16 juni 2009

Octopussy

Maandag 18 mei 2009
Wat gaat de tijd vlug. De eerste week zit er al weer op. Vandaag komen er nieuwe (Nederlandse) gasten in Várdia. Ross heeft hier (slechts) drie kamers/appartementen/studio’s en de rest wordt op een andere manier verhuurd. Iedere week komt er bijvoorbeeld een groep Amerikanen, voor een paar dagen. Verder zijn er vaak Scandinaviërs, met name Denen. Scandinaviërs zien we in dit gebied trouwens toch veel. Verder rijden er veel toeristen met campers rond en komen we talloze auto’s met een caravan tegen. Dat zal allemaal wel te maken hebben met het feit dat de Pelopónnesos tot het vaste land wordt gerekend.De meeste mensen maken de overstap vanaf een van de Italiaanse havens aan de oostkust naar Igoumenitsa in Epiros of naar Patras, in het noordwesten van de Pelopónnesos.
Het koppel dat gelijk met ons is aangekomen in Várdia, vertrekt vandaag al weer. Zij bekijken dit deel van Griekenland vanuit drie accommodaties. Ik neem afscheid en wandel naar de bakker voor een brood en twee spinaziepunten. Koude punten. Geen succes bij Tineke. Zelf heb ik er minder moeite mee. Rond tien uur vertrekken we naar het zuiden. Waarheen? Naar het zuiden. Het stuur van de kamikaze stuurt ons langs de kust. Onder andere door Nomitsí dat zeker een nader onderzoek verdient. We stoppen ergens langs de weg, in de buurt van het plaatsje Lagkáda. Hier is een uitkijkpost neergezet.Ja, je kunt op de kust kijken. Maar de grote oude vuilnisbelt voor mijn neus haalt de sfeer flink naar beneden. Een zwartkopje duikt op, maar laat zich niet meer zien zodra ik mijn fototoestel pak.
Bij Areópoli, de stad van de oorlogsgod Ares, zeg ik in een impuls dat we naar links moeten, naar het oosten. Afslaan dus. We steken nu de Máni door en komen in de buurt van Maratheá, waar mijn leraar Grieks (een half jaar les gehad) woont.Uiteindelijk arriveren we aan de oostkust van de Máni. In Gýthio, een bruisende havenplaats met een veerverbinding naar Kretha en Kýthira. Lange tijd is dit niet meer dan een onbetekenend dorp. Pas halverwege de negentiende eeuw komt het echt tot ontwikkeling.
Onbetekenend is voor Gýthio ook wel weer oneerbiedig. Voor de kust ligt bijvoorbeeld Marathonisi, een schiereiland dat via een pier aan de Máni vastzit. Op de eiland staat de toren van Zanetbey Grigorakis.De kantelen van dit gebouw, waarin nu een museum zit, steken net boven de bomen uit. In het museum kunnen mensen met liefde voor architectuur of lectuur terecht. Lectuur van auteurs die over de Máni hebben geschreven. In de mythologie wordt dit (schier)eiland ook al genoemd. Als Kranai. Het is de plaats waar de Trojaan Paris de eerste nacht doorbrengt met de mooie Helena, de geschaakte echtgenote van Menelaos uit Sparta.
In Gýthio hebben ooit tempels gestaan van Demeter en Athene. Bovendien standbeelden voor Hermes en Apollo. Verder wordt er gezegd dat het ontstaan van dit dorp te danken is aan het beëindigen van een strijd tussen Heracles en Apollo.
Onbetekenend is voor Gýthio dus inderdaad oneerbiedig.Net als Kardamíli is ook Gýthio door Sparta gebruikt als haven. Tijdens de Romeinse tijd kent de stad een ongekende bloei, maar een paar eeuwen later is alles over en voorbij en wordt het weer een dorp met niet meer dan ongeveer honderd woningen rond een grote kerk.
Langs Lakonikós Kolpos (Lakonische Golf) wemelt het van de eet- en drinkgelegenheden. Zo rond het middaguur valt het niet mee om een passende parkeerplaats te vinden. Dat lukt pas aan het eind van de baai, of haven. Het is maar hoe je er naar wil kijken. Het is in ieder geval ver voorbij de plek waar de vissersbootjes aanmeren. Omdat het tijd is voor een lunch zoeken we een plekje langs de waterkant. Bij de vissersboten. Vissen verdringen zich langs de kade. Hier hoef je niet eens het water op te gaan voor een vol net. Naast ons hangen de armen van de inktvis te drogen in de zon.Geen beschermende netten tegen vliegen. Geen speciale kastjes. Gewoon open en bloot aan een touwtje, zoals het al eeuwen gebeurt. Hier komt de wareninspectie niet langs. Of trekt men zich er niets van aan? Want dit trekt natuurlijk wel kijkers en zeker als een visser een octopussy heeft gevangen en in een plastic tas naar de wal brengt.Ik zet de man met zijn trofee op de foto. Wij hebben dan onze maaltijd, die bestaat uit saganaki (gebakken kaas) en rode bietjes, net op.
Het is al met al geen echt imponerende dag geworden. Tijd om terug te gaan. Dezelfde weg. Non stop. Als we in Várdia arriveren is de lucht donker. Zeus is weer eens ergens boos over. Grote druppels vallen uit de lucht.Het dondert en bliksemt in de heuvels. We blijven gewoon op ons balkonnetje. En ik grijp de kans aan om weer vroeg onder de wol te gaan.

Geen opmerkingen: