31 juli 2019

Yari ontvoert Opa IJsbeer naar de Jungle


Dinsdag 30 juli 2019

 Het einde van Opa’s Oppasdag komt in zicht. Na ruim twaalf jaar van oppassen komt daar een einde aan als mijn broertje Daeley na de zomervakantie ook naar school gaat. Dan vinden Opa IJsbeer en Oma Tineke het genoeg. Natuurlijk zullen ze tijdens een vakantie of in noodgevallen nog wel eens bijspringen, maar wij – de kleinkinderen – zullen dan niet meer iedere week door hen samen of door een van hen worden opgevangen.

We waren er niet altijd alle vier tegelijk, soms waren er twee, soms drie. Maar vaak was er ook maar een. Het laatste half jaar haalde opa mij op maandag uit school en dan was mijn broertje er ook, op dinsdag haalde hij mij uit school en dan was mijn broertje er niet en op vrijdag. Om de veertien dagen was mijn broertje er op vrijdag ook. Vandaag ben ik er alleen, ben blijven slapen en vandaag neem ik hem op sleeptouw zodat oma het huis en de tuin voor haar alleen heeft.

Ik wil wel vandaag naar de Almere Jungle en we rijden daar op de scooter van opa heen. Opa mag sturen en ik zit zoals een echte dinojager achterop. Vlakbij De Kemphaan rijden we de berm in. Expres want Opa IJsbeer houdt van bloemen en wat zien we? Een prachtige berm met wilde bloemen, maar ook met zonnebloemen. En daar moet je toch wel even bij stil blijven staan, toch opa?

De Jungle ligt hier om de hoek. Op nog ongeveer twee minuten rijden. Ik krijg daar twee zakjes met voer mee; een voor de schildpadden en een voor de vissen. Gewapend met die twee zakjes wandelen we de jungle in. Bij mij begint het meteen te kriebelen, want ik zie een afdruk van een dinosauruspoot.
En ja hoor iets verder staat een pachycephalosaurus. Maar wat zie ik? Heeft iemand de dino aan zijn staart getrokken en verwond? Denk het wel opa, want waarom heeft hij anders een stukje verband om de punt van zijn staart.

Op dat moment heb ik de moerasschildpadden al eten gegeven. Aan de overkant van het water staan ook kinderen eten te geven zodat de schildpadden zich in groepjes verdelen en niet allemaal massaal naar mij toe komen. Als ik ook nog wat bolletjes op het land strooi, komt er een uit het water en eet die bolletjes op.

In de buitenhokken lopen een paar heel grote konijnen. Ik heb wel eens eerder konijnen gezien, maar zo groot? En zo dik? En met zulke grote oren? Het lijkt wel een sprookje, je weet wel over dat meisje met dat rode kapje en over een oma en een wolf.

De wasberen proberen zich voor ons te verstoppen. Maar Opa IJsbeer heeft een nieuwe bril en ziet ze toch en wijst ze mij aan. Ze scharrelen wat over land en door het water. Soms wassen ze ook hun pootjes, maar vandaag hebben ze daar geen zin in. Kan ik me best voorstellen hoor. Iedere dag wassen. Bah. Van mijn mama moet ik dat ook maar liever… Daar ben ik toch zeker een jongetje voor.

Als je buiten bent dan kun je ook een waterbassin zien, wat een moeilijk woord. Maar een verzorger legt het uit. ‘Nee daar zitten geen dieren in, geen vissen. Als het regent dan vangen we daar het regenwater in op, ook de regen die op het dak valt. En dat water gebruiken we dan weer voor de planten.’ Ik vind dat best knap bedacht van de mensen in de Almere Jungle.

Wij gaan weer naar binnen en ik geef de vissen eten. En dan in een keer is opa verdwenen. Hij heeft zich in een grot verstopt. Dat is typisch weer zoiets voor die IJsbeer. En weet je wat hij ook wil? Hij wil de tijgerpython mee naar huis nemen. Vindt dat die beter af is in zijn straat.

Iets verderop zijn twee meisjes bezig om de luipaardgekko’s te vangen. Ze worden in een platte plastic doos gestopt. Opa denkt dat ze ziek zijn. Nou die man weet er echt niets van. De oppasser vertelt dat ze worden schoongemaakt en worden onderzocht. Zo weten ze of de gekko’s nog gezond zijn. En ze worden ook gewogen. En als alles goed is mogen ze weer terug in hun hok.

In een echte jungle heb je heel veel bomen en planten en die hebben ze hier in Almere ook. Ik ga ze echt niet allemaal opnoemen voor jullie. Wel heb ik een aantal namen voorgelezen voor opa. Ook van dieren, want bijna overal staan bordjes. Na de zomervakantie ga ik naar groep vier en dan moet je toch echt goed kunnen lezen hoor. Een aantal diersoorten hier zie je overigens ook in Artis zoals de Zuid-Afrikaanse stekelvarken en de stokstaartjes.

Tussen de middag bestelt opa twee tosti’s voor ons. Een voor mij en een voor zichzelf. Ook nemen we drinken. Een flesje appelsap voor mij en een flesje water voor Opa IJsbeer. En omdat het lang duurt voor de tosti’s klaar zijn, ga ik nog even een paar minuten spelen. Als de broodjes bij onze tafel worden gebracht roept hij mij. Zo daar ben ik wel aan toe.

Maar ik lust ook nog wel een ijsje. ‘Die krijg je ook nog Yari’, zegt Opa. ‘Maar eerst gaan we naar de apen’. Veel apen zijn er niet. Een deel van de apen wordt in gereedheid gebracht om te verhuizen en anderen moeten dan hun plaats weer gaan innemen. Dan maar naar Almere Haven, waar ik een heerlijk dino-ijsje van opa krijg.

Daar krijg ik het gewoon warm van. Maar de redding is dichtbij. Even met water spelen en met mijn dinobeker kan ik de fonteintjes vangen. Nou ik vind het genoeg voor vandaag. Tot ziens. Er komt heus nog wel weer een andere keer.



Opa IJsbeer

24 juli 2019

Gianny en Opa IJsbeer smelten in Limburg


Dinsdag 23 juli 2019

Sinds zondagavond ben ik al bij Opa IJsbeer en oma Tineke om die man bezig te houden. Dat hoef ik gelukkig niet alleen te doen, want mijn zus Fayèn en mijn neef Yari zijn er ook. Ondanks dat wij met zijn drieën zijn valt het niet mee om te zorgen dat die man niet uit de band springt. Zodra ik even niet kijk maakt hij overal een rommel van, vooral van onze slaapkamer. En die kamer van hem zal ik maar niet laten zien.
Fayèn en Yari proberen hem nog wel van afstand te betoveren met een kraanvogeldans. Daarvoor zijn zij vandaag speciaal met oma naar Artis gegaan. En natuurlijk hebben zij daar ook naar dieren gekeken, naar vlinders in de vlindertuin, want die is zo lekker warm, en naar giraffen en een boze olifant.
Zelf heb ik hem meegenomen in de trein. Maar voor wij iets voor hem doen, moet hij eerst iets voor ons doen. Een ontbijt maken. Wij ontbijten met een beker melk en een toverbroodje. En uiteraard nemen wij geen genoegen met zo maar een broodje. Ieder van ons krijgt zijn boterham naar eigen wens.
Die treinreis gaat maar net goed. De eerste trein rijdt aan onze neus voorbij en dan ontdekt opa ook nog eens dat hij geen telefoon bij zich heeft. Kan hij geen foto’s maken en ook geen reis uitstippelen.
Gelukkig weet ik waar ik heen wil en via Amsterdam Zuid rijden wij eerst naar Nijmegen en daar nemen we de regiotrein van Arriva naar Roermond. En zo kan ik weer een treinlijntje afstrepen van het aantal spoorlijntjes waarover ik met mijn Opa IJsbeer ben gereden.
We stoppen op allerlei stations zoals Mook-Molenhoek, Vierlingsbeek Reuver en Swalmen, maar ook op de stations van Venray en Venlo. Bij Mook ligt ook de Mookerhei. Tijdens de Tachtigjarige oorlog is hier in 1574 door de Spanjaarden en het leger van de Prins (Willem van Oranje) fel gevochten. Lodewijk en Hendrik van Nassau leiden dat Oranje-leger en dat krijgt een pak slaag. De soldaten vluchten via de moerassen van de Riethorst en weinig soldaten komen dat moeras uit. Ook de oorlogskas, waaruit de soldaten worden betaald, verdwijnt in het moeras. Kiste Trui is goed bekend in dit gebied. Net als veel anderen gaat zij op zoek, maar er is een banvloek over de schat uitgesproken. Zij heeft overal gezocht, zelfs tot in België toe, maar heeft de schat nooit kunnen vinden. Met al die uitvindingen van tegenwoordig moet die toch terug te vinden zijn, denkt opa. Hij heeft samen met oma, mijn mama Naomi en tante Raema een keer bij Kiste Trui geslapen. Oké, oké het was nazaat van de echte Trui.
In Roermond gaan we lunchen. En zoals zo vaak kijkt Opa IJsbeer de patatjes uit mijn mond. Sorry mand. Ben ik wel blij mee hoor, want het is wel een beetje veel wat ik heb uitgezocht. En dat broodje brie van opa is ook al zo groot, maar hij heeft een dikke buik waar nog een beetje ruimte is voor wat extra’s. Dus vandaar dat ik mij maar heb opgeofferd en zo’n grote bestelling heb gedaan.

We maken nog een rondje langs het plein bij Roermond, maar eigenlijk is het gewoon veel te warm voor een ijsbeer. Je ziet hem gewoon lekken, het zweet drupt van zijn voorhoofd af.
Dan maar weer de trein in. Nu een trein van de NS naar Heerlen. In de trein is het ook wel warm, maar net iets minder warm. En omdat we niet aan de zonkant zitten, zitten we ook nog een beetje beschut. Aan de omgeving kun je goed zien dat we niet zo ver van Duitsland verwijderd zijn, de meeste huizen zien er anders uit en de omgeving is wat heuvelachtiger. De belangrijkste verandering is echter dat wij hier en daar restanten van mijnen zien.
De meeste grote spoorlijnen hebben wij nu wel gereden en ook een aantal kleinere. En ook zijn wij al bij diverse eindpunten van het spoor geweest. Een enkele moeten wij nog een keer overdoen omdat de lijn is verlengd, zoals bij Roodeschool. Vandaag rijden we vanuit Heerlen via Landgraaf, waar ik een paar jaar geleden de Rolling Stones heb gezien, naar Eygelshoven Markt. Het laatste station op Nederlands grondgebied op dit speciale lijntje. Hier wilde ik al een keer met beide opa’s heen, maar vanwege werkzaamheden aan het spoor reed de trein niet. Vandaag wel. De trein rijdt door naar Aachen, maar wij zijn in Herzogenrath uitgestapt. In Duitsland. Zonder paspoort, gelukkig is er geen douane hier. Snel wat foto’s voor het bewijs en dan weer terug naar Heerlen.
Vandaaruit nemen we nog een regiotrein, ditmaal naar Kerkrade Centrum. Je zult toch met de trein naar Roda JC willen, dat is toch wel een heel eind hoor. En dat Centrum? Wij hebben het niet gezien toen wij zijn uitgestapt.
Wel een paar museums vlak bij elkaar. Rond een museumplein. Wij hebben daar eerst iets gedronken en samen met opa heb ik vervolgens muziek gemaakt met heel bijzondere blaas- en pompinstrumenten. Wel geinig. Inderdaad het is een beetje warm, maar dit gaat nog net want erg inspannen hoeven wij ons niet.
Tijdens zo’n treinreis gaan we meestal op de terugweg nog ergens iets eten. Maar ik heb daar geen zin in en als ik Opa IJsbeer zo bekijk… Goed ik zeg maar niets meer. We nemen de regiotrein naar Sittard en stappen hier op de trein naar Enkhuizen. Dat is ook nog een plaats waar wij samen heen moeten. Maar vandaag rijden wij langs het stadion van PSV en via Utrecht naar Amsterdam CS.
Opa die vult onze kaarten bij en dan rijden we in een keer door naar Almere. Oma heeft pannenkoeken gebakken voor de andere twee en bakt voor mij nog een ei op het brood. En Opa IJsbeer? Die neemt twee krentenbollen. Je weet wel, die bollen met krenten en vooral rozijnen.



Opa IJsbeer

10 juli 2019

Gianny neemt afscheid van De Ark


Dinsdag 9 juli 2019

 Vanaf vandaag gaat alles anders. Geen lastige Opa IJsbeer meer met zijn grapjes. En ook geen juf Daniëlle en Juf Hellen, bij wie ik twee jaar in de klas heb gezeten. Nee vanaf vandaag gaat alles anders, want dit is mijn laatste dag op De Ark.

Dus Opa IJsbeer je hoeft echt niet meer te vragen of ik een trap nodig heb om van de school af te komen, want ik heb niet op het dak gezeten maar de juffen hebben mij van school gestuurd. Voor goed.

Juf Daniëlle heeft wel gevraagd of ik nog een keer terugkom, omdat ik zoveel humor heb en omdat ik sociaal ben. Dat heb ik van mijn ouders en mijn grootouders. Ja mijn papa en mijn andere opa, die van de bootjes, werden ook nog even genoemd omdat zij zoveel voor de school hebben gedaan. Maar het is toch vooral mijn feestje.


Oké ook nog een klein beetje van de andere kinderen uit mijn klas. En ook een beetje van de juf, want die gaat ook van school. Dus als ik terugkom naar De Ark dan is zij er niet meer.


En terugkomen zal ik zeker nog wel een keer, want mijn zusje gaat na de vakantie naar groep vier. Ik zal haar dus heus nog wel een keer uit school moeten halen. Uit De Ark dus, de school waar mama en tante Raema ook les hebben gehad. En waar ik dus nu als achtste groeper afscheid van neem. De school ook van Meester Max de Vries, zegt mijn mama, en de school ook van Meester Meindert Eijgenstein. Die heeft daar ook les gegeven, maar dat is al zo lang geleden; hij is nu de opperbaas.


De laatste jaren is het heel gewoon dat afscheid nemen met een musical gebeurt. Wij doen dat via ‘Herrie op het eiland’. Al zingend en spelend. Voor mij is er een dubbelrol weggelegd. Die van Generaal Groen en van de zeemeermanmin. Hoe bedenken ze zo’n figuur eigenlijk, een zeemeermanmin of was het toch een zeemeerminman.


Mijn bijdragen zitten vooral in de tweede helft van het stuk. Waarom ik dan toch ook al eerder op het podium ben te zien? Nou voor de koorversjes, die zingen en schreeuwen wij met elkaar. Tijdens het instuderen proesten wij het regelmatig uit en ook bij de uitvoering is het lachen geblazen. Zo hard dat mijn zusje, die op de eerste rang zit, er soms van schrikt.


En waar het over gaat? Nou vooral over eerlijkheid en vriendschap, over veranderen, over groeien. En dan niet in de lengte maar jezelf ontwikkelen, zoals wij dat op school ook hebben gedaan. Hoe? Nou gewoon zo, vraag dat maar aan Peter: ‘Ja het is waar Louise’.  En aan baas Boef, die de goudschat heel lang belangrijker vindt dan zij schatje. En aan het einde de liefde toch boven het materiële stelt.


De boodschap hebben wij allemaal begrepen. En de papa’s en de mama’s in de zaal? Hebben die er ook iets van opgestoken? Of zijn die alleen maar trots op hun kind. Of net zoals Opa IJsbeer die de hele avond maar foto’s zit te maken en zich niets aantrek van privacy. ‘Als iemand niet op de foto wil, dan zet ik toch achteraf een balkje over de ogen, net als bij echte boeven’.


Voor het afscheid nemen echt begint gaat iedereen nog wat drinken. Wordt er gepraat, gelachen en is er zo nu en dan een traantje te zien. Jawel Victor ik houd wel contact met je. En Elyse wij zien elkaar heus nog wel.


En voor al die anderen: Saluut het gaat je goed.




Opa IJsbeer