10 mei 2018

De kleinkinderen van Opa IJsbeer


Maandag 30 april – woensdag 2 mei 2018

De kinderen van Opa IJsbeer hebben al een paar keer gevraagd wanneer hij zijn verhalen nu eens gaat bundelen. Zijn antwoord is steevast: ‘Dat doe ik niet, dat doen jullie later zelf maar als ik er niet meer ben, want ik hoop dat er nog veel meer verhalen komen. Bovendien zijn het niet mijn verhalen, maar die van mijn kleinkinderen en daarmee mag ik toch niet aan de haal gaan. En nog één ding, ze zijn toch al gebundeld in dit blog? O ja, vergeet ik bijna nog iets, zonder de rol van Mamoe is dit allemaal niet mogelijk.’

En inderdaad daar zijn wij de kleinkinderen het helemaal mee eens. Nou ja dat lezen dat kan alleen Gianny. ‘Ja, dat is waar en mijn zusje en Yari zijn het aan het leren. Voor Daeley komt dat pas over een paar jaar, dus die nog heeft nog heel wat verhalen in te halen.’

‘Vorige week maandag, het begin van de meivakantie waren we met ons vieren bij Opa IJsbeer. Zelf ben ik daar bijna iedere maandag en wordt dan meestal door mijn mama Raema gebracht en door mijn papa Daniël weer opgehaald. Opa IJsbeer gaat dan ’s middags mijn grote broer uit school halen, op de fiets. En heel soms gaat Mamoe ook mee en zit ik achterop.
Vorige week waren we dus met ons vieren en omdat het geen mooi weer was, konden we niet buiten spelen. Voor Opa IJsbeer is het dan wel heel erg druk in zijn hoofd en toen heeft Mamoe ons meegenomen naar de Kids Playground waar wij ons heerlijk hebben vermaakt. Opa heeft in die tijd nog wat kunnen slapen. Dus ik, wij, hebben ook een Super Oma.’

‘Dat heb je goed gezegd Daeley. Zelf heb ik nog een Super Oma waar ik vaak ben. Bij Oma van de bootjes kan ik niet alleen spelen, maar daar help ik ook vaak mee in de keuken. Misschien word ik later wel kok, net zoals mijn papa Martin ooit is geweest.
Omdat ik nu naar school ga, ben ik niet meer iedere maandag bij Opa IJsbeer en Mamoe omdat die te ver van mijn huis wonen. Maar dat wordt dus door mijn andere opa en oma opgevangen. Mooi toch dat zoiets kan. Maar als ik dan in Buiten ben dan gebeurt er altijd wel iets leuks. Bovendien heeft Opa IJsbeer pas geleden nog in mijn klas verhaaltjes vertelt.’

‘Ja, dat heeft Opa in mijn klas ook al twee keer gedaan. En dat vind ik hartstikke leuk. Vaak vertelt hij als hij mij uit school haalt op de fiets onderweg iets over zwanen op een nest of over de bloesem aan bomen. Het is nooit saai. En ik kan ook al heel goed tegen bruggen op fietsen. Veel beter dan Opa, want ik ben altijd de eerste die boven is.
Samen met Gianny en Fayèn ben ik blijven slapen bij Mamoe en Opa IJsbeer. Mamoe is dinsdag gaan werken en wij zijn toen bij Opa gebleven om op hem te passen. Samen met mijn nichtje en mijn grote neef heb ik Opa IJsbeer geholpen met boodschappen doen. Dat is soms wel nodig, want anders vergeet hij van alles mee te nemen. Nu hebben we allemaal ons eigen toetje mogen uitzoeken.’

‘Ja, ik pas dan ook een beetje op de kleintjes, maar speel ook wel met hen. Zo heb ik de leiding tijdens het spelen van Monopoly. Verder hoef ik niet zoveel, mag vooral mijn eigen gang gaan. Kijk veel naar filmpjes op mijn laptop die ik van Oom Daniël heb gekregen of op de oude iPad van Oma. Van Opa IJsbeer moet ik wel altijd een stukje lezen. Hij heeft mij een aantal van zijn oude Biggles boekjes gegeven, maar ik ben niet zo’n leesverslaafde, dus… Veel liever zit ik met hem in de trein en luister naar zijn verhaaltjes. En dan zegt Opa: weet je wie mooie verhaaltjes kon vertellen? Meester Meindert!

En dan vertelt Opa’

Meester Meindert

De berenpootjes die gaan rond
want meester Meindert komt eraan
het is een komen en een gaan
de mare gaat van mond tot mond

Die meester die komt vertellen
over bijtjes honing en de torren
over spinnen en harige snorren
dat je kikkers niet mag kwellen

Grote mensen mogen er niet bij
die zitten te klieren en zijn dom
kinderen en dieren zitten op 1 rij

en meester Meindert die glom
want alles is vrede en hij is blij
en weet je waarom nou daarom

‘Die meester dat was me er een, zegt Opa IJsbeer. Toen hij werkte op mijn school De Ark toen bestonden er nog schoolborden waarop met krijtjes werd geschreven en Meester Meindert wist wel wat hij met die krijtjes moest doen. Als de kinderen niet luisterden dan gooide hij met een krijtje, volgens Opa IJsbeer, en die maakte ervan.’

Schateren

De meester
heeft geen krijtjes
meer

hij heeft ze ons
gegeven
nou ja gegeven

wij hebben ze
zorgvuldig bewaard
tot dit moment

en hem toen
met rente
terugbetaald

‘Ja als wij gaan slapen dan leest Opa IJsbeer ook altijd voor. Vroeger uit zijn Pinkeltje-boeken, maar tegenwoordig ook vaak eigen verhaaltjes.’
‘Dat klopt Fayèn. En dan mogen wij soms kiezen wat we willen horen. Opa IJsbeer schrijft een verhaal over Mevrouw Pinguïn en Mijnheer Kraai, die samen een wereldreis maken. En  de eerste paar delen heeft hij mij voorgelezen.’
‘Op school was ik pas een kuikentje en Opa IJsbeer heeft daar ook een verhaaltje over geschreven. Dat is mijn lievelingsverhaal, dat wil ik iedere dag wel horen. Dat verhaaltje heeft hij ook in mijn klas vertelt.’

Het slimme kuikentje

De kuikens van boer Mees
rennen allemaal naar links
de kuikens hebben vrees
dat er geen eten komt

Dan staan ze eventjes te dralen
en rennen allemaal naar rechts
misschien is daar nog wat te halen

De kippen lachen kakelend
wat aan de zijkant rond
wat maken al die kuikens
het vandaag toch weer bont

Een kuiken is verstandig
doet aan ’t geren niet mee
Fayèn blijft in het midden staan
al lijkt dat wat onhandig

En alle kuikens rennen maar
van links naar rechts en weer terug
en piepen met veel misbaar

Dan komt eindelijk boerin Mees
strooit het voer heel zacht
op de plek in het midden
waar Fayèn al uren wacht

‘Misschien begrijpen de grote mensen nu waarom wij zo dol zijn op onze oma’s en opa’s zijn. Natuurlijk vind ik het ook leuk om met Mama en Papa op de camping te zijn. Maar die tijd met Opa IJsbeer en Mamoe kunnen ze mij , mijn broer, neef en nichtje niet afnemen.’


8 mei 2018

Binkie gaat pootjebaden in mijnvakantie


Maandag 7 mei 2018



Het valt niet mee om kind te zijn en zeker geen kleinkind. En al helemaal niet de oudste kleinzoon van Opa IJsbeer. Dat ben ik dus Gianny, of Binkie zoals Opa mij vaak noemt. Het heeft soms ook zijn voordelen. Maar laat ik niet op de feiten vooruitlopen.

Ik heb meivakantie of mijnvakantie zoals opa het noemt. Die vakantie is er vooral voor de juffen en meesters op school, die de kinderen proberen iets te leren, terwijl wij, de kinderen, dat niet willen. En die vakantie is er ook om papa’s en mama’s te plagen want die hebben geen vakantie en moeten een oplossing zien te vinden zodat wij niet de hele dag alleen thuis zijn. Nou daar heb ik dus opa’s en oma’s voor. Opa IJsbeer heeft het hele jaar vakantie dus, die moet ik nu bezighouden.

Er zijn veel plannen gemaakt. Ik ben al een paar dagen bij Opa IJsbeer en Mamoe. Zaterdag ben ik nog mee geweest naar het voetbal en vandaag was het de bedoeling dat ik weer naar huis zou gaan en morgen na de training door Opa zou worden opgehaald en Opa en ik dan woensdag een dag zouden reizen, donderdag weer naar het voetbal en vrijdag naar huis.

Maar plannen veranderen. Morgenavond ga ik naar de camping van Tante Raema en Oom Daniël. Mijn zusje en twee neefjes zijn daar al en om Opa IJsbeer niet teleur te stellen heb ik hem vandaag meegenomen. Op reis.


Nou dat is me het reisje wel weer geworden. Allereerst rijdt er geen Intercity vanuit Almere Stad naar Amsterdam. Gelukkig gaat er een paar minuten later wel een sprinter, maar daardoor missen we onze aansluiting. Op een minuut.

Zo’n treinreis naar de kop van Noord-Holland, want daar gaan we dit keer heen, heeft enkele voordelen. Het geeft Opa IJsbeer de gelegenheid om zijn kennis te spuien over Zaandam bijvoorbeeld en de koekjesfabriek van Verkade, waar zelfs een liedje over is geschreven. En over de oude huisjes van De Zaanse Schans, die we dus vanuit de trein niet zien. Wel komen we langs bollenvelden, want wie denkt dat die alleen in de Bollenstreek zijn heeft het mis. Ook hier, en thuis in Flevoland, zijn er bollenvelden. Op sommige plekken zijn de tulpen al gekopt. Zonde hè dat de kopjes van die bloemen worden gehaald. Nou dat vindt de kweker niet, hij vindt de tulpen ook mooi, maar moet ook centjes verdienen. Als de bloem zelf van de steel is gehaald, hoeft de bol daar geen energie meer aan te verspillen en kan doorgroeien. Daar wordt de kweker blij van, want hij verkoopt die bollen vooral aan het buitenland.

We zijn dan Alkmaar al gepasseerd, op weg naar Den Helder. Het eindpunt van onze trein.

En even terugkomend op onze pech, er is op ons eindstation geen aansluiting op de bus naar de haven. Die rijdt een keer in het uur. We moeten zeker drie kwartier wachten. Om Opa IJsbeer een plezier te doen zet ik in Den Helder een aantal beelden op de foto en zo besteden wij onze wachttijd toch nog nuttig.

Als we teruglopen naar de bus, is die al aardig vol, allemaal mensen die met het openbaar vervoer naar de haven van Den Helder willen. Onderweg komen we langs enkele oude kazernes. Den Helder was vroeger onze marinehaven, hier lagen heel veel boten van de marine. Maar die is bijna helemaal ontmanteld en de meeste marinemensen zijn verhuisd.
De kazernes zijn niet meer nodig en daar zijn onder andere musea en restaurantjes van gemaakt. Met een duur woord zou je dit bijna recyclen kunnen noemen.

Opa IJsbeer moet nog wel kaartjes voor de boot kopen van mij, want ik neem hem weliswaar mee, maar hij moet er ook iets voor doen. Op de boot gaan heel veel auto’s mee en die staan op verschillende dekken. Ook zijn er mensen met fietsen en bromfietsen en dus mensen die net zoals wij met de bus zijn gekomen.

De oversteek duurt niet lang. In de verte zie ik Texel al liggen. En daar staat de bus voor De Koog al te wachten. Daar wil ik heen, nou ja, Opa wil daar heen. Een halte voor het einde stappen we uit, bij de Dorpsstraat. Het is tijd om te lunchen zegt Opa. Nou dat houdt in dat ik geen broodje krijg, maar een pizza. Een kleintje noemt de eigenaar van de lunchroom het. Nou als dat een kleintje is dan wil ik weten wat een grote pizza is.

Nu ik toch hier op het eiland ben, wil ik ook de zee zien. Bij Strandslag Paal 20 steken we het duin over en komen we op het strand. Echt druk is het niet. Op het strand in Almere is het veel drukker! Waar zijn alle mensen gebleven? Of is Texel soms zo groot dat niet iedereen naar hetzelfde strand gaat.

Omdat ik geen zwembroek heb meegenomen kan ik niet zwemmen, maar wel pootjebaden. Nou dat vind ik ook genoeg, want brrrr wat is dat water koud.
Na een tijdje voel ik dat niet meer en we lopen een stuk langs de branding en over het strand. Bij een van de overgangen worden buizen bij elkaar gelegd, daarmee is zand vanuit de zee op het strand gespoten, want ieder jaar neemt de zee weer een stukje strand mee en voor de vakantiegangers moet er uiteraard wel wat strand overblijven.

Bij die overgang steken wij het duin weer over en lopen terug naar het dorp. Even nog wat drinken en daarna wachten op de bus die ons terugbrengt naar de boot.

Op de boot is het minder vol. Dat vinden de meeuwen niet leuk, want nu krijgen ze onderweg geen brood. Om dat duidelijk te maken, dat ze boos zijn, laat een van die meeuwen zijn poep op Opa’s knie vallen. Bah. En omdat een ongelukje niet alleen komt, struikelt Opa IJsbeer bij het verlaten van de boot over een randje en valt op die knie. Mensen schrikken en vragen of alles goed is. Ja hoor, zegt Opa. Mijn evenwicht is gewoon niet altijd goed.

De bus missen we hierdoor niet. Trouwens wel gek dat je niet voor de busrit hoeft te betalen. Bij het station gaan we nog even naar McDonald’s. Omdat ik nog vol zit van die pizza hoef ik niet zo heel veel te eten, wel wil ik graag een flesje water.

De trein staat op het station nog op ons te wachten. Op de terugreis is Opa wat stilletjes. Ik vermaak hem met verhaaltjes. Over de kapper. Waarom wordt die geen knipper genoemd? Opa weet het antwoord. Als hij knipper zou heten en mis knipt dan is hij verknipt en nu hij kapper wordt genoemd, maakt hij de mensen in zijn stoel er alleen maar knapper op, ook de lelijke mensen. Knap hè van die kapper.

Inderdaad, veel zinnigs is er van Opa IJsbeer niet meer te verwachten. Hij is moe in zijn hoofd. Zelf vind ik dat niet erg, want het is toch wel een lange dag geworden, met veel nieuwe indrukken.