31 oktober 2010

Verantwoording

Deel 17
Zo de vakantie zit er weer op en gewoontegetrouw maak ik dan ook een verantwoordingsstukje, een slotartikel. En dat doe ik ook ditmaal.
Allereerst maar even terug naar het begin. Wie geen verwachtingen koestert zal ook niet teleurgesteld worden. Die komt tevreden terug. Terug uit Griekenland kan ik dus moeilijk ontevreden zijn. Of toch…
Zeker is dat ik de mensen grotendeels gelijk moet geven. Santorini is heel erg toeristich.
Maar goed laat ik niet helemaal van de hak op de tak springen. Het feit dat wij pas ter plekke hoorden waar wij gehuisvest werden, was achteraf gezien best leuk. De informatie vooraf en ook ter plekke van en door Sudtours onvoldoende. Op Naxos was de hostess alleen op verkopen uit en goede informatie bleef uit. Geen infoboek. Dat ontbrak ook op Santorini.
Minpuntjes ingegeven door bezuiniging? Op beide eilanden werden we geconfronteerd met een buitenlandse host(ess), die voor meerdere agentschappen werken. Daar is werkelijk niets mis mee. We hebben bovendien het wel eens eerder zonder Nederlandse achtervang moeten stellen, maar dan was er toch altijd wel wat informatie aanwezig over de plaats en/of regio. Nu werden we echter gewoon ergens gedropt, geen fatsoenlijke plattegrond, helemaal niets. Dat we geprofiteerd hebben van een prettige aanbieding bij Sudtours wil nog niet zeggen dat de infokraan dichtgedraaid kan worden. En dat gevoel was vooral bij mij aanwezig. Ongetwijfeld zal het wel een gevalletje van bezuinigingen betreffen. Maar dit lijkt mij geen goede zaak, die op termijn zelfs tegen de operator kan werken.
Genoeg geleuterd. Terug naar het afsluiten van de Cycladen. Een grote groep eilanden. Naxos is de grootste en ook nog redelijk groen. Weinig olijvenbomen, maar daar staat veel druiventeelt tegenover. Het eiland is ook vruchtbaar dus zo gek is dat niet. Vooral het westen en midden heeft een vruchtbare ondergrond. Uit dat oogpunt is het ook niet zo gek dat juist Demeter en Dyonisos hier eigen tempels hadden. En daar wordt tegenwoordig ook goede sier meegemaakt.
Behalve de twee tempels zijn er nog wel meer archeologische plaatsen, zoals rond de kolos en uiteraard de tempel van Apollo, ook wel de poort van Naxos genoemd. En tenslotte mag de naam van Zeus niet ontbreken. Zijn naam is verbonden aan de hoogste berg op het eiland, inclusief een eigen grot.
Veel van de kerken en kapelletjes zijn in Byzantijnse stijl gebouwd. Op gebied van geloof is Naxos sowieso een interessant eiland met veel kloosters gebouwd in de vorm van een burcht. Verder in de Chora zowel een Grieks-orthodoxe kathedraal als een grote katholieke kerk. In de hoofdstad is het heerlijk toeven, dwalen door de straatjes en wie zoekt kan er ook nog voor een redelijke prijs eten.
Veel strandleven, net onder de hoofdstad, aan de westzijde van het eiland. Maar ook hier geldt, dat wie zoekt kan ook heerlijke afgelegen baaitjes vinden. Al met al een interessant eiland.
De oversteek – voor een dag –naar Paros is me goed bevallen. Uiteindelijk waren de afstanden zo kort dat we achteraf gezien nog meer hadden kunnen bekijken. De hoofdstad Paroikia is druk, vooral rond de haven waar de grote veerboten aanleggen, maar waar ook een mooie kerk staat, inclusief museum.
In het zuiden en oosten liggen de mooie stranden, die niet aan ons waren besteed. We hadden ook geen zwemkleding meegenomen. Lefkes is een bloeiende bloemige oase in het centrale gedeelte van het eiland, waar ik heerlijk door de smalle straatjes heb gedwaald. Aan Naoussa heb ik te weinig tijd voor wat er te zien is. Deels uit angst om de veerboot terug naar Naxos maar niet te missen.
Op de veerboot tussen Naxos en Santorini kun je heerlijk uitrusten in een van de ziruimtes en geeft bovendien de gelegenheid om Santorini vanaf het water te bekijken. Santorini is toeristisch, ik zal het niet ontkennen en de hoofdstad Fira biedt eigenlijk alleen wat opgebied van musea en kerken. Ja, wie wil winkelen kan hier ook terecht. De aansluitende dorpen Firostefani en Imerovigli zijn een stuk authentieker. Ook Oia de meest noordelijke stad aan de Caldera is interessanter en echt niet allen door de prachtige zonsondergang die daar kan worden bekeken.
Ik heb het al eerder geschreven van de agrarische achtergrond is weinig meer over. Ja de druiventeelt is ook hier groot. Maar het eiland draait toch vooral op het toerisme. Van de twee grote archeologische vindplaatsen is Akrotiri na een verwoesting gesloten en is alleen het oude Thira te bezichtigen. De stranden zijn merendeel zwart, als gevolg van vulkaan uitbarstingen.
De vulkaan domineert toch het leven. Een bezoek aan Palea Kameni is daarom niet uitbleven. Verrassend de diverse kleuren. Thirassia, ooit deel uitmakend van Santorini, is een extraatje waar we slechts een stukje van de hoofdstad van hebben gezien. Kamari, de plaats waar wij verbleven, groeit nog steeds voor de toeristen. Daarna woont er nog maar een handje vol mensen.
Interessante plaatsen zijn Empori en Vorhonas. Die hebben wij ook alle twee bezocht. Ook Vourvoulos moet een bezoekje waard zijn, maar daar zijn we niet aan toegekomen. Pyrgos levert de plaatjes op waar veel touroperators gebruik van maken. Bovenop de Profitis Ilias staat een klooster dat alleen aan het eind van de middag een uurtje open is. Dus goed plannen. Er gaan geen bussen heen, dus wel voor eigen vervoer zorgen.
De bussen rijden frequent en zijn niet duur. Wel even rekening houden dat je het beste eerst naar Fira kunt reizen.
Ik sluit zoals gewoonlijk af met een verantwoording van de door mij gebruikte gegevens.
Het boek De schatten van Griekenland, uitgaven van Kosmos Reisgidsen, kwam ook nu van pas. Daarentegen bleven de Prisma-woordenboeken onaangeroerd..Op internet heb ik een aantal wandelingen gevonden, maar die heb ik niet gebruikt. De wandeling uit het gidsje Santorini ontdekken en beleven (van Deltas) was slecht leesbaar, onduidelijk. Andere gegevens waren wel goed te lezen. Daarnaast heb ik gebruik gemaakt van het boek Ontdek Santorini, een uitgave van Haïtalis. Het boek is in het Nederlands uitgevoerd en wordt geleverd met een kleine landkaart. Verder heb ik twee themaboeken aangeschaft. Monastery of Prohet Elias of Thera, uitgegeven door Eptalofos uit Athene en Museum of Prehistoric Thera, uitgegeven door het Grieks ministerie van cultuur. Tenslotte heb ik gebruik gemaakt van de wegenkaart uitgegeven door Toubi’s.
Het in het Engels gestelde boek Paros Today and Yesterday was de leidraad op dat eiland. Het is uitgegeven door Toubis. Verder heb ik een klein gidsje aangeschaft A guide through Ekatontapiliani, dat door de kerk in eigen beheer is uitgegeven.
Voor Naxos heb ik geput uit Naxos and the minor Cyclades (Toubi’s) en van dezelfde uitgever het kleinere Naxos & Minor Cyclade. Daarnaast de stratengids van Orama XNH 313.
Nog een ding wil ik meegeven. Misschien dat ik ooit nog een keer op Santorini zal komen als tussenstop tijdens een reis door Griekenland, maar echt terugkeren? Daar heb ik niet de behoefte aan. Wat dat betreft vind ik Naxos en Paros duidelijk veel interessantere eilanden.

24 oktober 2010

Terugreis

Donderdag 30 september 2010
Zo het zit er weer op. Twee weken Cycladen is mooi genoeg geweest. Toch is de tijd omgevlogen. Eerlijk is eerlijk. Maar ik moet niet op de afsluiting vooruit lopen en me vandaag nog even gewoon aan vandaag houden. Met een ontbijt zoals we hier gewend zijn. Ik neem mijn fototoestel mee naar de ontbijtzaal om nog enkele beelden te kunnen tonen. Onder andere van de beschilderde muren.
De taferelen van het huidige Santorini, maar ook van een spuwende berg en een verwijzing naar de wandschilderingen die ooit in het oude Akrotiri zijn aangetroffen. Verder diverse afbeeldingen van oude mythologische figuren en dat zorgt al met al voor een bont tafereel.
In de ontspanningszaal laat ik nog enkele boeken achter. De meeste Hollandse boeken hier zijn zeer belegen en belezen. Mijn boeken steken daar gunstig tegen af. Vreemd overigens, dat ik alleen Nederlandse boeken zie liggen. Zijn wij nu zo’n belezen volkje die ook nog eens heel gemakkelijk afstand doet van zijn leeswaar en leest de rest niet. Of misschien niet tijdens vakantie. Of zijn buitenlanders gewoon iets zuiniger op hun leeswaar. Ik heb echt geen idee.
Veel tijd heb ik ook niet om daar over na te denken, want we moeten al om half tien met onze spullen bij de weg staan. Nog even checken of we alles hebben ingepakt en daarna sjouw ik de tassen de trap af naar beneden. De overige Nederlanders die huiswaarts keren staan al op de hoek van de weg te wachten. Het is alleen het vaste groepje dat gelijk met ons is gearriveerd. Maar ook nog een aantal onbekende gezichten, van mensen die ik ook niet tijdens het ontbijt heb aangetroffen.
Het is de laatste vlucht naar Nederland - althans voor Sudtours - dus kunnen we straks opeen volle bak rekenen.
Als de bus arriveert moeten we het nog steeds zonder host Scott doen. De spullen gaan onder in de buik van de bus. We pikken onderweg nog wat mensen op en gaan dan linea recta naar het vliegveld, een afstand van slechts enkele kilometers, zodat we ruim op tijd arriveren voor onze vlucht.
Het inchecken gaat weer op zijn Grieks. Tineke heeft het weer voor elkaar en heeft plaatsen bij het raam weten te versieren. Na het inchecken moeten we onze tassen naar de röntgenafdeling brengen waarna ze verdwijnen in de ingewanden van het vliegveld. Wij worden vervolgens naar de paspoortcontrole gevoerd, waar alle drank wordt ingenomen door een chagrijnige beambte. Ook reeds geopende waterflessen verdwijnen. De drankregels worden overal anders geïnterpreteerd. Wat zou het toch fijn zijn als al die veiligheidsmaatregelen nu eens hetzelfde zijn. En voorbij de douane kun je gewoon weer water en ice tea kopen. Hier is het bovendien niet nodig dat ik mijn laptop uit mijn tas haal, die kan ik rustig in mijn rugzak laten zitten.
Tineke slikt haar pilletjes, ik koop nog een laatste frappé en het wachten op het vliegtuig is aangebroken. Na enige tijd zien we de Transavia-Boeing taxiën. Slechts drie passagiers stappen eruit om op Santorini te blijven. Even later komt nog een groep Mykonos-gangers uit het toestel in afwachting van het tanken en het schoonmaken van het vliegtuig.
Niets te vroeg komt het sein dat we aan boord mogen. Aan boord van een vliegtuig dat zo nieuw is voor Transavia dat de video-installatie nog niet is aangesloten. Geen films dus, dat wordt lezen tijdens de vlucht die ons via Athene, Tirana. Linz, Bamberg en Enschede naar Schipholvoert. Via gate D 53 verdwijnen we naar het inwendige van onze nationale luchthaven.
Het duurt ditmaal vrij lang voor de koffers arriveren. Tineke heeft onze treinkaartjes al gekocht. Voor we in de trein stappen, koopt ze snel ook nog een broodje Hema-worst.
De trein heeft een paar minuten vertraging. De trein die al klaar staat blijkt – ondanks een andere vermelding op het bord – naar Nijmegen te gaan. We zijn er op tijd uit en ondergaan even later in het juiste treinstel tweemaal een controle, de tweede door een groep van Service en Veiligheid, want veiligheid op de Flevospoorlijn is soms ver te zoeken.
Een half uurtje later zijn we dan toch thuis. De vakantie zit erop. Ik sjouw de tassen naar boven en draai een eerste was, waarna we snel een vrachtwagen boodschappen gaan doen.

23 oktober 2010

Grotwoning

Deel 15 woensdag 29 september 2010
Tijdens het bekijken van de foto’s van gisteren vragen wij ons af waar toch het kerkje staat bij het klooster. Op de Profitis Ilias. In boekjes vinden we wel foto’s. Achter de muur. Alleen de poort is dicht. Tineke wil toch nog een keer gaan kijken. Dat doen we dus, na het ontbijt.
De weg is ons bekend. Ditmaal komen we wel een bus tegen. Tineke gaat zo veel mogelijk aan de kant, zodat het gevaarte kan passeren. Even later volgt er nog een. Uiteindelijk worden het er zelfs vijf, die naar beneden daveren. Tineke kan de auto boven neerzetten en we lopen nu een klein stukje naar beneden. Halverwege de muur staat de poort naar het kerkje open. De kapel van Hagios Nectarios, gebouwd in 1956.
De ikonostase is afkomstig uit het klooster Hagia Triada dat tijdens de aardbeving van 1956 werd vernield. Er naast staat een klein winkeltje, waar ik hoor dat het klooster om vier uur ’s middags open gaat. Voor een uur. Dat wil ik Tineke niet nog een keer aandoen om omhoog te rijden. Ook niet voor dit klooster dat in 1711 is gesticht door de broers Gabriel en Ioakeim Belonias, uit Pyrgos.
Op de weg naar beneden moet Tineke nog een keer uitwijken en daarna gaan we naar de zuidkust. Naar Vlichada.
In het verleden kwamen de inkomsten binnen via de visserij en de twee fabrieken die de tomaten verwerkten. De vruchtbare grond wordt steeds minder gebruikt, omdat er met toerisme nu eenmaal meer te verdienen valt.
De haven is wat dat betreft een mooie binnenkomer. Toeristen die een zeiltochtje willen maken, of naar een van de zuidelijke strandjes willen, kunnen van hieruit een tochtje maken. Het strand is bovendien net zo goed als elders. En toch zal het plaatsje nooit een echte trekker worden. Puur vanwege de aanwezige branding, waardoor de golven altijd op de kust slaan.
In het haventje heerst paniek. Een van de bootjes maakt water. Er wordt met man en macht gehoosd en als er voldoende drijfvermogen is wordt het bootje naar de scheepshelling getrokken. Op een trailer wordt het naar boven getrokken en al snel is het lek gevonden. En daar wordt dan uiteraard uitvoerig over gediscussieerd. Niet alleen door de booteigenaar en de scheepshersteller, maar iedereen bemoeit zich ermee.
Een aalscholver denkt er het zijne van. En als wij hem te veel aandacht geven, zwemt-ie parmantig weg.
Tijd om dit gebied te verlaten. Tineke wil nog naar Vothonas en Monolithos. Door het eerste dorp zijn we al heen voor we er erg in hebben en dan volgt het aanplakkende Messaria bijna vanzelf. Dan maar eerst door naar Monolithos.
Net als Vlichada een kustplaatsje. Maar ditmaal aan de oostkust. Pal naast het vliegveld. En dat is een minpuntje. Ook het brede strand van Monolithos wordt niet gigantisch bevolkt. En ook hier ligt dat aan de aanwezige branding. Toch zijn er nog welmensen die het water in gaan. En voor het strandplezier zijn er diverse speelpleintjes, voor voetbal, basketbal, maar ook voor de allerkleinsten.
Een klein haventje maakt het beeld compleet. Ook Monolithos, de naam is afkomstig van de nabij gelegen kalkzandsteenrots, speelde ooit een rol bij de verwerking van de tomaten. Maar net als bij Vlichada, dat heeft geen toekomst meer.
Ik stuur Tineke terug naar Messaria en zij stuurt i10 behendig door de straatjes. In het centrum zetelden ooit scheepskapiteins, reders en wijnboeren. Die hebben plaatsgemaakt voor handwerklieden, banken en handelaren. Achter het centrum staan de herenhuizen. Op goed geluk wordt de auto langs de hoofdweg geparkeerd. Dit moet buurgemeente Vothonas zijn. Maar van een kloof is niets te ontdekken. Vooralsnog moeten wij het doen met wat nieuwbouw. Eigenwijs als ik ben, maar ik een uitstapje achter een pand in aanbouw.
En dan zie ik de kloof en ook nog een kapel. Daar moet ik zijn. Nog even dwalen. Een vriendelijke man wijst ongevraagd de weg, en dalen we af. Steeds verder door steegjes en kleine straatjes, tot we in de kloof zelf zijn. Het betreffen eigenlijk vier erosiegeulen en ieder vrije plekje wordt benut. Werd benut, eigenlijk.
Want ook laat het leegstandspook haar sporen achter.
Kerkjes en kapelletjes zijn goed onderhouden, maar veel voormalige grotwoningen zijn gesloten of doen tegenwoordig dienst als geitenstal of gewoon als opslagplaats van gebruiksartikelen, als opslag van bouwvakkers, maar ook gewoon voor afval.
Een aantal woningen wordt opgeknapt. Met name in de winter is dit iets waar veel bewoners van Santorini zich mee bezighouden. Waar zij hun brood mee verdienen nadat de toeristenstroom is opgedroogd. Niet alleen (grot)woningen worden trouwens onder handen genomen. Het gaat om veel meer. En zo krijgt Vothonas misschien haar eigen karakter ooit weer terug. Of het ooit veel toeristen zal trekken? Ik vermoed het niet.
Terwijl wij er wandelen,komen we niemand tegen. Of eigenlijk is dat niet waar. Een verdwaalde bewoonster, die opveert als ik haar groet. De al gememoreerde bouwvakkers en enkele auto zien we rijden. Vermoedelijk van iemand die siësta gaat houden. En tenslotte enkele kinderen, met de schooltas op de rug.
Langzaam laten we de kloof achter ons en via de nog werkende windmolen bereiken we de hoofdweg, waar het autootje trouw staat te wachten om ons nog een stukje over het eiland te vervoeren.
Het is nog te vroeg om al naar Kamari terug te keren. Tineke wil het liefst nog een stuk langs de kust rijden, maar dat kan niet overal. Het langste stuk is in het noorden te vinden. Bij Karterados is een mogelijkheid om de drukte van de hoofdstad te ontlopen. Maar probeer dat maar eens te vinden zonder goede bewegwijzering, want met name de kleine dorpen worden niet aangegeven en gemeentegrenzen zijn er wel, maar de bordjes ontbreken simpelweg. En voor ik het besef zitten we al in Fira.
Sneller dan een TomTom heb ik al doorgeschakeld naar de route naar Ia. Van daaruit wijs ik Tineke – na een bewegwijzeringbordje- de route naar Tholos en even later rijden we langs de oostkust. Hier liggen de stranden waar mensen uit Ia en Fira heen trekken om de gekte van de stad te ontlopen.
Terwijl we er doorheen rijden, constateren wij dat het gebied iets weg heeft van de duinen. Hier zijn inderdaad de plekken van rust te vinden. Hoewel je op het Baxedes-strand echt niet alleen zult liggen. Langs de weg naar Pori liggen meer van dit soort strandjes. Voorbij Pori leidt een weg naar Vourvoulos, dat tegen de helling aan ligt en waar nog diverse beroemde grotwoningen te vinden zijn. We kunnen gewoon niet overal heen en daarom rijden we door naar Pigadia Beach, waar we op een terrasje iets drinken. Het haventje hier is ook al uitgestorven.
Voor ons wordt het tijd om afscheid te nemen van Santorini. We rijden terug naar Kamari, waar Tineke mij afzet op het parkeerterrein. Ik sjouw de spullen naar boven, terwijl zij de auto weg brengt. Nu kan langzaam maar zeker het inpakken beginnen.
Wel ’s avonds nog een laatste maaltijd bij Stellada. Er zullen ongetwijfeld betere eetgelegenheden te vinden zijn, maar hier waren wij tevreden mee.

22 oktober 2010

Gesloten

Deel 14 dinsdag 28 september 2010
Vanaf vandaag hebben we twee dagen de beschikking over een auto. Maar eerst ontbijten. Tinke moet de Serie A-wagen ophalen bij het verhuurbedrijf waar we ook de excursie naar het Vulkaaneiland hebben geboekt. Een witte Huyndai i10 met als kenteken EMK-7942. Lekker klein en behendig in het verkeer. Nu hebben we de gelegenheid om wat grotere afstanden te bereizen zonder eerst naar de hoofdstad te moeten afreizen met de bus, want van overstappen komt weinig terecht.
Zoals gezegd haalt H Tineke – spreek uit itinuku – de i10 op en parkeert de auto op het grote parkeerterrein, aan het eind van de straat waarin hotel Sea View is gevestigd. De zwemspullen worden achterin geladen voor het geval we besluiten een duik te nemen onderweg. We rijden naar het zuiden, naar de prehistorische nederzetting Akrotiri. Van onze wandeling naar Emborio kan ik me herinneren dat we het beste de weg naar Pyrgos kunnen aanhouden.
Onderweg zie ik daarna al snel de bekende bruine borden die aangeven dat we op weg zijn naar een oude vindplaats. Ik verheug me er daar bijzonder op, na de kennismaking met Akrotiri in het museum in Fira en het museum met de muurschilderingen. Maar al snel wordt me duidelijk dat ik mijn doel moet bijstellen Ik zie een hek en dat is dicht. Het moet toch niet nog gekker worden in Griekenland; het is niet eens maandag, dan zijn musea etc vaak gesloten. Ze zullen hier toch niet aan het staken zijn vanwege de broze financiële situatie. Een bordje op het hek geeft uitkomst. Het terrein is gesloten vanwege technische redenen. Met die omschrijving moet ik het doen, moet ik genoegen nemen. Maar daar heb ik niet veel aan.
Op het terrein zie ik van een afstand een drietal grote kranen staan. Men is dus duidelijk aan het werk. Ik schiet een pad in langs het terrein in de hoop dat ik zo toch nog een plek kan werpen op het gebied. Vermoedelijk is de stad gesticht omstreeks tweeduizend voor Christus en is tijdens een van de vele aardbevingen verdwenen – zo rond 1625 voor Christus onder puimsteen verdwenen. In 1967 is onder leiding van Spyros Marinatos begonnen met het opgraven van de stad en kwamen al snel de invloeden van Kreta aan het licht. Een van de opmerkelijke vondsten waren de muurschilderingen, die volgens Marinatos verwezen naar godenverering. De straten waren doorgaans smal en geplaveid. Onder die straten was al sprake van een ondergronds rioleringsysteem.
Van dat alles zie ik echter niets terug. Alles is weggestopt onder een grote afdekking. Navraag bij een vlakbij gelegen kerkje leert mij dat de overblijfselen ongeveer vijf jaar geleden zijn ingestort. Waarom staat dat nergens? Waarom is dat niet in het museum verteld? Waarom is dat niet in de gegevens van Sudtours vermeld? Goed laat maar ophouden want ik verander er toch niets aan.
We rijden terug naar het iets hoger gelegen huidige Akrotiri,een dorpje van iets meer dan vijfhonderd zielen. Aan de ruïne van de kastro Belogna wordt tegenwoordig gewerkt, maar ook op andere plekken zien we herstelwerkzaamheden. Het betreft voor een deel het opknappen van vernielingen ontstaan na de aardbeving van 1956. Aan de noorzijde van het dorp loop je zo naar de caldeira met uitzicht op het Vulkaaneiland en de hoofdstad Fira.
Tineke stelt voor om op zoek te gaan naar het klooster Profitis Ilias, dat toch ergens op de wandelroute te vinden moet zijn of anders gewoon door te rijden naar de top van de berg met dezelfde naam. Een redelijk smalle weg, waarbij je moet hopen dat je geen bus tegenkomt. Dat laatste net niet en Tineke parkeert de wagen daarom net onder de top. Het laatste stukje lopen. En daar is ook het klooster. Maar dat is dicht. Wel is een kapelletje open. Helemaal bovenaan, op 566 meter, volgens anderen een meter hoger, staan naast een zendinstallatie een museum, dat wordt verbouwd en is dicht.
Het zit ons niet mee.
Het uitzicht is betoverend. We richten onze camera’s diverse kanten op en vragen ons af wat al die bussen hier toch te zoeken hebben. Want behalve dat uitzicht is er inderdaad niets open. Ik richt mijn aandacht op de aparte vorm van de klokkentoren van het klooster.
Omdat er verder toch niets is te zien, rijden we weer naar beneden, naar Pyrgos. Dit plaatsje wilden we ook nog met een bezoek vereren. Door de smalle straatjes dwalen. Want dat hebben we tijdens onze eerdere wandeling niet gedaan. Dat betekent deels trappen lopen en gewoon je weg zoeken. We komen tot de conclusie dat dit het Griekenland, het Santorini van de Griekse foto’s is.
De kerken met de ronde blauwe koepels, de witte klokkentorens .afgetekend tegen blauwe luchten. Jammer dat de kerken tegenwoordig gesloten zijn, niet vast open, want binnen moeten er mooie kerkschatten te zien zijn.
Zo scharrelen we door de straatjes en omdat ook het kasteel vanwege renovatiewerkzaamheden voorons gesloten blijft gaan we maar weer naar beneden.
Op het terras van Johnnie kun je wel wat te drinken halen, maar tijd om eten te maken is er niet. ‘Want ik sta alleen’, krijgt Tineke te horen. Ze komt wel met drinken terug en gaat schuin aan de overkant een pitabroodje gyros halen. En die eten we zonder problemenbij Johnnie op, terwijl wij ons opnieuw verbazen over het grote aantal mensen dat door bussen rond wordt gereden.
Vermoedelijk afkomstig van de dagelijkse cruises die het eiland aandoen. Die mensen worden echt door het stadje gejaagd, achter een gids aan. Volg de leider, dat is het motto. Alleen wel lastig om contact te houden, want als de fitte gids al boven staat, loopt de laatste nog ergens halverwege.
Wij kunnen gelukkig onze eigen gang gaan en dat doen we door een bezoek te brengen aan het volgende dorp:Emboria. Een dorp met twaalfhonderd inwoners.. Minder glad dan Pyrgos, maar daardoor misschien wel veel interessanter. Net buiten het dorp staat een rij windmolens tegen de heuvel op. De verdedigingstoren van Goulas Frourio was bedoeld als een vluchthaven, een plekje waar de bewoners zich tijdens belegeringen konden terugtrekken.
Wij schieten de wirwar van straatjes in, een doolhof met hier en daar een grotwoning. Een enkeling wordt opgeknapt. Eenmaal weg van de doorgaande weg naar Perissa komen we helemaal tot rust. Kruipen door poortjes en belanden onder een kerk. Wat een vreemde gewaarwording is dit.
Een ding moge duidelijk zijn hiervoor zijn we toch echt naar Griekenland gekomen. Dit zijn de mooie kanten, lekker een beetje dwalen, kijken, ons verbazen, fotograferen.
Tineke wil toch nog een poging doen om in een baaitje te gaan zwemmen en daarom vertrekken we maar weer. Het strand van Perissa ligt vlakbij, maar dat is ons veel te druk. Nee, op de zuidwestpunt moet het een stuk rustiger zijn, volgens de boekjes die in ons bezit zijn. Dat betekent dat we terugkeren in de richting van Akrotiri en ditmaal in de richting van de vuurtoren van Faros koersen.
Voor de vuurtoren nemen we de afslag naar Messa Pigadia en bereiken zo het strand. Echt druk is het niet. Toch lopen we zo ver mogelijk door om zoveel mogelijk privacy te genereren. Want dat is iets dat ik altijd wil. Geen drukte om me heen. En zeker niet op het strand, dat door zijn zwarte kleur en achtergebleven slierten er misschien niet echt aanlokkelijk uitziet. De parasols zien er bovendien verwaaid uit.
Het water voelt heerlijk aan en ik laat me de kans om te zwemmen niet ontlopen. Maar ik ga niet al te ver, want het water trekt. Trekt aan mij. En dan weet ik ook hoe laat het is. Tijd om niet te ver van de rotsen te gaan. Maar in dit geval ook zorgen dat ik er niet te dicht bij kom, want ik vertrouw het water in de kleine grotten voor geen meter. Al die factoren bij elkaar opgeteld, duurt de poedelpartij iets korter dan normaal. Ik laat me rustig opdrogen en neem de fotocamera nog even ter hand. Geen plek overigens omuitgebreid bij stil te blijven staan.
Dat doen we daarom ook maar niet en Tineke stelt voor om terug te rijden naar Kamari.
Ik slaag erin om de weg kwijt te raken. Hoewel dat is ook wel weer heel zwaar uitgedrukt. Wel wordt het een ommetje via Vothonas en Messaria, twee dorpen die aan elkaar zijn geplakt. De afstanden op Santorini stellen echter niet veel voor en we bereiken niet veel later al weer de oostkust.
Snel nog wat boodschappen doen en dan naar Sea View, een beetje lezen en uiteraard, ’s avonds uit eten. Bij Andreas hebben ze live muziek en daar zit het dus bomvol. Dan toch maar naar de kust. We gaan vanavond op de Italiaanse tour want ook dat is mogelijk. De prijzen zijn bijna Firiaans, daar staat tegenover dat het eten mij uitzonderlijk goed smaakt.