12 september 2019

Daeley bakt ze bruiner met Oma Tineke


Maandag 9 september 2019

 Vandaag krijg ik kookles van Oma Tineke. Het is de laatste keer dat ik in ‘De Python’ ben om op te passen op Opa IJsbeer. Want binnenkort ga ik naar de grote school. Of die man zich dan alleen kan redden? Ik hoop het, wat denken jullie. Zal ik in mijn vakanties nog maar eens naar hem toe gaan, zodat hij geen gekke dingen gaat doen?

Als mijn papa mij ’s morgens brengt ligt het speelkleed al klaar. Oma is nog even bezig met haar iPad, terwijl ik een deel van de autootjes naast opa op de bank drop. Zo is die man ook weer even zoet.
Zelf ga ik met Duplo aan de slag, bouw daar vliegtuigen van en ook een dinosaurus. Hoewel mijn broer Yari dat veel beter kan, maar ja die is ook een stuk ouder en is er niet vandaag. Dus moet ik dat zelf doen.

Oma wil vandaag gaan bakken. De meeste spulletjes heeft zij al in huis, maar er moeten nog wel wat appels komen. Die ga ik kopen voor haar en dan neem ik Opa IJsbeer meteen even mee, komt die ijsbeer tenminste ook nog even van zijn bank af. Als we terug zijn van de buurtsuper ren ik vooruit en wijs zo de weg aan opa. Anders loopt hij nog verkeerd ook. Oma heeft al wat spulletjes klaargezet in schaaltjes.
En dan kunnen we beginnen. Alles goed door elkaar roeren. Lekker hoor, althans zo ziet het er wel uit.
Even proeven. Hmmmm. ‘Oma ik denk dat het wel in orde is, maar ik weet het nog niet zeker, dus neem ik nog maar een extra likje.’ Als ik mijn derde likje wil nemen, heeft zij mij door. Oké, oké ze zijn voor de cup cakes en de vormpjes daarvoor heeft Oma Tineke al klaar gezet.

Dat vullen is nog een heel precies werkje. Ook omdat er wat aardbeien doorheen gaan. Maar dan is alles klaar en kan ik beginnen met afruimen en schoonmaken. Dat moet wel heel snel worden gedaan want de cup cakes staan al in de oven en voordat ze goed zijn moet de kom wel schoon zijn. En mijn toet? Die komt later wel.

Oma haalt ze uit de oven. Ik vind dat zij dat hoort te doen. Daar ben ik nog net iets te klein voor. Stel je voor dat mijn armpjes tegen het rooster aankomen. Nee liever niet. ‘Nou oma ze zien er goed uit. Nu nog even afwerken en dan gaan we proeven.’ En inderdaad smaken ze ook goed.

We hebben er genoeg, dus brengen we er ook een naar de buurjongen, Melvin, en een voor zijn vader en moeder. Alleen de buurman is thuis en die zal zorgen dat Melvin er een krijgt.

Het bakken zit er nog niet op want waar heb ik anders die appels voor gehaald samen met Opa IJsbeer. Opa gaat een paar appels schillen en snipperen, terwijl ik samen met Oma Tineke het beslag voor nog een taart ga maken. Een appeltaart. En dat gaat bijna net zo snel als met de cup cakes.
Uiteraard moet er weer worden voor geproefd en schoongemaakt. Er is echter voldoende voor de taart, zodat niemand daar iets van merkt.

Van al dat werken, bouwen en spelen ben ik wel moe geworden. Terwijl de taart in de oven staat mag ik naast oma filmpjes kijken op de iPad.

En dan is het eindelijk zo ver. De taart kan uit de oven, even afkoelen voor de taart wordt aangesneden. In twee stukjes; één voor mij en één voor oma. Opa krijgt niet, ook geen cup cake. Die is toch al veel te zwaar en wil niet snoepen.

Of de appeltaart smaakt? Wat denken jullie zelf. Die heb ik samen met Oma Tineke gemaakt. Dus… Ja inderdaad; ze gaan allemaal mee naar de Stripheldenbuurt.


Opa IJsbeer


6 september 2019

Daeley sluit Opa’s Oppasdagen af

Vrijdag 6 september 2019

 Maandag ben ik nog een keer bij Oma Tineke en Opa IJsbeer, maar daarna zijn de vaste oppasdagen afgelopen, omdat ik eindelijk ook naar de grote school mag. En vandaag komt er een einde aan Opa’s Oppasdagen (op vrijdag). Als allerjongste van de vier kleinkinderen mag ik dat afsluiten. Na ruim twaalf jaar, waarvan ik er bijna vier jaar gebruik van heb gemaakt. Dat betekent niet dat wij niet langer op opa oppassen en er geen verhalen meer komen. Daar blijven wij jullie vast nog wel mee bestoken.

Voor vandaag heb ik een rondje Artis in petto voor die ijsbeer. Gewoon omdat het kan en ook mag. Meestal gaan we op maandag en ik moet zeggen: ‘Op vrijdag is het een stuk rustiger’. Natuurlijk zijn er nog genoeg kinderen en ook mama’s en papa’s, maar bijna geen opa’s en oma’s. Wel hoor ik veel vreemde woorden, andere talen. Daeley, dat is goed voor de centjes van ons land zegt opa, want die mensen, die toeristen, geven veel uit en dan kunnen er veel papa’s en mama’s geld aan verdienen.

Maar goed wij gaan dus naar Artis. Dat betekent eerst een stukje met de bus en dan met de trein en ook nog met de tram. En in de trein mag ik voorin zitten waar normaal de machinist zit. De vriendelijke conducteur neemt mij daar naartoe en ik mag zelfs op de stoel van de bestuurder zitten.
En dan doet opa weer dom. Hij stapt uit in Muiderpoort en denkt dat daar de tram naar Artis ook komt. Nou mooi niet. Daar ben ik dus mooi klaar mee, want nu moet ik met die kleine beentjes het hele stuk naar de dierentuin wandelen. We steken een park door met mooie beelden en een speeltuintje waar ik even mag spelen, maar dat is niet zo leuk als in de grote speeltuin van Artis. Gelukkig komt er toch een einde aan die wandeling en kunnen we de dieren gaan bekijken. Wel lopend hoor.

Eerst wil ik naar de vissen, maar dat betekent wel dat we eerst langs heel veel andere dieren komen. Zoals de apen en laten die nu net heel veel vers fruit gekregen hebben. Nou dan weet je het wel, dan is het een drukte van belang bij de apenrots. Eentje heeft een sappige sinaasappel te pakken en als je goed kijkt dan loopt zelfs bij mij het sap langs de kin en bij Opa IJsbeer in zijn baard.

We zien ook een mooie aalscholver. Die is komen aanvliegen en hoopt ook nog op een visje hier en daar. Bij ons zie je de aalscholvers ook vaak. Dan vliegen ze met een grote groep over de Vaart en duiken in het water om even later een stuk verder met een vis boven te komen.

Weet je wat we ook hebben gezien? De zwartstaartprairiehond. Die heeft een dunne zwarte staart, maar is niet eens een echte hond maar een eekhoorn. Niet zo’n beest dat in de bomen leeft. Deze woont op de grond. Eentje houdt er altijd de wacht en waarschuwt de anderen als er gevaar is. En weet je wat zo leuk is als ze elkaar groeten dan geven ze elkaar kusjes met hun snoeten en tanden.

Net zoals de mensen.

In de dierentuin hebben ze niet alleen dieren, maar ook planten en kruiden. Een meneer is bezig in de tuin en knipt een deel van de kruiden af. Die zijn bestemd voor de dieren zegt hij. Oma Tineke heeft ook kruiden in haar tuin en knipt die ook af en doet ze dan door het eten.

Naar de vissen kijken is vooral naar de haaien gaan. Ik heb ze nu al zo vaak gezien en toch blijven ze iedere keer weer trekken. Ze trekken voorbij aan de ramen en ik ben echt niet het enige kind dat naar hen staat te staren.

Echt eng vind ik de haaien ook niet meer. Volgens mij kun je ze best aaien zonder dat ze je iets doen. Dat durf ik bij de giraffemeerval absoluut niet. Die trekt zo’n raar bekkie naar mij. Volgens mij denkt hij dat ik een lekker hapje ben voor hem. Nou mooi niet. En gelukkig zit er dik glas tussen ons.

De pinguïns zijn een beetje van slag af. In plaats van water staat er een kruiwagen in hun waterbaan. Die is van een meneer die aan het vegen is en alles weer netjes schoon maakt, zodat de pinguïns binnenkort weer lekker kunnen roetsjen.

Hè dat is nou jammer. Op weg naar de zeeleeuwen komen wij bij de gorilla’s en die zitten niet in hun buitenverblijf, maar zijn naar binnen. En Opa IJsbeer heeft zich er nog wel zo op verheugd dat hij de jonge gorilla weer even gedag kan zeggen. Ik maak hem daarom maar blij en speel even voor babygorilla.

Een van de oppassers is bezig met een jonge zeeleeuw. Die krijgt een visje en gaat trap op en trap af, duikt in het water van het grote bad, terwijl de andere zeeleeuwen allemaal in het kleine badje zijn.

De zwarte zwaan is van zijn eieren af. Dat vind ik nou zielig. Opa IJsbeer wil jij er niet op gaan zitten om ze warm te houden. Want anders komen er straks geen jonge zwanen. Opa denkt dat hij te zwaar is voor de eieren en daarom gaan we maar verder.

Naar de speeltuin, waar ik heel vaak van de grote glijbaan af mag. Opa vindt dat goed omdat er vandaag niet zoveel kindjes aan het spelen zijn en het daarom ook niet zo gevaarlijk voor mij is om helemaal naar boven te klimmen via de touwtrappen.

Giraffen zijn best slimme dieren wisten jullie dat. Ze hebben een heel lange nek, zodat ze ook de malse blaadjes hoog in de boom kunnen eten. Maar hoe doen ze dat dan met drinken? Want ze hebben wel sterke maar ook stramme benen. Nou heel gewoon. Die spreiden ze zover dat ze met hun kop bij het water kunnen. Slim hoor.

Nadat ik mezelf heb gemeten ga ik bij de vale gieren kijken. Die zien er heel eng uit, maar zijn dat niet. Ja, ze hebben scherpe klauwen en snavels maar doen ons niets. Ze eten namelijk geen levende dieren en daarom kan er ook rustig een pauw in de kooi rond lopen. Een van de gieren ligt een beetje tegen het gaas aan. Dat vind ik wel zielig. Ik denk dat hij moe is en daarom ga ik maar een tijdje bij hem zitten en vertel hem een Opa IJsbeerverhaal.

Ik kan nog van alles vertellen over de olifanten. Hun binnen verblijf wordt verbouwd. En over de krokodillen en de groene leguaan, maar ik begin toch echt wel moe te worden. O ja, nog een ding dan; er vliegt een reiger het hok van de leeuwinnen in. Een van de leeuwinnen ziet dat, komt overeind en sluipt naar voren. De afstand is nog te groot dus blijft ze nog even wachten. De durfal bedenkt zich op tijd, vliegt weg en wordt dus geen hapje voor de leeuwinnen.

In het hok van de krokodillen val ik bijna in slaap zo warm is het. De kolonistenagames klimmen zomaar over de kielschildhagedis heen om te kunnen eten. Nou dat hoef ik thuis niet te proberen bij mijn broer. Die gooit me dan echt wel op de grond.

Bij de uitgang worden we uitgewuifd door een groot aantal dieren. Deze mooie dag zit er weer op. Geen regen, veel zon en lekker veel gezien. En Opa IJsbeer die glimlacht en is ook tevreden.



Opa IJsbeer