28 april 2016

Ik zie ze vliegen

Maandag 25 april 2016

Zondagavond, gisteren dus, ben ik met mijn zusje naar Mamoe gebracht. Opa IJsbeer is nog niet thuis, die draagt in Amsterdam ‘ondeugende’ gedichten voor. IK mag van Mamoe opblijven tot opa thuis is en samen met haar kijk ik op de bank naar televisie. Als opa er is, gaat hij eerst een kopje soep eten. Als het televisieprogramma 1 tegen 100 is afgelopen, brengt opa mij naar bed en stopt mij lekker in.
Opa is al wakker als ik naar beneden kom. Mijn zusje komt later en opa maakt een boterham voor ons. Opa gaat met mij weg terwijl Mamoe met Fayèn en mijn neefje Yari, die ook komt, naar Kids Eiland in Stad gaat. Ik wil dolgraag naar Madurodam in Den Haag.
Opa gaat liever naar Nemo, omdat we daar een dak boven ons hoofd hebben en er regen wordt voorspeld. En nat worden wil opa vandaag absoluut niet. Maar toch wil hij mij een plezier doen en dus gaan we met zijn tweetjes op pad. Gezellig.
Opa IJsbeer is een ster in het missen van de bus. Ook vandaag, als we naar de bushalte wandelen zien we lijn 5 richting het centrum vertrekken. Alleen als we naar de andere kant gaan kunnen we de Intercity naar Den Haag nog halen, weet opa, dus gaan we naar het station van Buiten. Daar moet mijn OV-pas op de railrunner worden overgezet. Als opa naar het perron wil gaan, zie ik dat er geen treinen rijden vanwege een storing. Ook rijden er sowieso minder treinen, valt er te lezen. Dus moeten we of iets anders verzinnen of toch nog naar het centrum met de bus. We doen dat laatste met een NS-bus.
Er rijden inderdaad minder treinen en die vertrekken ook nog eens alleen vanaf perron drie en vier. De Intercity naar Den Haag komt echter voorlopig nog niet. Opa vraagt of ik nog steeds naar Madurodam wil; nou dolgraag. Dus nemen we een trein via Amsterdam Centraal. Een trein die op heel veel stations stopt, maar niet op het Centraal Station van Den Haag. Volgens opa kunnen we ook op Hollands Spoor of Laan van NOI (Nederlands Oost-Indië) in Den Haag uitstappen en dan met de bus of tram verder reizen. Zelf wil ik graag met de tram. Dan heb ik vandaag in de bus, de trein en de tram gezeten. En bij zo’n lange reis krijg je wel waar voor je geld.
In Den Haag rijden we in tram 9 langs het Malieveld, waar een kermis staat. Daartegenover ligt een weg met allerlei beelden. Die staan voor het gebouw van De Hoge Raad, vertelt opa. Daar zitten allemaal heel geleerde rechters. Inderdaad, ook vandaag krijg ik een lesje geschiedenis. Terwijl ik niet eens op De Ark, mijn school in Haven, zit.
Het park, in de Scheveningse Bosjes, heeft de naam gekregen van George Maduro, die honderd jaar geleden is geboren op Curaçao. Hij kwam naar Nederland om rechten te studeren en vocht met de cavalarie tegen de Duitsers, toen die in 1940 ons land binnenvielen. Na de capitulatie ging Maduro het verzet in, maar werd opgepakt en overleed een paar maanden voor het einde van de oorlog in het concentratiekamp Dachau. In 1952 werd Madurodam gesticht als oorlogsmonument en prinses Beatrix was de eerste burgemeester, tot 1980 toen zij koningin werd. Tegenwoordig is zij de beschermvrouw van dit kleine stukje Nederland en ieder jaar krijgt Madurodam een andere jeugdburgemeester. Nou dat mogen ze mij ook best een keer maken.
Als we binnen zijn begint het te regenen. Het is ook tijd om een hapje te eten, dus gaan we meteen het restaurant in en ik krijg een kindermaaltijd, met een kroket en frietjes en patat. Lekker, opa neemt ook wat mayonaise mee terwijl ik een vrij plekje zoek. Dat valt niet mee, want iedereen lijkt wel tegelijk te willen gaan eten. Of schuilt iedereen soms voor de regen? Nou niet iedereen hoor, er zijn ook mensen die met een paraplu rondwandelen.
Als het droog is, ga ik naar buiten. Ga machinistje spelen en laat de treintjes rijden. Ik ren door het park en volg de treinen. Als ik groot ben wil ik ook machinist worden.
Of buschauffeur, dat was mijn andere opa (van de bootjes). Ach ik moet nog veel leren, dus het zal nog wel een keer veranderen. Misschien vinden ze nog een beroep uit dat nog veel leuker is.
Ik ren van A naar B en kan niet kiezen tussen Amsterdam en Rotterdam, dat is best lastig als je regelmatig op de tribune in de ArenA zit, want het voetbal daar is toch echt beter dan in De Kuip. Daar werken ze wel harder, dat doen ze omdat ze gewoon minder goed zijn en dus wel moeten! Hun havens zijn echter beter en groter. Dat compenseert tenminste. Zij ook weer tevreden. En kiezen moet ik ook tussen de Deltawerken en de molens van Kinderdijk. Echt voor veel mensen valt hier wat te genieten.
De een houdt immers van water, de ander van gebouwen, weer een ander van heuvels. Je hebt hier bloemen, een kasteel, een monument, Schiphol, havens. Echt waar zoveel, ik kan niet allemaal onthouden. Dus we moeten nog een keer gaan.
Ook voor opa is er genoeg leuks te zien. Hij zet graag beelden en monumenten op de foto zet, zoals het monument van Bep Boon-van der Starp, die samen met de familie Maduro het initiatief heeft genomen tot al dit moois.'
Dit jaar wordt er naast het park nog een monument voor George Maduro zelf onthuld. Dus Opa… En misschien staat mijn naam daar dan ook wel in, want ze zoeken nog een kinderheld en de naam van die held wordt verwerkt in het beeld dat door Jikke van Loon wordt gemaakt. Nou mijn naam past daar uitstekend in, want een held mag je mij toch wel noemen. Ik zorg er immers voor dat mijn opa steeds weer in de goede trein stap en veilig thuiskomt. Zonder mij zou hij ongetwijfeld in Griekenland belanden.
Maar terug naar ons bezoek, hoewel dat wel zijn einde nadert. Nadat ik op de bloemenveiling bloemen heb gekocht – Mamoe heb je die al ontvangen? – zegt opa namelijk dat we naar huis gaan. Hij vindt het tijd worden want er komt weer een schip met zure appelen aan. Dat ziet hij aan de lucht. Opa IJsbeer vindt een zure appel wel lekker, maar vindt het nog steeds niet aangenaam om zich nat te laten regenen.
Dat worden we wel als we naar de tram wandelen. Omdat er onder de afdakjes veel ouderen staan worden we toch een beetje nat. Nou dat heb ik er best voor over, voor zo’n toffe dag.

We halen op het Centraal Station van Den Haag netjes de Intercity naar Almere, die inmiddels wel rijdt. We komen net als op de heenweg langs Schiphol en ik zie ze vliegen.
Het laatste stukje vliegen wij echter niet. Er rijdt een sprinter voor ons en die stopt bij ieder station in Almere. Daardoor zijn wij iets later in Almere Stad. Daar staat de bus al te wachten. In de Faunaubuurt zien we mama lopen, die is met papa ook net gearriveerd om ons op te halen. Opa, het is een fijne dag geweest. En tot maandag. Gaan we dan weer wat leuks doen?

27 april 2016

Circus

Woensdag 21 april 2016

Opa IJsbeer heeft mij vanmiddag uit school, in de Stripheldenbuurt, opgehaald en met hem ben ik eerst naar de Faunabuurt gefietst.
Ik zit dan bij hem voorop de stang , zeg maar eerste rang. En onderweg staat zijn mond niet stil. Dan vertelt hij over allerlei dingen die ik onderweg zie. Hij vertelt over de bloesem die nu bijna weg is en ik vertel dan over de mooie groene blaadjes die tevoorschijn komen. Onderweg kijk ik altijd uit naar de reiger, maar ook vandaag is hij er niet. Wel diverse zwanen en een tweetal zwanennesten. Die zwanen zitten op eieren en daar moeten zwanenkuikentjes uit komen. Dat kan mij niet snel genoeg gaan.
Onderweg plaag ik opa een beetje. Als hij zegt dat we naar links gaan en vraagt wat mijn linker hand is, steek ik mijn rechterhand uit. En dan zegt opa dat ik een oenemeloen ben. En dan zeg ik: ,,dat ben ik niet, je bent zelf een oenemeloen.’’
Bij het huis van opa en Mamoe lunchen we en Opa IJsbeer geeft mij twee van zijn beruchte toverbroodjes. De eerste met hagelslag en vlokken en de andere met pindakaas en pasta. En alle twee gaan ze schoon op. Ja dat heb ik er graag voor over, want dan is die oude man tenminste ook weer tevreden.
Ik heb opa daarna even aan het werk gezet, boven. Terwijl hij zich op de was stort, dat geeft me wel een klap, kan ik een uurtje met de Lego-treinen spelen. Met autootjes spelen is leuk, maar bij de treinen kan ik toch ook veel van mijn fantasie kwijt.
En dan is het tijd om weer op de fiets te stappen, eerst langs een derde zwanennest. Een van de zwanen dreigt het water over te steken, omdat hij bang is dat wij te dichtbij komen; hij jaagt ons daarom weg en om hem niet boos te maken zijn we snel verder gefietst, naar de Evenaar.
Daar is een circus. Twee weken geleden ben ik al naar de kermis geweest en nu ga ik voor het eerst naar een echt circus. Nou ja echt…
Op televisie zie ik wel eens een circus en daar hebben ze dan altijd een olifant, Dombo. En hier is geen olifant, dus zeg nu eens zelf… Een circus zonder dieren is toch geen circus en een olifant hoort daar gewoon bij. Gelukkig zijn er wel andere dieren, zoals paarden en pony’s en geiten en nog veel meer. En daar mag ik dus zomaar gaan kijken, terwijl ze worden verzorgd.
Samen met heel veel kinderen, opa’s, oma’s, mama’s en papa’s mag ik naar binnen. We zitten helemaal vooraan zodat ik alles goed kan zien. En dan in een keer begint het circus te leven, het doek gaat open en de spreekstalmeester, wat een lang woord, verwelkomt ons allemaal. Hij is zo blij dat er zoveel kinderen naar zijn circus zijn gekomen en hij belooft ons een te gekke middag. En dat wordt het ook.
Het  begint al meteen flitsend met een tweetal paarden, dezelfde paarden stonden neg nog sloom in hun box. Inderdaad een box; niet alleen baby’s, zoals mijn broertje Daeley, zitten of liggen in de box ook paarden. Nu rennen ze echter vurig door de piste. Als een dirigent staat een circusmijnheer in het midden en de paarden doen precies wat hij zegt. Vlak voor mijn neus draaien ze om en rennen de andere kant op. Of draaien een rondje. Zo hard. Mama houdt ook wel van paarden en kan ook paardrijden, maar of ze ook zo hard kan rijden? Ik denk het wel, maar opa niet. Die kan dat niet. Zou ook een gek gezicht zijn een IJsbeer op de rug van een paard.
Een mevrouw kan heel goed hoelahoepen, dat is spelen met hoepels, die rond draaien om haar benen armen, lichaam van boven naar beneden en weer terug.
En er komt een clown, Robbie. Die wordt steeds geplaagd door een andere clown en dat vind ik zielig. Opa niet, die moet daar hard om lachen. Nou opa moet maar eens met een krant op zijn hoofd worden geslagen of een stuk elastiek tegen zijn bips krijgen. Dan lacht-ie niet meer.
De vrouw van de hoepels laat de duiven door de tent vliegen. Een van de duiven heeft vandaag niet veel zin en doet wat ze zelf wil. ,,Misschien is ze wel verwend’’, zegt opa. Zelf denk ik dat die duif niet goed uitgeslapen is en daarom een been chagrijnig is. Dieren zijn immers net als mensen.
Daarna komen er nog veel meer dieren, geiten, ganzen, pony’s, honden. Een mijnheer kan heel goed gooien met ballen, wel vier ballen tegelijk gooit hij omhoog. En vangen kan hij ook heel goed, want hij laat er geen een vallen. Als hij niet meer in het circus wil werken kan hij altijd nog keeper worden bij het Nederlands elftal zegt opa. Nou ik vind dat hij dan maar naar Ajax moet gaan.
O ja, er is ook nog een pauze. Veel mensen gaan naar buiten, drinken iets terwijl de piste wordt opgebouwd voor een nieuwe show met dieren. Grote mensen gaan ook roken. Nou dat vind ik vies. ,,Dat moeten jullie gewoon niet meer doen. Het is ook niet gezond.’’ Opa is al jaren geleden gestopt met roken en die moet soms nog steeds hoesten, een rokershoestje.
Na de pauze komen er veel spannende dingen. Eng vind ik het dat een meneer met messen gaat gooien naar een mevrouw. Gelukkig kan hij niet zo heel goed gooien, want alles gaat mis en er hoeft geen dokter te komen om pleisters te plakken op die mevrouw. Een papa wordt gevraagd om te komen. Hij wordt vastgebonden en dan gaan ze ook op hem staan mikken. Nou, ik griezel er nog steeds een beetje van.
En dan is het afgelopen. De messenwerper spuwt nog een keer met vuur en dan gaat iedereen naar huis. Wij niet. Want ik mag nog een rondje op een pony rijden voordat opa mij naar mijn mama brengt.

Op weg naar huis zie ik nog een reiger staan. Een witte. ‘Dat is geen echte reiger’ vertel ik tegen opa. ,,Want een echte reiger heeft een gele snavel en deze heeft een zwarte.’’