd ook in Evtychia. Voor mij maar weer soutzoukakia, dat is me de vorige keer prima bevallen. Tineke neemt een portie gamba’s en geen patat. En geen ijs in de ouzo. Nee, alles gaat prima. In The secret garden.En dan gaan we terug. Nog een keer omhoog. Tegen de trap op. Flink stampen, zodat de slangen weten dat wij eraan komen. Zodat de slangen zich uit de voeten kunnen maken. Eenmaal boven ben ik niet helemaal tevreden met het inpakken. Terwijl Tineke geniet van de avondlucht boven Kardamíli, wil ik de honing liever aan de kant van de wieltjes van de tas hebben. Voorzichtig pak ik mijn jas uit de tas. Maar niet voorzichtig genoeg. Het pakketje rolt eruit. En pats. Die is stuk. De eerste tuimeling – op de dag van aanschaf - heeft de pot honing overleefd. Maar het heeft een tik gehad. En nu? Slechts drie decimeter was de val. In scherven. Gelukkig geen weggelopen honing door mijn tas. Geen honing in mijn jas. Alles blijft netjes in de plastic zakken. Ik vraag me af, wat zou er zijn gebeurd als de bagageverwerkers op het vliegveld met mijn tas hadden gesmeten. Was de pot dan ook in scherven gegaan? En had het plastic het dan overleefd? Misschien maar beter zo. Geen speciale honing mee naar huis. De scherven deponeer ik in de afvalbak. En duik zelf vervolgens onder.

Geen opmerkingen: