9 mei 2010

Afsluiting

Deel 16
De vaste lezers weten het inmiddels. Na een serie verhalen volgt er steevast een afsluiting. En daar wil ik ook nu aan vasthouden. Berlijn wordt mijn/onze start van een serie stedentrips. In het verleden ben ik al eens in Parijs geweest, dus misschien had ik daar mee moeten openen, maar daar heb ik ten eerste geen beste ervaring aan en ten tweede (nog veel belangrijker) ik heb er nooit aantekeningen van gemaakt. Dus die kan ik ook niet laten lezen.
Het idee voor een reis naar Berlijn komt van Tineke. Ere wie ere toekomt. En ook het vervoermiddel is haar idee. Met de auto reizen is zeker ook een optie, maar ik ben niet in het bezit van een rijbewijs, dus voor mij wordt dat een stuk lastiger en ik ben dan van Tineke afhankelijk. Ook vliegen is een mogelijkheid en wie een beetje oplet op de prijzen hoeft niet te veel kwijt te zijn.
Hotel Bogota - ons verblijf - is ook al weer het idee van Tineke. Een hotel waar zij al eerder is geweest. Een bijzonder hotel. Dit hotel is in 1911 gebouwd als een woonhuis. Bekend is dat hier in de jaren twintig Oskar Skaller woonde, ondernemer, politicus en kunstverzamelaar. In zijn collectie had hij werk van impressionisten, van Vincent van Gogh, maar ook veel Perzisch keramiek. Het was wel een beetje een feestbeest en dat ging gepaard met muziek, waarbij onder andere een jonge Benny Goodman optrad.
Vanaf 1935 huurde de bekende modefotografe YVA de vierde en vijfde verdieping van het pand af en fotografeerde daar niet alleen, maar gaf ook les aan iemand als Helmut Newton. In de fotografiewereld geen onbekende. En dan druk ik me heel voorzichtig uit.
Op het dakterras experimenteerde YVA met kleurenfotografie. In 1942 maakten de nazi's een einde aan haar leven. In datzelfde jaar betrokken de nazi's Bogota en gebruikten dat voor de Reichskulturkammer. Na de oorlog ontdekten de Engelsen dat er veel niet vernietigde persoonsbewijzen in het gebouw waren achtergebleven, maar ook kunst werd er gevonden, zoals een zelfportret van Max Liebermann.
Het reizen in de stad is eigenlijk heel erg eenvoudig. Goed de aanwijzingen volgen. En bijna overal zijn er folders te verkrijgen met de (belangrijkste) stadslijnen daarop. Die staan overigens ook in de meeste boekjes over de stad vermeld. Het verkeer is er redelijk gedisciplineerd. Snel optrekken, ja het gebeurt. Maar door rood rijden of als voetganger ondanks het rode verkeerslicht oversteken, het gebeurt niet. Uitzonderingen heb je altijd, zoals Nederlandse toeristen die haast hebben.
Berlijn is eens stad met mooie musea, waarvan we er een aantal hebben bezocht. Mooie kerken en veel plekjes die aan de geschiedenis herinneren. De jongste geschiedenis is die van Die Wende. Het vallen van de muur.
In de stad zie je vooral vrolijke mensen. Veel toeristen en voor hen is er heel veel te zien. Behalve de musea valt er ook op het gebied van architectuur veel te ontdekken. En op heel veel plaatsen zijn er jonge mensen, die de wandelaars in het ootje nemen of gewoon vermaken. Een centje willen (bij)verdienen.
Op culinair gebied zie je eigenlijk net als in Nederland toch wel erg veel buitenlandse restaurants, waarbij de op Italië gerichte keuken de overhand heeft. En wie de tijd neemt om in de kleinere straatjes - achteraf - te gaan zoeken kan ook nog redelijk goedkoop eten. Duitsers zijn bier drinkers en dat kan ook in deze stad. Berliner Pilsner is de hofleverancier en Berliner Kindl is een gezoete mixeddrank met bier in frisse kleuren.
Natuurlijk kan ik hier niet alles vermelden en zijn we niet overal geweest. Daarvoor was de tijd ook te kort. Van de gebruikte informatie komt een deel van internet, soms zijn het folders geweest die mij op het juiste spoor hebben gezet, maar ook heb ik talloze boeken gebruikt, waarvan een deel in Duitsland is gekocht.
Daar komen ze:
- 100% Berlijn, uitgegeven door MO Media Breda
- Wat & Hoe Berlijn, Uitgegeven door Kosmos
- De compactgids Berlijn van Capitool
- Der Pergamonaltar, uitgegeven door Philipp von Zabern, Mainz
- Griechische und Römische Architektur, uitgegeven door Philipp von Zabern, Mainz
- Tuet auf die Pforten, uitgegeven Museumpädagogischer Dienst, Berlin
- Schloss Charlottenburg, uitgegeven Prestel
- Berlin - Neue architektur, uitgegeven Michael Imhof Verlag
In de hoop dat ik hiermee volledig geweest ben, sluit ik dit Berlijn-dossier af.
En ik nodig jullie uit of met ons mee te reizen tijdens ons volgende project: naar Pilion.

8 mei 2010

Terugreis

Deel 15 - 5 april 2010
De terugreis wordt ingezet. Aan de overkant van de Kurfürstendamm is een taxistandplaats en we laten ons door een taxi afzetten bij de Hauptbahnhof. Ik weet van ons reisje naar de Wannsee nu ook hoe we op het station de borden moet lezen. Onze trein vertrekt van Gleis (perron) 13, een geluksnummer.
Eerst wil ik nog wat eten. Er zijn diverse tentjes aaneengeschakeld, allemaal voor een snelle - vette - hap. Bij de Pizza Hut zijn nog tafeltjes vrij. Tineke laat mij de keus. Voor Tineke een pizza Magarita en ik neem een salamipunt.
Na het eten is er nog tijd over en daarom begeven we ons op ons gemak naar een hoger level en ontdekken op het perron hoe goed hier eigenlijk alles is geregeld. Allereerst reist (bijna) iedereen op gereserveerde plaatsen. Behalve de tijden staat op de borden op de perrons ook precies aangegeven waar 'jouw' rijtuig komt te staan. En dat geldt niet alleen voor de internationale treinen. Wij hebben rijtuig 22 en die zal ergens tussen C en D komen. En dat komt ook precies zo uit. Desondanks blijkt iedereen haast te hebben om aan boord te komen. Dat heeft te maken dat niet alle treinen voorzien zijn van voldoende bagageruimte.
Op de heenreis was er in ieder rijtuig nog wat bagaruimte aan begin en eind van het rijtuig. Nu met deze trein is dat niet het geval en onze groot uitgevallen tassen moeten boven de zitplaatsen worden opgeborgen. Met een beetje schuiven en passen lukt dat net en dan gaan we in sneltreinvaart naar Spandau, verder richting Hannover dat 241 kilometer verderop ligt. Iedere meter is zorgvuldig uitgemeten, Bielefeld en Hamm. Dortmund doen we aan, terwijl het langzaam donker is geworden en de aansluitingen met volgende treinen wordt doorgegeven in de trein. Bochum en Essen waar Willie 'der Ente' Lippens furore maakte bij Rot-Weiss en nota bene ook nog Oranje haalde.
Om 20.47 uur, precies op tijd, stopt de trein langs perron vier van Duisburg. Op de zitplaats heeft een folder gelegen, waarop ik al kon lezen dat de trein naar Amsterdam op perron twaalf zal staan. Wat een prachtig systeem, die Deutsche Bahnhof. Deutsche gründlichkeit.
Ook nu weer een goede aanduiding voor de plek waar ons rijtuig (26) stopt. Nog even wat drinken pakken en als de trein stopt, ontstaat er weer een run op de witte snelheidsduivel. Wij zijn te bescheiden en worden daarvoor afgestraft. Er is in het bagagerek geen plaats meer voor onze tassen, ook omdat mensen die niet hebben gereserveerd er hun tasen hebben gestald en er zelfs iemand die in een ander rijtuig hoort bij ons zijn koffer heeft achtergelaten. Dank je wel. Moet ik hier nu iets van zeggen? Mond houden en gewoon de tas in het gangpad achterlaten. Dat lijkt mij maar het beste.
Zo bij het schrijven van het een-na-laatste deel ga ik tog nog even iemand bedanken: Daniël. Niet alleen heeft hij mij wegwijs gemaakt in het omgaan met een laptop op reis. Ook is hij bereid om mij/ons op te halen, nadat wij via Oberhausen, Arnhem en Utrecht, in twee uur naar Amsterdam zijn gereden. Daar pikt hij ons op. Bij het Centraal Station, aan de achterkant bij de beroemde pont over het IJ. Aanvankelijk is het de bedoeling dat hij ons in Almere ophaalt, zodat wij niet met tassen hoeven te sjouwen. Maar het duurt nog wel even voor de trein die richting opgaat. Dus dit is een stuk sneller. Wij winnen er ruim een halfuur mee en in die tijd heeft Daniël zijn Berlijnmuts al op.

7 mei 2010

Opa IJsbeer

Deel 14 - 5 april 2010
De laatste dag van ons (snoep)reisje naar Berlijn. De tijd is omgevlogen.Een laatste keer ontbijten. Een (Paas)kippenei, foto's maken van onder andere de fototentoonstelling van de fotografe YVA, die ooit twee verdiepingen van het hotel afhuurde, verder tas pakken, afrekenen en de tas achterlaten in een bagagedepot van het hotel.
Daarna nog een keer op stap. Wandelend naar de dierentuin. Je kunt ook met de metro, maar moet dan overstappen en de kans dat je langer onderweg bent dan het stukje te wandelen is niet ondenkbaar.
Het is voor het eerst tijdens ons verblijf in Berlijn echt zwaar bewolkt en vlak voor ik bij de kassa ben, komen de eerste dikke regendruppels naar beneden. Aan het eerste dier dat ik zie in de Zoo - een pantserneushoorn - besteed ik mede daarom geen aandacht.
Nee de aandacht gaat uit naar het nijlpaardenhuis. Daar blijf ik lekker droog. Zo denken de meeste bezoekers erover, ook de mensen die met een plu door het ruim opgezette park lopen. Het enige nadeel: het is er snel benauwd.
De bui drijft gelukkig snel weer over en Tineke en ik zetten onze wandeling vervolgens buiten voort, langs steltlopers en beren. Mijn aandacht gaat vooral uit naar de ijsbeer, die van diverse kanten - de onderkant laten we zitten - op de foto wordt gezet. Daarna een vogelhuis in en aan de andere komen we bij Knut.
Knut? Dat is toch een ijsbeer? De beroemde ijsbeer. Ja en die is nu ook buiten. Drie witte vachten ijsberen heen en weer, komen samen en gaan weer uiteen. En uiteraard worden er nog meer foto's gemaakt.
In een van de rusttenten - Schuler's Gastzoonomie - las ik een pauze in, met thee en kwarktaart en een Schöfferhofer Kristallweizen, daarnaast een Oma's Mohrkuchen. We zijn net op tijd, want het wordt hierna steeds drukker in de Zoonomie en mensen moeten zelfs naar buiten voor een tafeltje omdat er binnen geen plaats meer is. Vanwege de eerdere regenbui zijn die buitenplaatsen nu minder in trek.
Zonder mij om de tijd te bekommeren wandel ik hierna verder, langs ibissen, lepelaars, zebra's, verschillende soorten kangoeroes en neem ook alle tijd voor de katachtigen. De panda geschonken door de Chinese overheid is aanvankelijk onvindbaar. Bao Bao ligt buiten opgerold in een hoekje en wordt door ons toch nog gespot. Leeuwen, olifanten, ze zijn er allemaal.
Voor ons wordt het helaas tijd om te vertrekken.Geen insecten of vissen. Geen idee of ze er zijn, er is in ieder geval wel een aquarium. Maar voor ik vertrek eerst nog de knuffelbeer voor Livia kopen; dappere meid. Maar ook een muts voor Raema zodat Tineke haar Berlijnse groeneverkeerslichtmannetjesmuts - mooi scrabblewoord - zelf weer kan dragen. Nou voor Daniël dan ook maar een muts en de rest verklappen we lekker niet. Onderweg in een supermarkt, de meeste winkels blijven op Tweede Paasdag dicht, een flesje doppelkorn voor thuis en een paar flesjes Duits bier, merken die je hier niet kunt krijgen.
In het hotel drinkt Tineke nog een kop thee en ontdekt Henk dat hij de afstandsbediening van de televisie in zijn tas heeft gestopt, samen met de aansluitingskabels van de laptop. Het apparaatje wordt bij de receptie afgegeven en daar zien ze de humor er wel van in. Zo kamer driehonderd van het Bogotahotel kan straks ook weer gewoon televisie kijken.

6 mei 2010

Bloempot

Deel 13 - 4 april 2010
Ook voor mij komt er een moment dat ik de ellenlange straat - Karl Marx Allee en Frankfurter Strasse achter me laat. Bij de Weichselstrasse sla ik rechtsaf en verandert het beeld van de wijk nog meer. Volgens een omschrijving van 'het boekje' kan het er soms rauw aan toegaan. Hoe rauw? Willen jullie dat echt weten? Wel eens een bloempot van driehoog op je hoofd gehad? Nou ik ook niet, maar veel scheelde het niet. Een metertje of zo. Gegooid, volgens mensen die achter ons liepen. 'Want er is geen aarde te zien.' Even later komen twee jongens lachend uit een gebouw zetten. Een van de knapen tikt heel nadrukkelijk op zijn hoofd. De dader? Misschien wel. Ik heb het niet gezien en kan hem dus ook niet als schuldige aanwijzen. Ik kan jullie wel zeggen, het is even schrikken en echt niet leuk.
Maar ja, ik zet de bloempot maar uit het hoofd en ga - heel toepasselijk voor een zondag - naar de Sonntagstrasse , waar diverse leuke barretjes zijn. In sommige café's worden complete paasbrunches verzorgd. Wij eten bij Tyros een broodje fafalel (Henk) en shoarma (Tineke) en drinken Kiwicitroen en een Beck's Zitron, dat laatste is een licht biertje met citroen. Even een heerlijke onderbreking van de wandeling.
Op de Boxhagener Platz wordt een markt gehouden, een markt in tweedehandsspullen en misschien is het zelfs wel derdehands of gewoon goed dat vanaf de straat is geplukt. Hier lopen twee mannen in bizarre legerkledij rond, die zelfs door de eigen bevolking meewarig worden nagekeken. Ja, de lieve Heer heeft nu eenmaal vreemde kostgangers op de wereld gezet.
Ik beginnen al weer bijna aan het laatste stuk van de wandeling. Over de Warschauer Strasse richting Station Warschauer Platz, tevens eindpunt of beginpunt, het is maar hoe je het wilt bekijken, van de U1. Maar eerst nog even genieten van de skylijn van de Stadtmitte. Even later word ik geattendeerd op een voormalig fabrieksgebouw, met een flinke scheut geschiedenis van de gloeilamp. Niet van Philips, maar van Osram. Ik ben immers niet in Eindhoven maar in Berlijn. En dan door naar de Spree, waar ik een bijzonder kunstwerk zie, gemaakt van drankhekken en winkelwagentjes. Op een steenworp afstand ligt de Oberbaumbrücke, een van de mooiste en misschien zelfs wel de mooiste brug van Berlijn. Tenminste van de buitenkant.
Deze brug verbindt de wijken Kreuzberg en Friedrichshain met elkaar. Oorspronkelijk lag er een houten brug, maar ook iets meer naar het westen. Ter hoogte van de stadsmuur, niet de muur, die Berlijn in tweeën hakte. In de Spree lag een houten barrière zodat er tol kon worden geïnd. De doorgang werd 's nachts met een dikke 'Boom' afgesloten. Na het verleggen van de stadsgrenzen werd er in 1723 een nieuwe brug neergelegd, op de huidige plaats. De huidige brug stamt uit 1896. Een van de torens heeft zelfs als watertoren dienst gedaan, je moet er maar op komen.
Tineke heeft ondertussen via sms-verkeer gelezen dat haar Ajax het weer eens bont heeft gemaakt en toch in de 94ste minuut nog heeft gewonnen van ADO Den Haag. Zeven minuten extra speeltijd, wie verzint nu zo iets. Niet alleen Naomi stuurt haar dat bericht, maar ook van Nel een berichtje, dat ze geen tijd had om de uitslagen door te geven. Dat zal wel niet voor mijn/onze/jullie Ajacied bedoeld zijn, maar voor haar Heraclied.
Goed ook dat maar snel vergeten en langs de Spree wandelen, onder de brug door. Hè jammer dat gaat niet. Nou dan maar de weg oversteken en naar de East Side Gallery, dat is een stuk van de Berlijnse muur, een lang stuk met een lengte van 1 kilometer en dat volledig van muurschilderingen is voorzien. Daar zitten bijzondere teksten tussen, maar ook prachtige beelden. We hebben niet alles op de foto gezet, maar zijn best bereid om jullie - als we thuis zijn - op verzoek wat van die foto's te laten zien.
Ik wandel terug naar het station en paken de metro. Niet helemaal naar de Uhlandstrasse, maar stap bij station Kurfürstendamm - niet verwarren met Kurfürstenstrasse - uit. Even shoppen in het Euopacenter, een luxe winkelcentrum. Omdat het zondag is zijn veel winkels gesloten. In Oost-Berlijn waren trouwens veel supermarkten wel gewoon open.
Op de Kurfürstendamm pakken we bij de Biersalon even een terrasje. De jas van Henk gaat uit. En ook Tineke heeft de smaak te pakken: een Schofferhofer weizen, een halve liter. Henk doet het rustiger aan met een glas van 0,4 liter: de Berliner Kindl Jubiläums Pilsner, maar wel weer een streepje aan de bierwand.
Na het aangenaam verpozen terug naar Bogota, maar eerst lopen we nog even de Fassanenstrasse in. Daar is in een gebouw de Jüdische Gemeinde gevestigd. De hekken zijn dicht. Het is zondag dus geen sabbath. 
We gaan eten bij een restaurant op de Kurfürstendamm, de naam me even ontschoten. Het alternatief is Paul Berlin, op de hoek van de Schlütterstrasse en de Kurfürstendamm. Daar gaan we eerst kijken en als de kaart ons niets lijkt lopen we door. Het eerste woord dat ik bij Paul lees, is truffel. Nee, dat is toch niet iets voor ons dus doorlopen. Mmmm, alle tafeltjes bezet weer doorlopen. Dan maar de Uhlandstrasse in. Het Schildpad? Nee, dat lijkt Tineke niets.
Dan maar bij Wiesenstein's Brätle. Ongedwongen en toch redelijk chique. Zeker de kaart. Tineke krijgt vooraf een salade waar ze geen raad mee weet. Moet ik dat nu al opeten of er mee wachten? Opeten! Is het advies van Henk.Het hoort bij de Ochsenfetse, dunne lapjes ossenfilet overgoten met een saus en afgedekt met gebakken aardappelschijfjes. Henk kiest voor de Weinsberger Fleischschotel - er zijn overigens voldoende schnitzel gerechten aanwezig - die wordt geserveerd met een zachte saus met champignons en een pasta met spinazie. Dat laatste is zeer machtig en een deel gaat terug. Tineke wil als toetje nog een crème brûlée. Henk houdt het bij zijn laatste slok Flensburger Dunkel.

5 mei 2010

Ambassade

Deel 12 - 4 april 2010
Het vaste ontbijtplekje is ingenomen door Duitsers, flauw hoor. Geen brötchen bij het ontbijt, wel paaseitjes; gevuld. En dagelijks wat vitamientjes. Er is vandaag ook een andere koffiezetter. Iets minder flauw. Ach, en voor de rest gaat het zo zijn gangetje op de vroege ochtend.
Ik maak vandaag de trip naar het voormalige Oost-Berlijn, in delen van het oosten ben ik (soms zelfs onbewust) al wel geweest, maar ditmaal is de gang naar de wijk Friedrichshain. Die reis kun je op verschillende manieren bereiken via de metro. Blijven zitten tot het eindpunt, bijvoorbeeld. Wij willen echter een wandeling uit het al tweemaal genoemde boekje maken en die start vlakbij metrostation Schillingstrasse. Dat betekent dus overstappen. Bij Wittenbergplatz op de U2 en bij Alexanderplatz op de U5.
Onderweg stelt ik voor om er bij de Klosterstrasse uit te gaan, dat is een halte voor de Alexanderplatz. Aan de Spree is namelijk het Nederlandse consulaat gevestigd, beveiligd uiteraard. Het is een gebouw ontworpen door Rem Koolhaas, geboren in 1944 in het gebombardeerde Rotterdam. Het gebouw is in 2002 opgeleverd en heeft aan de buitenkant veel glaswerk. Aan de kant van de Stralauerstrasse hangt een prachtig dundoek, waaruit blijkt dat Nederland - van jong tot oud - een multicultureel volk is geworden. Met hoofddoekjes en al.
We wandelen rustig de Kloosterstaat uit, waar een oud Rathaus staat en iets verderop bevindt zich de ruïne van de kloosterkerk, waarin enkele beelden staan opgesteld. De oorspronkelijke kerk gaat terug tot 1250, volgens een plakaat aan de muur. Die kerk heette de Feldsteinkirche.
In de noordelijke muur van de Franziskaner Kloster Kirche is nog een stuk van die oude kerk terug te vinden. Hier is jarenlang aan gebouwd en verbouwd, tot de eerste Berlijnse Dom en het klooster. Daarin was in 1571 de eerste Berlijnse drukkerij gevestigd en drie jaar later ook het gymnasium Zum grauen Kloster. Karl Friedrich Schinkel, Friedrich Ludwig Jahn en Otto von Bismarck, zijn enkele namen van mensen die dit gymnasium hebben bezocht. Op 3 april 1945 werd de kerk geraakt tijdens een bombardement. De ruïne is nu een gerestaureerd bouwval dat wordt gebruikt voor tentoonstellingen en concerten.
Bij de Alexanderplatz duik ik weer de metro in en start even later bij de Schillingerstrasse aan de wandeling door Friederichtshain. Die wandeling start op de KMA. Daar bedoel ik niet de militaire opleiding mee, maar de Karl Marx Allee. We zijn wel in het voormalige Oost-Duitsland hoor. Aanvankelijk heet deze laan de Grosse Frankfurter Strasse. In 1949 veranderen de Oost-Duitsers het in Stalinallee en in 1961 krijgt het zijn huidige naam.
Dit is duidelijk een straat waarmee de Deutsche Demokraten wilden laten zien hoe goed het daar wel was; een paleis voor arbeiders. Het is soms net alsof je in een spiegel kijkt. Zeker het eerste gedeelte. De gebouwen zien er rechts en links van de 2,5 kilometer lange weg hetzelfde uit. Ver over de helft ontstaan er wat veranderingen. Wie even de Allee verlaat komt terecht in een wijk met woonkazernes, die allemaal op elkaar lijken. Iedereen is immers gelijk.
Die gelijkheid is er echter slechts in naam. Anders kun je de opstand niet verklaren. Een opstand in 1953, die begint met een staking van Oost-Berlijnse bouwvakkers. De Stalinallee is het middelpunt van de protesten, die zich over het gehele land uitstrekken en door de Russen (met T-34 tanks) en de Volkspolizei op bloedige wijze wordt neergeslagen. Het officiële aantal doden is 55, maar niet geautoriseerde bronnen spreken (nog steeds) van ongeveer 500 mensen die zijn omgekomen. Na die opstand verlaten veel Oost-Duitsers de heilstaat. West-Berlijn vangt alleen al 300.000 vluchtelingen op.
Na de Frankfurter Tor verandert het beeld compleet van de Frankfurter Strasse, zoals dit deel van de ellenlange laan sinds 1961 heet. Hier merk je dat er veel minder is gedaan aan het onderhouden van gebouwen. Hier neemt de symmetrie een loopje met de mens. Wordt het ook een stuk drukker en razen de auto's achter elkaar aan. Van verkeerslicht naar rood stoplicht.

4 mei 2010

Tempelhof

Deel 11 - 3 april 2010
Het ritje naar Südstern duurt wel even. Wat mij opvalt is het grote verschil tussen deze lijn en vorige lijnen. Het is allemaal iets minder fraai. De metrocoupés, wel schoon overigens, maar toch... Gewoon iets minder allemaal; geen digitale aanwijzingen voor het volgende station. En dat wordt ook al niet omgeroepen, laat staan de vermelding of je aan de linker- of aan de rechterzijde moet uitstappen. Wilders zou het wel weten, die kiest alleen maar voor rechts, maar ja... Die is hier niet. Ik vraag me tegelijk ook af: Zou hij hier veel volgelingen vinden?
Laat ik maar niet afdwalen. En gewoon jullie meenemen naar de wijk Kreuzberg. Want in die wijk ligt het metrostation Südstern. In dit deel van de wijk wonen tegenwoordig veel salonsocialisten. De Südsternkirche, een ontwerp van architect Ernst August Roßteuscher, ziet er tegenwoordig trouwens niet uit. De officiële naam van de kerk is de Garnisonskirche, die op 8 mei 1897 in tegenwoordigheid van het keizerlijk paar wordt ingewijd. In de winter van 1944-45 wordt de kerk zwaar getroffen door bommen. Na de oorlog wordt de kerk deels nog gerenoveerd.
Ik neem de tijd voor het nuttigen van het brood, dat in het vorige deel is gekocht en begin daarna aan een wandeling uit het boekje 100% Berlijn.
Het hoeft niet maar een wandeling over de Bergmann-kerkhoven is een aparte belevenis, oud vervallen, veel familiegraven. Ik moet het de auteur geven, veel van die oude begraafplaatsen hebben iets bijzonders. Eigenlijk houd ik helemaal niet van begraafplaatsen, word er ook somber van. Maar fraai zijn ze wel. En dat geldt ook voor deze. Toch ook even oppassen, van de plek waar ik er ben ingegaan was geen uitgang naar het oosten en dat was eigenlijk wel de bedoeling van de wandeling, dus na een rondje lopen, vertrek ik weer via dezelfde in- uitgang.
Een deel van de Bergmannstrasse geldt als een uitgaansgebied. Ik ontdek niet wat hier de reden van is, of het moet het laatste gedeelte zijn, daar is het levendig. De cafés die ik eerder heb gezien, zien er toch allemaal wat sjofel uit. Maar dat kan een momentopname zijn, want er staat ook een deel in de steigers.
Aan het eind van de Bergmannstrasse staat een van de twee nog overgebleven (overdekte) Markthallen in Berlijn. Het gaat er hier heel vrolijk aan toe. Ik pak een terrasje op de hoek van de Bergmannstrasse en de Nostitzstrasse bij Lone Star Taqueria om de dorst te lessen met een heerlijk glas weizen.
Een helles hefeweizen van Schöfferhofer. Ein kleines und ein grosses. Eenmaal raden voor wie de grote is. De juffrouw zat er naast. Zo'n bier is happen en genieten en dan ook nog genieten van de omgeving, van de mensen die vrolijk zijn met dit mooie weer. En zelfs Tineke, normaal geen bierdrinker, erkent dat de Duitse weizen toch wel iets bijzonders is.
Maar we moeten verder, willen verder. Het Chamissoplatz en haar omgeving zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog gespaard gebleven en worden mede daarom vaak gebruikt tijdens filmopnamen uit perioden van voor en tijdens de oorlog. Waarom dat dit niet werd platgegooid? Omdat vlakbij het vliegveld Tempelhof lag en de geallieerden wilden dat vliegveld sparen, zodat ze er eventueel zelf later konden landen. Dat vliegveld kwam inderdaad goed van pas, tijdens de Koude Oorlog was dit zelfs enige tijd de enige mogelijkheid om de mensen in West-Berlijn te bevoorraden.
Vorig jaar werd het vliegveld gesloten. Tot verdriet van veel voormalige West-Berlijners. De rest van de Duitsers heeft dat niet of veel minder. Misschien moet er in een van de gebouwen toch nog een keer iets worden ingericht, wat doet denken aan die tijd. Een museum die aan de Koude Oorlog refereert is misschien hier wel op zijn plaats. Berlijn zit toch al vol met musea en één meer maakt ook niets uit.
We lopen er langs en ook langs een gebied waar een oude brouwerij nu dienst doet als woningen en winkeltjes. Navraag levert niet het gewenste resultaat op. Onbekend blijft nog even om welke brouwerij het gaat. 'Vermoedelijk de Schultheissbrauerei, maar het kan ook de Berliner Kindl zijn. In Berlin waren veel grote en kleine brouwerijen.' Dat is het antwoord dat ik krijg van een Duitser. De twee door hem genoemde brouwerijen zijn nog steeds de twee grote jongens van Berlijn, op bier gebied.
Iets verderop staat op een bord dat het om de Schultheissbrauerei ging. Dus dat weet ik ook weer, en jullie nu ook.
Het eind van de wandeling komt in zicht.
De route gaat het Viktoriapark in, naar de Kreuzberg. Vanaf de Kreuzberg heb je een mooi uitzicht naar diverse kanten. Nee, de start en landingsbanen van Tempelhof blijven voor mij verborgen. Zelfs vanaf de toren die er staat. Hier op de berg heeft een groep anarchisten in de nacht van donderdag op vrijdag een houten Jezus-figuur opgehangen aan een kruis. Niks bijzonders, zou je denken. Maar met het gezicht naar het kruis? Dat is toch wat anders. De brandweer is er bij gehaald om de Jezusfiguur naar beneden te halen. Iets waar diverse leden van de katholieke kerk trouwens de laatste tijd ook al aardig mee bezig is.
Naar beneden loop ik langs de waterval in het park, die zelfs ik hoor kletteren. De wandeling eindigt bij station Mehringdamm, daar pak ik de metro naar de Hallesches Tor en dan terug naar de Uhlandstrasse. Zo dat was het weer voor vandaag. Even bijkomen, tikken, foto's veilig stellen en een dutje voor ik ga eten.
Waar? In de Bleibtreustrasse, toch wel een mooie naam: Blijftrouwstraat. In voor- en tegenspoed. Ook als het even iets minder gaat: Blijf trouw. Zo dat is er weer uit en in het Eetcafé Bleibtreu, in de eerdergenoemde straat, hebben wij onze maaltijd genuttigd. Een gezellige omgeving, kleine tafeltjes en een vriendelijke vrolijke bediening. Oftewel een prima plekje voor ons om even wat te eten. Tineke heeft moeite met kiezen. Kiezen tussen lever of hanenborst. Het wordt het laatste gepaneerd met groente. Ja, wat moet je je daar nu weer bij voorstellen. Nou gewoon een schaaltje met salade naast je bord en een stuk hanenborst of kippenborst gepaneerd. En dat serveer je dan met patat. Willen jullie weten waarom Tineke eigenlijk niet zo gek is op schnitzel? Omdat het gepaneerd is. Dat is dus lachen! En Henk? Die geniet van een schnitzel gevuld met spinazie en kaas. Dubbelgevouwen, maar wel een schnitzel. Voor Tineke verder een glas doodgewoon zuiver water en Henk slikt een Memmering Pilsener weg. Ja die had-ie nog nooit gedronken. Weer eentje op het lijstje.

3 mei 2010

Het rode bandje

Deel 10 - 3 april 2010
Vandaag staat een bezoek aan Schloss Charlottenburg op het programma en als er nog tijd over is gaan we wandelen in de wijk Kreuzberg, wel toepasselijk in de Paastijd, maar misschien kom ik daar vanzelf nog op terug.
Het ontbijt is heerlijk rustig. De Belgische kinderen zijn weg, dus de rust is teruggekeerd. Of toch niet helemaal, de jeugdige gasten die nu in het hotel zitten kunnen er ook wat van. Echt vriendelijk kan ik de meeste gasten niet noemen. Een vrolijk goedemorgen kan er niet af. Zelfs niet uit beleefdheid. Of zouden ze geen Duits verstaan. Zelf vermoed ik toch enige lompheid. En ik wil hen (hiervandaan) op een spreuk van Robert Lembke wijzen: 'Wer zu spät ins Bett geht und früh heraus muss weiss, woher das Wort Morgengrauen kommt.'
Ik neem weer de metro van de Uhlandstrasse, stap bij station Kurfürstendamm over op de U9 en heb vervolgens ook nog maar net op tijd door dat we op station Berlinerstrasse staan en snel nog even uitstappen en hup, op de U7 richtting Rathaus Spandau. Een kind kan de was doen en zeker wij.
Ik stap bij Richard Wagner uit. Hier is een ondergrondse gang met ingelegde mozaïeksteentjes (uit de dertiende eeuw) afkomstig uit het vroegere hotel Bayernhof, aan de Potzdammerstrasse.
De route naar Slot Charlottenburg staat al aangegeven. Dit is ooit gebouwd als zomerpaleis voor Sophie Charlotte von Brandenburg, de tweede vrouw van keurvorst Friedrich III. Het oorspronkelijke slot staat bekend als het kleine slot Lietzenburg en kreeg pas na haar dood de naam Charlottenburg.
Verantwoordelijke bouwer is in 1696 Johann Arnold Nering, die zich liet inspireren door Nederlandse paleizen en zomerhuizen. In 1701 wordt het door Eosander von Göthe - voor het eerst - uitgebouwd. Tussen 1707 en 1712 komen de Orangerie en de koepel erbij. En ook daarna wordt het paleis nog regelmatig uitgebreid en uitgebouwd. Tegenwoordig is het nog steeds - na restauratie - een bezoek waard. Het is bovendien het grootste Berlijnse slot.
De speciaal ingerichte tentoonstelling mag ik niet bekijken. Je kunt hier diverse kaartjes kopen. Zoals een dagkaart waardoor je ook andere paleizen en tentoonstellingen in en rond Berlijn kunt bezoeken, maar deze speciale tentoonstelling niet. Daarvoor moet je een ander kaartje aanschaffen.
Als ik al lang en breed door het paleis wandel, word ik er door een allervriendelijkste dame op geattendeerd dat fotograferen niet mag, tenzij je een rood bandje om hebt. Ja, ik probeer heel slinks met mijn perskaart nog iets voor elkaar te krijgen, maar het helpt niet. Ze is onverrbiddelijk. En Tineke loopt terug om de bandjes (drie euro per stuk) te halen. Haar bandje had ze netjes om de riem van haar fototoestel gehangen. Op de terugweg probeert een Heer van Onverstand haar nog te bewegen het bandje om haar pols te doen. Nou als blikken konden doden lag er weer een Duitser in een mausoleum. Tineke loopt ongehoorzaam en onverstoorbaar verder. Spreekt geen woord Duits, verstaat het nauwelijks en houdt zich oost-indisch Duits, uhhh doof.
Goed dat paleis van Charlotte is zoals al gezegd uiteraard gerestaureerd en gereconstrueerd. Veel goud en zilverwerk, en talloze schilderijen, waaronder een prachtige voorstelling van paraderende soldaten voor de Neue Wache. We wandelen door en langs slaapkamers, schrijfkamers en grotere en kleinere zalen.
De cursus cultuurgeschiedenis van Tineke komt in sommige gevallen van pas.
Zelfs in meubels ziet ze barok, renaissance of oude Griekse stijlen terug. Smullen dus. En alles wordt netjes op temperatuur gehouden. In iedere kamer en zaal staat een klein apparaatje die de luchtvochtigheid en de temperatuur registreert en dat wordt om de twee weken uitgelezen.
Ik doe na de rondwandeling door het slotnog een tweede poging om de Sondernausstellung binnen te glippen, maar dat lukt me niet. De perskaart laat ik maar in mijn portemonnee. Nee, beter naar de garderobe waar een dame met een gezich als een oorwurm ons onze jassen en tassen teruggeeft.
We wandelen om het slot heen naar het park, dat veel weg heeft van de tuinen van Versailles, er zijn in Berlijn diverse gebouwen die qua architectuur verwantschap hebben met Franse panden, zo staat er in Berlijn bijvoorbeeld een kleinere uitvoering van de Eiffeltoren. Niet in dit park staat die toren. Wel staan er een aantal andere gebouwen, zoals het Neue Pavillon. Gesloten vanwege een verbouwing. Of Belvedere waar een porceleintentoonstelling is ingericht.
Friedrich Wilhelm II zocht daar vaak zijn toevlucht. Of dat met een maitresse was, vertelt het verhaal niet. Bovendien lag het op oogafstand van het slot, dus ver zoeken hoefden ze niet om hem te vinden. Hoewel als je alle kamers en zalen van het paleis door bent geweest, ben je natuurlijk wel een stief uurtje verder. En even met een gsm bellen ging in die tijd nog niet. Dit Belvedere stamt uit 1788 en is gebouwd aan de hand van tekeningen van Carl Gotthart Langhans. Er is nu een grote porseleintentoonstelling ingericht.
In het park ook nog een mausoleum, dat in 1810 is gebouwd naar de hand van Schinkel, weten jullie nog wel die architect waarover we hebben verteld tijdens ons bezoek aan Tineke's rode kerkje. Hier liggen slechts zes personen begraven. Bij de kist of tombe van Louise liggen bloemen, neergelegd op haar sterfdag. Dat doen ze trouwens niet voor de twee vorsten, die er hun laatste rustplaats hebben. Die vorsten zijn Friedrich Wilhelm III en het keizerpaar Wilhelm I en Augusta.
Ik vind het genoeg. Genoeg Charlotte en vorstelijke families. Genoeg geschiedenisles ook. Ik loop rustig terug en krijg tijdens de terugwandeling naar het metrostation een folder in de hand gedrukt. Niets vermeldenswaardigs voor jullie. Toch wil ik het jullie wel even niet onthouden..Bij Queen am Schloss (Otto-Suhr Allee 145) kun je schweineschnitzel met aardappelen en salade eten. Daar vind ik het nog geen tijd voor. Omdat ik wel trek begin te krijgen kopen en Tineke ook wel iets lust kopen we op het station van Wagner een baguette - in de metro eten is verboden - en nemen de U7 zuid-oostwaarts naar Sudstern.