9 mei 2008

Op(p)a(’)s

Misschien had de titel beter vrouwenversierder of hartenjager kunnen zijn, maar ja dat ben ik niet. En het is mijn verhaal en niet dat van mijn kleinzoon Gianny, die wel een (hoofd)rol in dit verhaal vervult.
Het is donderdag 8 mei 2008; een prachtige, zonnige dag. Ik heb vakantie en ben weer eens oppas opa. De hele dag binnen zitten is niets en daarom heb ik al enige tijd geleden besloten om bij een mooie dag naar Artis te gaan. Daar is Gianny al wel een keer geweest, maar daar kan hij zich niets meer van herinneren. En of hij zich deze dag straks nog zal herinneren? Nou ja, hij heeft in ieder geval dit verhaal met foto’s.
Voor mij is het al een hele tijd geleden dat ik in Artis ben geweest. Veel mensen hebben mij aangeraden niet naar Artis te gaan, maar naar de veel kindvriendelijkere dierentuin in Amersfoort. Met de trein naar Amersfoort vanuit Almere is echter niet alles en dan ben je er ook nog niet. Maar goed de reis naar Artis was ook niet best. Maar dan loop ik op de feiten vooruit.
Martin komt Gianny om een uur of negen brengen en we gaan met de Maxx naar het station in Buiten. Het begrip bu(s) is bij Gianny al tegelijk met de pap naar binnengeschept. Maar in de trein heeft hij nog nooit gezeten. Hij ondergaat dus zo gezegd zijn treindoop. Ik heb meteen maar een kaartje eerste klasse gekocht. Niet alleen voor hem, maar op de terugweg wil ik ook een beetje rustig zitten.
De rechtstreekse verbinding vanuit Almere naar Amsterdam Centraal Station is net weg en de volgende trein gaat via Hilversum naar Utrecht. Nog even wachten dus. Daarna komt er een trein richting Hoofddorp met overstapmogelijkheid in Weesp. Nou die dus maar nemen; een dubbele (trein)vuurdoop. Ik ben het in de bus of trein stappen met een buggy duidelijk verleerd en heb eerbied voor de mensen (nog steeds vooral vrouwen) die dat misschien niet dagelijks maar wel heel vaak doen. Het lukt, maar bij het uitstappen in Weesp raak ik per ongeluk iets aan, waardoor de buggy meteen een stuk smaller wordt en Gianny niet zo comfortabel meer zit. In het treinstel breng ik alles weer in zijn juiste proporties. Gianny kijkt ondertussen zijn ogen uit en meldt me tig keer dat we in de bu(s) zitten. Op het ‘Centraal’ nemen we de lift naar beneden en buiten het station gaan we op zoek naar lijn negen, de directe (tram)verbinding vanuit het centrum met de dierentuin. Nou dat valt dus nog niet mee. Het centrum van Amsterdam heeft wel iets weg van Almere, een grote bouwput. Lijn negen staat aan de zijkant van het station, of eigenlijk hoort daar te staan. Met nog heel veel andere mensen worden we weggestuurd bij het perron, want het (tram)verkeer zit vast en hier komt voorlopig geen tram meer aan.
We lopen (met al die mensen) richting Dam, want achter de Dam moet wel een lijn negen te pakken zijn. Voor Gianny betekent dat voorlopig nog geen apies kijken maar benen bekijken. In allerlei maten, kleuren en vormen.
Achter het paleis staat een negen, maar die hoort daar niet en rijdt ook weg voor we kunnen instappen. De volgende? Nou die komt daar niet. Ik overweeg even naar huis terug te gaan. Lang leve het openbaar vervoer. Maar besluit toch nog even door te zetten. Na een wandeling via wat achterafstraatjes (nee, niet langs rode lichtjes), kom ik bij een halte waar de negen daadwerkelijk hoort te stoppen, maar het duurt nog wel een stief kwartier voor er daadwerkelijk een tram met dat ritnummer verschijnt. Het is meteen proppen geblazen. En het is twaalf uur geweest als we bij de dierentuin arriveren. Nogmaals, lang leve het openbaar vervoer!
In Artis vermaken we ons prima. Ja, alle twee. En dan zijn de reisperikelen snel vergeten. Het wordt inderdaad apies kijken. Zowel in als buiten het apenhuis. Apen met fel rode billetjes. De mandril, de orang-oetan, een zwarte slingeraap, doodshoofdaapje en een namaak. Namaak? Eh, sorry. Een makaak.
Het vogelhuis waar men stil moet zijn vanwege de broedende vogels laten we aan ons voorbijgaan. Zoals we wel langs meer plekken wandelen waar we niet gaan kijken: reptielenhuis, vlinderhuis, aquarium etc etc. Zijn we dan toch nog ergens geweest. Ja hoor, op talloze plekjes. Ik heb pelikanen gezien, een luierende zebra, olifanten, giraffes, eigenlijk te veel om op te noemen. Toch noem ik er nog een paar. De leeuw vanwege mijn sterrenbeeld en zijn maanen en uiteraard de ijsbeer. Daar moet ik altijd even langs. Het waarom voor dat beest leg ik hier niet uit. Gianny heeft niet voor ieder dier aandacht. Ik weet ook niet of hij ze wel echt ziet, maar die witte massa die bekijkt hij extra goed.Gianny hoeft van mij niet de hele wandeling door de dierentuin in zijn buggy te blijven zitten. Parmantig drentelt hij stukjes met mij mee. Op sommige plekken neem ik even pauze en ook dan krijgt hij veel, maar niet alle ruimte om zich vrij te bewegen. Hij brabbelt er dan vrolijk op los, maakt kennis met opa’s, oma’s en kinderen.Soms lijkt hij wel eens eenkennig, maar dat is hij absoluut niet.
Verschonen doen we in de toiletruimte. Een hele verbetering ten opzichte van de tijd dat mijn eigen kinderen in luiers liepen. Toen was er een verkleedplank in de ruimte van het damestoilet. Ach, het waren immers de moeders die zich met het verschonen bezighielden. De emancipatie heeft enkele slechte dingen voortgebracht, maar heeft ook zijn goede kanten. Ook deze opa is niet vies van een smerige luier en verschoont zijn kleinzoon op een plekje die tegenwoordig speciaal tussen het dames- en herentoilet is aangebracht.
Op een bankje in de buurt van het aquarium neem ik de laatste rustpauze. Het bankje staat aan de rand van een grasveld en geeft Gianny de ruimte te lopen, rennen, kruipen.Uit het bloemperk plukken kinderen bloemen; legitiem met toestemming van de medewerkers van Artis. Het perkje is in een ommezien leeg. Gianny kijkt niet naar de bloemen om en heeft aan de overkant van het paadje een bevallige jonge dame op een bankje ontdekt. Nee, het is niet zijn moeder, maar hij gaat er wel even vrij mee om. Schuin achter mij ligt een vrouw te zonnen op het gras en ook die krijgt een bezoekje van de hartenjager.Iets verderop zijn enkele jongens aan het ravotten.Het kan niet uitblijven. Gianny moet meedoen. Ik houd alles door de lens en over de lens heen in de gaten. Als hij te dicht naar een kooi toegaat, grijp ik in. Verbaasdheid bij het jochie. Jammer, maar ik vind het geen goed idee dat hij eventueel zijn vingertjes door het gaas steekt.
Aan alles komt een eind. Ook aan dit bezoek aan Artis. Versneld zelfs, omdat Gianny in zijn wagentje in slaap valt, voor de apenrots vol met dieren met een speciaal dieet.Bij het winkeltje kan ik het niet laten een knuffel voor hem te kopen; van een beest dat je beter niet kunt knuffelen maar gewoon moet laten ijsberen.
In het winkeltje krijg ik een telefoontje van Naomi. Haar werk zit erop en we besluiten samen terug naar huis te gaan en elkaar te ontmoeten op het Centraal. De tram rijdt en er is zelfs eenvoudig een plekje te veroveren.Op het station nog even snel wat drinken kopen en dan naar huis. Foto’s laten zien, verhalen vertellen.Want opa’s oppas zit er weer op.