7 april 2013


Zo tussen brug en brug

 

Yari’s dagboek

6-7 april 2013

Terwijl mama Raema werkt en papa DaniĆ«l kinderen laat vliegen, word ik gestald bij Mamoe en vooral Opa IJsbeer. En als die zijn dag heeft, nou dan…

Nou zaterdag heeft hij zijn dag niet. Hij wil per se naar Almere Stad. Op zoek naar boekjes over de Cycladen en nog  liever over Andros en Tinos, waar hij binnenkort met Mamoe naar toe wil. Dat lukt dus mooi niet, dat boek. Dat had ik hem eigenlijk vooraf ook wel willen vertellen. Maar zoals zo vaak, luistert hij niet. Of zou hij mij toch nog niet begrijpen?
 
Opa IJsbeer wil ook nog even op zoek naar een goede tuitbeker voor mij, omdat die andere zo lekt. En dus gaan we samen met de bus. Lijn 5. Hij moet betalen, omdat hij zo graag naar Stad wil en ik ga gratis mee. Wel in de wandelwagen, want mijn kleine beentjes worden anders te moe.

Ik zal het kort houden, want anders worden jullie moe. We vinden Almere Stad. Of beter gezegd, de chauffeur weet de weg bijna blindelings te vinden. We stappen bij het ziekenhuis uit. Dat is de plek, dat ziekenhuis dus, waar ik zo’n veertien maanden geleden ben geboren. Daarna gaan we naar de boekhandel. De reisboeken hebben een andere plek gekregen in de winkel en wat Opa IJsbeer zoekt, is er niet.
 
Toch gaat hij niet met lege handen weg. Eigenlijk ook wel, want hij gebruikt mijn wandelwagen als mandje. Daarna naar de Hema, waar volgens mama een goede tuitbeker te koop is. We gaan met de lift en nog een keer met de lift. Er zijn wel tuitbekers, maar Opa IJsbeer is daar niet tevreden over. Dan maar naar V&D, daar vind hij wel wat en voor mij een lappen IJsbeertje. Gelukkig`, nu mogen we naar huis, naar de IJsberenstate waar ze bij de deur de tong naar je uitsteken.

Voor het eten brengt Opa IJsbeer nog even een bundeltje naar Meester Meindert en tante Lia, geen echte tante, maar toch…

Na het eten ga ik slapen en dan komt zondag. De dag dat ik weer naar huis mag. Maar eerst nog ontbijten en drinken en wandelen en nog eens eten en nog een keer eten. Daar word je toch moe van. Zeker als Opa IJsbeer besluit om van de eerste mooie aprildag te genieten. Nou vannacht was het wel mooi tien graden onder nul, in Brabant. Maar goed ik heb niks te vertellen en moet mee.

Het zonnetje schijnt wel lekker, dus misschien heeft die oude brombeer ook wel een beetje gelijk om er samen met mij op uit te trekken. Maar daar weet ik niet zo veel meer van, want voor we onder de brug van de Buitenhoutsedreef door zijn dommel ik weg en als we er overheen zijn slaap ik. Als een roosje.

En dus eindigt het verhaal hier. Of hoort het te eindigen. Gelukkig fluistert Opa IJsbeer mij een stukje van het verhaal in. We lopen langs de dreef en gaan via het paardentunneltje naar de Lage Vaart. Daar blijven we even staan en na nog wat zonnegroetjes gaan we langs het water nu onder het viaduct van de Buitenhoutsedreef door. En als we daarna weer terug zijn over het water word ik weer wakker. Nou jou wakker, ik doe mijn ogen open.

Als we terug zijn heeft Mamoe al buiten gegeten, struiken geplant en gaat daarna weg naar wzawzdb. Daar gaat papa ook heen. Opa IJsbeer maakt nog een boterham voor me en geeft me heel veel drinken. Via de tuitbeker, die toch niet lek blijkt te zijn. Zijn we gisteren toch voor niks naar Stad geweest.

O ja, ik heb ook nog een cadeautje voor Mamoe gemaakt, van haar bijlage van het Parool. Ik heb die iets kleiner gemaakt, zodat ze die makkelijker kan lezen.