31 augustus 2018

Fayèn en Opa IJsbeer redden Nederland

Vrijdag 31 augustus 2018



Het is vandaag de laatste dag van de schoolvakantie en ik denk dat mijn papa en mama maar een briefje aan mijn nieuwe juf moeten geven, dat ik eigenlijk nog wat extra vakantie nodig heb. Weten jullie waarom? Nee? Dan zal ik jullie dat vertellen. Van mijn papa en mama moeten mijn broer Gianny en ik ervoor zorgen dat Opa IJsbeer zich niet verveelt in de vakantie.
Eerder deze schoolvakantie hebben mijn neefjes Yari en Daeley dat ook al gedaan. Vandaag is het dus mijn beurt, zijn prinses krijgt de lastigste klus van allemaal. Want wat moet je met die oude ijsbeer nu nog aan?

Nou ik neem hem mee naar Madurodam. Dat is een klein stadje in Den Haag en daar hebben ze heel leuke dingen om mee te spelen en om naar te kijken. We gaan er met de trein heen en net als mijn broer eerder deze week stappen we in Leiden over op een andere trein. Onze eerste trein gaat namelijk naar Dordrecht en wij willen naar het Centraal Station van Den Haag.

Op dat station nemen we tram 9 en die brengt ons rechtstreeks naar Madurodam. Dat is geopend in het jaar dat Opa IJsbeer is geboren en onze vroegere koningin is de eerste burgemeester van dit dorp geworden. Maar het ziet er nu heel anders uit dan toen het is geopend. Met allerlei nieuwe binnen activiteiten. En windturbines in het water. En, en…

Ga zelf maar kijken. Ik ga niet alles voorzeggen. Wat ik wel wil vertellen. Nou dat ik heel sterk ben. Want soms moet je echt veel doen in Madurodam. Ik heb bijvoorbeeld kazen omhoog getrokken. Nee, niet een, maar ook twee en zelfs drie en vier. En er zijn maar weinig kinderen die dat echt kunnen. Maar een ding mag je niet doorvertellen. Opa IJsbeer heeft wel een handje geholpen. Toch ben ik best trots op mezelf en zeg één hoera voor Fayèn.

Zo dat hebben we ook alweer gehad. Juichen heb ik ook gedaan bij de film over het Nederlands voetbalelftal dat in 1988 Europees kampioen is geworden. Ik heb gejuicht voor Marco van Basten, maar wil wel dat er nu ook een filmpje komt voor ons vrouwenelftal, want die zijn toch ook maar mooi Europees kampioen geworden met Sherida Spitse en Shanice van de Sanden. Ik roep op tot girlpower.

Wij meisjes moeten altijd maar meisjesachtig zijn, terwijl wij veel meer zijn. Veel meer kunnen ook. Hansje Brinker heeft de naam dat hij Nederland heeft gered door zijn vinger in de dijk te steken. Maar wat ik vandaag gedaan heb? Pffff, ben er nog moe van. Iedere keer begint het wel ergens te spuiten en ik maar rennen van links naar rechts en weer terug. Ik glijd zelfs een keer op mijn billen. Maar ik heb het gered. En Opa IJsbeer die staat alleen maar te lachen. Er staat bovenaan wel dat hij Nederland heeft gered, maar alleen maar door mij aanwijzingen te geven. Ik moet wel het zware werk doen.

Maar dat is niet erg hoor. Dat heb ik vandaag met plezier gedaan. En de beloning is een bos tulpen tellen. Echt waar ik houd van Madurodam en zo te zien ben ik niet de enige.

Als beloning daarvoor heb ik opgetreden met Armin van Buuren. Heerlijk muziek mixen en voor mij dansen de mensen op het veld. Twee grote jongens hebben geprobeerd voor te dringen, maar dat is niet gelukt. Want Opa IJsbeer heeft even gegromd en die jongens zijn toen meteen afgedropen. Heel beduusd, een stapje terug gedaan.

Oké zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan met mooie verhalen. Zo heb ik geprobeerd om Nieuw Amsterdam te verdedigen tegen de Engelsen. Met een kanon heb ik heel veel kogels afgevuurd. Maar de burgemeester van Nieuw Amsterdam heeft de witte vlag gehesen. Is toch al mijn inzet voor niets geweest.

Uiteraard heb ik ook Schiphol gezien. Daar staat een vliegtuig waarmee Opa IJsbeer op vakantie gaat. Naar Griekenland. En een vliegtuig waarmee ik in Italië ben geweest. Daar hebben ze mooie stranden en bergen en die zijn er niet in Madurodam.
Wel veel treinen en daarmee heb ik dus vandaag een paar keer gereden. De treinen hier rijden over bruggen en door dorpjes. Er zijn dubbeldekkers en sneltreinen en goederentreinen. Ik heb ze allemaal gezien. Ook de mensen die op de perrons staan te wachten. En nooit met de trein mee mogen. Dat vind ik wel een beetje zielig.

Ik krijg een portie poffertjes maar vind het eng om op te eten, omdat er veel wepsen op af komen. En ik ben bang dat ik een wesp in mijn mond krijg. Denk nou niet dat ik niet weet hoe je een wesp moet schrijven, maar ik doe gewoon mijn opa een plezier. Die heeft het ook altijd over Weeps in plaats van Weesp. Zal wel een ijsberengrapje zijn.

Veel mensen zetten vooral gebouwen op de foto, want daar heeft Madurodam toch zijn grootste bekendheid door. Je ziet er bijvoorbeeld veel oude gebouwen uit oude stadjes. Maar ook De Dom-toren in Utrecht. Het gebouw van Beeld en geluid, Opa IJsbeer vindt dat het lelijkste gebouw van Hilversum, anderen zeggen dat dit het mooiste gebouw is. Er zijn een paar kasteeltjes en de woning van Prinses Beatrix, Drakensteyn.

Ik kan er nog wel uren rondlopen, aan wieltjes draaien en pompen zodat de waterkering omhoog komt tegen het stijgende water. Of bootjes met blokken vullen, zoals de container er soms ook als blokken uitzien.

Maar ik zie dat Opa IJsbeer een beetje moe begint te worden en neem hem maar weer mee naar buiten, naar de tram. We hoeven niet al te lang te wachten en rijden daarna door naar het treinstation. Met de sneltrein die doorgaat naar Assen rijden we terug naar Almere Stad. Dat gaat heel snel. Binnen een uur ben je er.

Oma zit ook al in de trein, twee treinen later dan wij en daarom wachten wij op het station op haar trein en rijden het laatste stukje met zijn drieën naar Almere Buiten.
Daar heeft oma nog een verrassing voor ons. Zij neemt ons mee naar Grieks restaurant Alexandros, Ik neem een Mickey Mouse menu en krijg ook nog een kinderijsje. Opa doet met mij mee. Niet met het kindermenu, maar wel met een kinderijsje. Zo doen wij dat met elkaar.


30 augustus 2018

Gianny en Opa IJsbeer zoeken Mondriaan en rijden een rondje


Woensdag 29 augustus 2018



Lang leve het onderwijs. Nog een schooljaar op De Ark. Daar ben ik wel blij mee dat het nog maar een jaar is, want daarna ga ik naar het voorgezet onderwijs en verlaat de basisschool. Daarop zitten alleen maar kleine kinderen. 
Of ik iets op De Ark heb geleerd? Ja wel wat. Van juffrouw Hellen heb ik bijvoorbeeld geleerd dat Piet Mondriaan heeft geleefd en vandaag ga ik met Opa IJsbeer op zoek of ik daar nog iets van terug kan vinden, in Winterswijk.

We staan daar niet te lang bij stil, want die oude man vergeet zoveel dat het zonde van mijn tijd is om er lang over uit te weiden. Ja echt waar, dat schrijf je zo en niet als uitwijden, want dat betekent wijder maken. Een taallesje tussendoor kan nooit kwaad. Niet dat ik zo’n betweter of kei ben in taal, maar met die flauwe grapjes van mijn opa moet ik wel goed opletten.

Goed vandaag gaan we dus, in de laatste week van mijn zomervakantie, een dagje op pad met de trein. Omdat Opa IJsbeer een dag gratis kan reizen maar dan niet in de spits mag vertrekken, nemen we de trein van 9.01 uur naar Zwolle. Dat is een stoptrein, dus het duurt wel even voor we daar zijn. Omdat het een lange dag belooft te worden heb ik een boek over de voetbalkampioen meegenomen, want dat wil ik later ook worden.

In Zwolle moeten we overstappen op de trein richting Nijmegen. Die gaat pas over 25 minuten. Ik vraag mij ondertussen af waarom er grind tussen de rails ligt. Weten jullie het antwoord? Nou ik inmiddels wel. Gevraagd aan een machinist. De rails van de trein moeten recht blijven liggen. Omdat een trein zwaar is en de rails iets trilt als de trein erover rijdt, zakt de rails weg in de aarde en ligt niet meer recht maar golft. Daarom wordt er grind op de aarde gestort. Grind is los en daardoor veert de rails iets mee. Wel kan het grind wegschuiven en daar hebben ze dan speciale locomotieven voor met een grijper aan de zijkant, die het grind weer onder de rails schuift. Dat gebeurt ook wel eens met de hand, nou ja schop. Vooral bij stations waar het met zo’n locomotief wat lastiger is om het grind te verschuiven.

Tijdens onze tweede etappe raakt de trein al snel voller en voller. Zelfs in de eerste klasse is er geen plekje meer vrij en in Zutphen, waar wij uitstappen, kunnen we slechts met moeite de trein uit. Daar staat ook een massa mensen te wachten en niet iedereen kan met deze trein mee. Sommigen moeten wachten op de volgende trein. Dat er zoveel mensen met deze trein mee willen, komt omdat er een baanvak naar Apeldoorn is uitgevallen en bijna iedereen probeert om te rijden.

In Zutphen nemen we de streekterrein naar Winterswijk. Wie denkt dat de eerste klasse altijd aangenaam zitten is, heeft het mis. De stoelen hier zijn veel harder dan in de tweede klasse waar je duidelijk veel lekkerder zit. Ook zit er geen deur in en het afstapje, als je eruit wil, is gevaarlijk. Ik waarschuw maar een keer opa.

We lunchen bij Hertog Karel van Gelre, echt chique hoor; een kroketje en een frikadel eten bij een hertog. O ja opa neemt een uitsmijter op bruin brood. Zelf vind ik dat eigeel vies, dus nee voor mij geen broodje ei.

De ouders van Mondriaan wonen lange tijd in Winterswijk en als de kunstschilder Piet Mondriaan in Winterswijk is, dan doet hij inspiratie op voor zijn schilderijen. En denk maar niet dat hij alleen schilderijen met zwarte lijnen en ingekleurde vlakken maakt, dat zie je in zijn museum wel. Daar gaan wij niet kijken maar in sommige straatjes hangen reproducties van zijn landschapschilderijen.

Bij de voormalige textielfabriek staat een monument voor hem. Wel apart, een stoel die aan een muur is vastgeplakt en waarop hij dan ligt. Gek hoor.

We staan ook nog even stil bij het oorlogsmonument, met daarachter zuilen met de namen van Joodse inwoners van Winterswijk. Die zijn in de Tweede Wereldoorlog weggevoerd en omgebracht. De meesten in Auschwitz, van een enkeling is niet bekend wat ermee is gebeurd. Vlakbij staat ook nog het monument van Tante Riek, die is opgepakt omdat zij een heel netwerk van onderduikers heeft opgezet.

Dat is wel voldoende aan geschiedenisles over Winterswijk voor vandaag. Nu weer tijd voor iets serieus. Weten jullie waarom een koe niet in een voetbalstadion mag komen? Niet? Nou omdat hij alleen maar boe roept!

Oké, oké we gaan wel weer op pad. Nu met de streektrein naar Arnhem. Een boemeltje dat op heel veel kleine stations stopt. In plaatsen waar ik nog nooit van heb gehoord zoals Terborg en Wehl. Ja Doetinchem, daar komt De Graafschap vandaan. Het stadion zie ik niet liggen.

In Arnhem stappen we over op de intercity naar Roosendaal. Het begint te regenen, dus kun je beter in de trein zitten dan buiten wandelen.

Omdat we net voor de spits zijn ingestapt mogen we lekker gratis blijven reizen. Zelf heb ik overigens wel moeten betalen voor mijn reis. Maar de railrunner van mij is wel een hele dag geldig. Dus dat valt ook weer mee. Onderweg zie ik een groepje buffels staan op de rails. Denk nou niet meteen dat er koeien zijn losgebroken, maar dit zijn treinen. Vandaag maakt de NS-buffel zijn laatste treinreisje. De buffel is een dieseltrein die niet meer nodig is omdat het gehele treinnetwerk van NS op elektriciteit is overgezet.

Roosendaal is het eindstation van onze trein. Wij kunnen wel overstappen naar Vlissingen, maar zelfs voor mij is dat te gek. Dus daarom neem ik Opa IJsbeer maar mee uit eten. Zelf ben ik gek op McDonald’s, maar daar wil opa niet eten. Daarom gaan wij naar een pizzeria, want op een luxe restaurant zijn wij niet echt gekleed.
De ober leert ons hoe wij de pizza het beste kunnen snijden. Ik ben al een paar keer in Italië op vakantie geweest, maar dit hebben ze mij nog nooit zo geleerd. Na de pizza nog een ijsje en dan moeten we rennen, want anders halen we onze trein niet meer naar huis.

Die vertrekt als we net zitten. Dat is weer een lange rit naar Amsterdam. Daar komen we om vijf voor negen aan en moeten dan nog naar Almere. Maar natuurlijk zijn wij slim. We stappen in Leiden over op de intercity naar Leeuwarden en die stapt, inderdaad, in Almere. Tijd genoeg dus om mijn boek uit te lezen.

Om 21.01 uur komen we in Almere Stad aan. En dat is dus precies twaalf uur later dan we met de trein uit Almere Buiten zijn vertrokken. Nog een kort ritje met de bus en dan zijn we thuis. Een lange en leuke dag, vind je ook niet opa? Jawel Gianny. Dank je wel dat ik mee mocht!

4 augustus 2018

Yari en Opa IJsbeer krijgen natte voeten


Vrijdag 3 augustus 2018


Het is vandaag weer zo’n bijzondere vrijdag. Eentje om te onthouden. Vandaag maak ik een aquarium voor krokodillen en die gaten aan de zijkant van de muren zijn om door te kijken. Ze zijn niet zo heel groot, dan kan de krokodil er niet uit. En Opa IJsbeer vertelt me hoe ik beter kan bouwen. Niet allemaal blokjes van dezelfde grote boven elkaar, want dan duwt de krokodil ze zo om. Nee meer half op elkaar, zodat ze elkaar beter steunen. Nou en als het klaar is mogen er ook haaien in. Maar dat is iets voor maandag. Vandaag krijg ik het aquarium niet af, want ik neem opa mee op de scooter voor een rondje Gooimeer.

Eerst gaan we naar de Stichtse Brug. Die brug is over het Gooimeer gebouwd. We kijken naar Huizen en opa wijst mij aan waar de pier van Huizen is en dat hoge gebouw daar aan de rechterkant dat is in Almere Haven, naast de haven. Daar komt Sinterklaas altijd aan. In die haven bedoel ik. En daar wonen ook de andere opa en oma van Fayen en Gianny vlakbij, de opa en oma van de bootjes.

We stuiteren in Blaricum over die rotte verkeersdrempels naar Huizen. Daar rijden we langs drie Huizen waar Opa IJsbeer heeft gewoond. Eerst komen we in de Slootweg, dat is een grappig straatje net een stoep. Daar heeft Opa IJsbeer maar een paar jaar gewoond. Hij laat mij zien waar zijn kamer is. Groot joh. 
Het volgende huis is op de Wagenweg, daar heeft hij met oma gewoond. Is daar gaan wonen nadat ze in 1974 zijn getrouwd en tot ze zijn verhuisd naar Almere, in 1977. En het laatste huis dat hij mij laat zien is op de Kerkstraat. Dat is het huis van zijn opa Hein, Hendrik. Naar hem is hij vernoemd. En in dat huis is hij geboren. Beneden zit nu een winkel en boven is een appartement gemaakt. De slaapkamer van Opa IJsbeer zit aan de zijkant, die kan ik nu niet zien.

Tussendoor rijden we naar de haven. Dat ken ik nog van vorig jaar. Daar zijn we gaan zeilen op opa’s verjaardag. In twee botters. Dat gaan wij nu niet doen. Wij wandelen over de pier en daar zijn in het water allerlei watervogels te zien. Maar er zijn ook andere dieren hoor, zoals ringslangen. Brrr laat mij oma het maar niet horen, want dan gaat zij nooit meer naar Huizen. En ik wil eigenlijk best nog wel een keertje varen met zo’n oude vissersschuit.

Opa heeft een verrekijker meegenomen, zodat we al die zwanen, meerkoetjes en aalscholvers goed kunnen bekijken. Hij vertelt ook dat toen hij zo oud is als ik nu, deze pier er nog niet ligt. Deze is later aangelegd. Het uiteinde van de oude pier is nu aan de andere kant van het havenkanaal. Daar kun je ook wel komen, maar alleen via een andere kant.

Op de kop van de pier kijken we naar de overkant, naar Almere. Daar wonen wij. Zo dichtbij is het. Helemaal als ik door de verrekijker kijk. Dan wil ik de toren bij de haven wel aanraken. Maar dat mag niet van de politie, die net als ik dat wil doen, uit de haven komt varen. Met een echte politieboot.

Tijd om verder te gaan. Naar Naarden. Dat is een vestingstadje, met vestingmuren. En een poort, waardoor de mensen Naarden in komen. Nu kun je er nog wel door lopen, maar voor de auto’s en de bromfiets hebben ze een bredere ingang gemaakt.

In de vesting is een museum en daar gaan wij op zoek naar vleermuizen. Die kunnen zich goed verstoppen, in vitrines en die moet ik dan opzoeken en dan krijg ik als ik ze allemaal heb geteld een tattooplaatje. Ook een voor mijn broertje Daeley. Die mag niet mee op de bromfiets, want hij is te klein en kan nog niet bij de stepjes met zijn voeten. Pas als hij dat kan, mag hij ook achterop de scooter bij Opa IJsbeer.

Eén vleermuis zit verstopt achter een stoel en een ander op de schouder van een soldaat. Die zie je hier overal. Soldaten, zij verdedigen de vesting. Tegen Spanjaarden, maar ook een tijdje tegen het leger van de prins van Oranje, want de mensen uit Naarden, de Poorters, zijn niet gecharmeerd van Geuzen.

Ik help mee om de velden rond de stad onder water te zetten, zodat de tanks van de latere vijand niet bij de muren kunnen komen. Of dat helpt? Niet echt, want de Duitsers vliegen er gewoon overheen. Dat vind ik best een beetje eng. Ik hoor hier in de gangen de kanonnen bulderen en de bommen vallen. En het water druppelt hier soms langs de muren. Echt heb ik zelf gehoord en gevoeld.

In een van de gangen van een kazemat, zo heten de verschillende ruimtes, staat nog een oude brandweerspuit. Daarmee pomp ik het water op. Misschien heet het ook wel een pompwagen. Maar dat weet ik niet. Ik ben ook pas zes, hoewel Opa IJsbeer maar blijft zeggen dat ik vijf ben. Die man is soms zo vergeetachtig.

Buiten wandelen we over die oude vestingmuren. Door de zon is het gras helemaal geel geworden. Ik zie de kerktoren van Naarden. Het is hier echt prachtig. Hier kan ik uren spelen. Met de kanonnen en zo. Wel moet ik goed oppassen van Opa IJsbeer, want anders val ik zo in de gracht. Lief hè van hem, dat hij zo bezorgd is voor mij. Terwijl ik mijn zwemdiploma heb en hij niet, maar ja die zijn er ook niet voor ijsberen.

Ik eet een stuk appelgebak en opa krijgt een tosti. Ook sta ik nog op wacht en hoor trompetten schetteren als ik naar het toilet ga.

De hele dag hier blijven gaat niet, want ik ga vandaag ook nog met mijn papa, mama en broertje naar de camping. Daarom rijden we maar weer terug. Ditmaal via de Hollandse Brug. Die ligt vlak langs de spoorbaan, waar net een trein naar Almere rijdt. Wij scooteren nog een tijdje langs het Gooimeer en zien nog een paar keer die hoge flat bij de haven van Almere Haven. Eerst in de verte en dan ook nog van dichtbij.

Bij mij thuis zit papa al op het bankje voor het huis op mij te wachten. En ik? Ik vertel honderduit. Nee, niet over de brand op de wallen. Dat leest opa ’s avonds als hij thuis is. Dat er ’s middags brand is geweest op de vestingwallen. Gelukkig heb ik dat niet gezien. En anders... dan help ik met pompen.