23 juni 2009

Beet

Maandag 25 mei 2009
De laatste week van onze vakantie is begonnen. Naar de bakker. Het is gewone koek. Een brood is echter voor vandaag genoeg. We gaan naar het zuiden. Naar de Diroúgrot, de Vlyhadagrot, even voorbij Pirgos Dirós. Na het ontbijt ga ik nog even iets lezen. Inlezen. Hé de grot is momenteel op maandag gesloten. Pas vanaf 1 juni kan men er ook op maandag terecht. Maar dan gaan wij naar huis. Een alternatief? Tineke stelt voor om de kustweg, iets voorbij Kalamáta, zuidwaarts te volgen. Die route heeft de hostess aangestipt toen wij vorige week van het vliegveld kwamen.
Ik kijk op de kaart naar de aansluitingsmogelijkheden. Het moet inderdaad lukken. Het kaartje in het Mániboekje is ook duidelijk. Dus op weg. Tineke vindt in de auto een zonnebril. Is haar gisteren niet opgevallen. De bril is niet van ons, dus even wegbrengen. Bij het kantoor. De verhuurjuf is aan het bellen en is gezien haar reactie al op de hoogte van de vermissing. Er kan nog neet een thanks af. Naomi sms’t naar Tineke dat ze vandaag gaan barbecuen met Kees en Jolanda. Het is mooi weer in Nederland. Temperatuur van boven de dertig graden. Ik geef antwoord en mis misschien wel daardoor bij Stavropígi de afslag Kitriés.Het kan natuurlijk ook dat er geen bord staat of dat het bord zo staat opgesteld, dat we het niet kunnen zien. Er zijn twee wegen, die in mijn optiek de juiste kunnen zijn. We rijden echter en zitten al snel in Kámbos.
Dus maar door naar de kust. Want er gaan meer wegen naar Kitriés. We naderen Kalamáta. Dichter en dichter. Maar voor we in Vérga belanden, slaan we linksaf. Naar het zuiden. Met Vérga heb ik wel een dorpje genoemd met een geschiedenis. Die gaat verder dan alleen de Máni. Verder ook dan de Pelopónnesos. Nee, het gaat heel Griekenland aan. Het Máni-leger is hier tijdens de onafhankelijkheidsstrijd danig op de proef gesteld. De Mánioten gaan in die tijd zelden een grote veldslag aan. Ze zijn daarentegen meester in de guerrillatactiek. Toch ontkomen ze er niet aan. Bij Vérga. Daar is een lange muur gebouwd, naar de bergen toe. Als bescherming tegen de Turkse tegenaanvallers. Die worden tijdens een misschien wel beslissende veldslag in 1826 staande gehouden. En uiteindelijk ook verslagen, waardoor de weg naar Kalamáta open ligt.Tijdens die slag dreigt nog een ander gevaar. Van de slimme Ibrahim Pasja. Terwijl bijna alle weerbare mannen in het noorden slag leveren, wil hij de Mánioten in de rug aanvallen. Ibrahim Pasja landt bij Pírgos Dirós en ontdekt daar tot zijn schrik dat de vrouwen uit de Máni net zo weerbaar zijn als de onverzettelijke krijgers. Gewapend met sikkels, messen en stenen houden de vrouwen stand tegen het leger van twaalfhonderd Egyptische huurlingen, die verslagen afdruipen.
Wij hebben onze rug naar dat Vérga gekeerd en volgen de kustweg naar Kitriés. Daarbij komen we eerst Avía. Een langgerekt dorp met diverse subnamen. Overigens ook al een dorp dat net als Kardamíli door Agamemnon bij Troje aan Achilles is beloofd. Dit Avía heeft een hoog toeristengehalte. Met appartementencomplexen, hotels, taveernes en kafeinions, aan beide kanten van de hoofdweg. Op het strand staan op de kiezels de ligbedden en parasols opgesteld. Voor de enkele toerist die hier daadwerkelijk te vinden is.
De weg loopt door en eindigt voor ons bij het haventje van Kitriés. Een typisch klein vissershaventje waar het leven heel rustig doorkabbelt. Net zo rustig als het water tegen de kade klotst en de vissen die hun rondjes draaien in het heldere blauwe water.
Een visserman is net binnengevaren. Maar wat is zijn vangst? Dat wordt mij niet duidelijk. Ik vermoed dat hij het elders aan de man heeft gebracht. De visbak is leeg en wordt schoongemaakt. Op een andere boot werken een man en een vrouw aan hun visnet. Onder enkele kleden die bescherming brengen tegen de brandende zon.
De ober van een taveerne heeft zijn klosje uitgeworpen. En heeft na enige tijd beet. De vis glibbert een paar keer uit zijn handen voor hij het avondeten aan de veilige overkant, in de taveerne, heeft bezorgd. Op een ander terras drinken wij iets, waarna ik alleen omhoog wandel. Richting hoofdweg. Tineke haalt me in met de Astra en samen gaan we verder.Bij het kerkje van Agios Nikolaos stoppen we even. Onder ons ligt de Kámbos, te gloeien in de hete middagzon. We rijden terug naar Várdia en brengen de rest van de dag in ledigheid door.

Geen opmerkingen: