26 maart 2023

Daeley haalt zijn B-diploma

Zaterdag 25 maart 2023

Het jongste kleinkind van Opa IJsbeer zijn heeft zo zijn voordelen. Mijn grote broer, neef en nicht hebben voor mij al de weg geëffend, hebben geleerd hoe die IJsbeer een echte opa moet zijn. En ik? Ik vind ondertussen mijn eigen weg en slinger mij overal achteraan. Een voorbeeldje? Oké, gaan jullie er maar eens recht voor zitten.


Afgelopen zomer heeft die man bijna een week lang op mij ingepraat zodat ik maar baantjes bleef zwemmen in het diepe bad op de camping in Beilen. Iedere ochtend voordat de andere campinggasten gebruik van het bad maakten trok ik mijn baantjes op mijn buik en op mijn rug. En of dat nog niet genoeg was, moest ik ook nog duiken van hem en over de hele breedte van het bad onder water zwemmen.


Het resultaat van dit alles was dat ik sterker en sterker werd en uiteindelijk ook nog mocht afzwemmen voor mijn A-diploma. Papa Daniël en mama Raema trots, zij hadden dat eigenlijk al opgegeven, maar het moment van afzwemmen in Lelystad kwam toch. Alleen vanwege Corona wel zonder publiek, zonder dat opa’s en oma’s mochten meekijken.


Even heb ik na de verhuizing van Almere naar Kampen getwijfeld of ik ook nog voor mijn B moest gaan, maar het feit dat Opa IJsbeer helemaal geen zwemdiploma heeft en ik hem dus de volgende keer misschien wel moet redden heeft mij over de streep getrokken. En vandaag is het dus zover dat ik in Zwembad De Steur in Kampen ook voor mijn B-diploma mag zwemmen.


Gelukkig ben ik niet alleen. Zo zijn er vandaag veel kinderen die voor de eerste keer afzwemmen. Wij, de B’ers dus, vormen een elftal, tien meiden en ik. Inderdaad ik als enige jongen, ja dat heeft dus zijn voordelen.


Zo val ik lekker op zonder de clown te spelen en toch wordt mijn naam hierdoor regelmatig genoemd. Makkelijk bovendien voor alle mensen die toekijken en applaudisseren als ik (en die meiden) onze opdrachten doen. We moeten bijvoorbeeld duiken, en diverse slagen zwemmen. Zowel in de lengte als in de breedte van het bad.


En dan is het bijna klaar, nog een kwestie van wenden en keren, zelfs een handstand maken hoort erbij. Waar dat nou goed voor is? Wie het weet mag het zeggen. En we eindigen uiteindelijk allemaal met watertrappelen. Niet gewoon watertrappelen, maar met een ballon om de pols. En dat valt echt niet mee.


Zeker voor mij niet want voor mij is een ballon toch echt zoiets als een bal. Anderen willen daar misschien mee gooien, maar dat geldt zeker niet voor mij. De ballon is weliswaar niet helemaal rond als een bal, maar ik beschouw die ballon toch echt als een bal aan een touwtje en dan telt er maar één ding: hoe vaak kan ik die hoog houden?


Nu ik mijn B-diploma heb mag ik dat ook in het echt oefenen, bij een echte voetbalclub. Bij DOS Kampen. Mijn eerste voorproefje heb ik al gehad en onthoud het maar goed, over tien jaar dan ben ik beroemd. Dus vergeet het niet: Daeley is mijn naam.


 

Opa IJsbeer

16 maart 2023

De schuldbekentenis

Donderdag 16 maart 2023

 

Geschreven voor de maartuitdaging 2023 van Schrijvelarij met de steekwoorden: bloemetjesgordijn, lepelaar, uienbrood, appeltaart (met of zonder slagroom), afzakkertje, gipsbeen, enkelbandage, melkopschuimer, wc-eend, driehoek of vierkant. Het moet een verhaal van maximaal 800 woorden worden. Dit is een verhaal waarbij ik dicht bij mezelf blijf.


Word ik nu de volgende beschuldigde aan iets wat sommigen een hype durven te noemen, terwijl ik juist zo begaan ben met die huidige slachtoffers en vind dat zij recht hebben op excuses. Want die vrouwen en mannen die nu naar buiten treden zijn absoluut geen lepelaars, geen kwaadsprekers. Inderdaad ik heb mij ooit ook bezondigd aan… Mijn verontschuldiging komt een beetje laat en is toch welgemeend. Alleen rechtstreeks excuses maken is een beetje lastig; als ik hun vandaag zou tegenkomen dan zou ik mijn slachtoffers absoluut niet herkennen. Daarvoor is onze ontmoeting te vluchtig geweest en het is ook al zo lang geleden. Dat laatste is overigens geen excuus.

Ik neem u vandaag mee naar een jaar of vijftig geleden toen arbeiders nog gewoon een broodtrommeltje mee naar hun werk namen en zij geen behoefte hadden aan uienbrood. Het is bovendien de tijd dat sommige Nederlandse jongens gebukt gaan onder de dwang soldaat te worden, om soldaat te zijn. Natuurlijk is er de mogelijkheid te weigeren maar ambtenaren hebben dat recht niet, die moeten hun plicht vervullen. En ja ik ben ambtenaar geweest, ben ambtenaar als ik word opgeroepen, allereerst voor de keuring en later voor het vervullen van de dienstplicht. En hoewel ik wil, weigeren mag niet.

Het is ook de tijd dat er nog gezegd wordt dat zij in het leger een echte kerel van jou maken. Wie die zij zijn zeggen ze er niet bij. Maar goed, in die zestien maanden diensttijd bij de 41ste afdeling Veldartillerie zijn er zeker plezierige momenten geweest, maar echt fijn heb ik het allemaal niet gevonden. Zeker niet tijdens die paar weken van een volledige onnodige herhalingsverplichting.

En een kerel? Nee! Dat ben ik daar niet geworden. Wel ben ik er trots op dat ik geen enkele streep op mijn mouw heb gekregen. Die heb ik geweigerd. Maar schaamte overheerst al geruime tijd, schaamte dat ik heb meegedaan om vanuit de achterkant van een legerwagen de meest schunnige dingen naar meisjes en vrouwen te roepen. Inderdaad #metoo.


Met dienstkistjes die aanvoelen alsof ik loop een enkelbandage en een helm op het bebaarde hoofd stappen wij, de dienstplichtigen, de drietonner in en maar brullen in de dorpen. Het moet voor die Duitse meisjes, ik verblijf een jaar in Seedorf, een verschrikking zijn geweest als wij er met een gestrekt gipsbeen ingaan. Inderdaad naar die tijd neem ik u dus mee en ik steek mijn hand in mijn buis, ook ik heb mij daaraan schuldig gemaakt. Vijftig jaar na dato schuif ik eindelijk het bloemetjesgordijn open en kom er vierkant voor uit. Nu de rest nog.


Wij zagen er toen geen enkel kwaad in en hadden er geen afzakkertje, aan drank hadden wij geen gebrek, voor nodig de meisjes na te fluiten. Heden ten dage begrijp ik dondersgoed dat zoiets geen zuivere koffie was. De koffie in het leger is in die tijd overigens nauwelijks te drinken. Van melkopschuimers hebben ze op de kazerne nog nooit gehoord en op bivak arriveert de koffie tijdens de lunch meestal koud.

Uiteraard is de legerleiding, die zij van een kerel maken, op de hoogte van het haantjesgedrag van de dienstplichtige soldaten, kanonniers, van ons. Gezegd wordt er echter niets van, laat staan dat er een straf volgt, geen ontslag uit dienst, geen strafcorvee, geen extra dienst om met wc-eend de toiletten te reinigen. Zolang wij maar met onze handen van die meisjes afblijven vindt de leiding het allang best. Dat laatste wordt zelfs beloond met een gezamenlijke wandeling, die menigmaal in een café eindigt met appeltaart mit Sahne.


 

Opa IJsbeer