30 december 2018

Hoe Yari Opa IJsbeer aan het werk zet


Donderdag 27 en vrijdag 28 december 2018

 Aan mij de eer om het jaar af te sluiten. Natuurlijk ben ik mij ervan bewust dat er nog enkele dagen komen, maar dit is de laatste dag van het jaar dat een van zijn kleinkinderen Opa IJsbeer bezighoudt. En gelukkig krijg ik een beetje hulp van oma Tineke, zoals zij het liefst wordt genoemd, want echt waar, die man is zo vermoeiend.

Hoe vermoeiend? Nou dat begint meteen al goed, want als mijn mama mij brengt ligt die man nog op een oor. Luid gapend komt het ochtendmens even later naar beneden, maar dan is hij ook wel meteen zeer actief. Eerlijk is eerlijk; meteen de vaatwasser leeg maken, nog voor hij koffie drinkt. De was doen, badkamer schoonmaken, boodschappen doen. Ik mag kiezen wat ik wil eten: pizza. Nou dat gaat mooi niet door. Maar tagliatelle met een witte saus. Lekker.

Terwijl Opa IJsbeer zichzelf bezighoudt, bekommer ik mij om mijn oma. Die moet zo hard werken dus heeft ze wel recht op wat ontspanning. En wat is er leuker dan een ouderwets spelletje kwartetten. Inderdaad ouderwets, want dino’s kun je toch moeilijk modern noemen. Dat zijn toch echt beesten uit de oudheid. Ik ken de meeste plaatjes wel, maar lezen is toch nog een stapje verder. Zeg maar dat ik daar nog een beetje aan moet werken, veel oefenen. Dat doe ik door gewoon nog een spelletje te spelen. En kijk eens hoe oma opleeft.

Ze maakt zelfs wentelteefjes voor mij en gaat ’s middags nog even het dorp, komt terug met nog drie kwartetspellen, over sport en landen en wilde dieren. En ja jullie raden het al: ik neem mijn oude opa op sleeptouw en zorgt dat hij meedoet als we sporten en met wilde beesten spelen.

En dan komt het Lego op tafel. Oma blijft maar aanslepen. Poppetjes en steentjes. Sommige steentjes zijn bijna net zo oud als de dinosaurussen, zijn nog van Opa IJsbeer geweest, hij heeft daarmee gespeeld. Die steentjes passen ook niet meer zo goed op elkaar. En een schuin dak daarmee maken gaat niet goed, daarvoor wijken de steentjes te veel af, zijn te krom. Maar het is het proberen waard. En ik zet opa gewoon aan het werk om het te proberen.

Ook moet hij de poppetjes in elkaar zetten, armpjes eraan, handjes eraan, hoedjes en helmpjes op. En als hij er dan weer een af heeft dan kan ik er oorlog mee voeren vanuit mijn zelf ontworpen kasteel. Zeg nou ‘schellevis’ is dat kasteel mooi of mooi.. Nou.

Als alle opties om ze te maken op zijn, liggen er nog enkele afgerukte armpjes op tafel. Dat heb je nu eenmaal bij een oorlog. En iemand een beentje mist, nou die moet maar in een rolstoel rijden. Net zoals mijn andere opa.

Eigenlijk heb ik mijn opa wel een beetje afgebeuld en zeg tegen hem dat hij aan het einde van de middag maar een dutje moet gaan doen. En het is dat oma hem wakker heeft gemaakt omdat het eten klaar is, want anders dan sliep die man nu nog. Na het eten help ik hem maar met de vaat: afdrogen. Hij maakt de pannen nat en ik droog ze af, want anders zet hij ze zo in het pannenkastje.

Om acht uur brengt Opa IJsbeer nog even naar bed en leest voor uit eigen werk. Ik kan daar geen genoeg van krijgen. Hij mag dat de hele nacht wel doen. Maar ja, dat gaat niet, ik moet ook slapen.

Vanmorgen ben ik al aan het spelen als opa wakker wordt en ik zet hem meteen weer aan het werk. Lekker een toverbroodje maken. Daar lust ik wel pap van. Daarna speel ik nog een tijdje op de iPad en met het lego.

Aan het eind van de ochtend stuur ik hem naar de kapper, kan oma zich ook nog even over mij ontfermen. Nou daar weet ze wel raad mee en neemt me mee naar het zwembad waar ik lekker kan zwemmen en glijden. Ook krijg ik nog een kroket van haar, voor opa verschijnt en mij naar mijn papa en broertje brengt.

6 december 2018

De boerderij van JeZus


Donderdag 6 december 2018

 Zo in de laatste maand van het jaar komen de verhalen los, over liefde en warmte. Dicht tegen elkaar aan zitten of liggen om de kilte van de nacht – voor sommigen ook overdag – te verdringen. En vaak levert dat iets bijzonders op. Zeker op de boerderij van JeZus.

Die boerderij bestaat al eeuwen. Al sinds het begin van onze jaartelling. Maar nog nooit heeft die boerderij een eigen naam gekregen. Lange tijd is het een stal genoemd, maar met de komst van de Tiny Houses wordt het eindelijk voor vol aangezien. En dat mag ook wel, want er is flink vertimmerd door Jozef. Niet alleen aan zijn boerderij, maar hij heeft vandaag ook razendsnel twee wiegjes gemaakt.



Inderdaad twee, want Maria is bevallen van een tweeling: een jongen en een meisje, Je en Zus. En ook nog eens vrij onverwacht, want ze is nog niet uitgerekend. Dus uitgerekend op de dag dat Sint Nikolaas zijn naamdag viert is het feest.


Maar ik keer even terug naar de bevalling. Terwijl Maria in het stro ligt te zweten en vergaat van de pijn, brult Jozef er buiten op los. Hij heeft in de haast op zijn duim geslagen. Van heinde en ver komen de buren aandraven, allemaal geschrokken door zijn geschreeuw. Zelfs de schapen kijken verschrikt op. En als dan ook nog het gejammer van Maria overgaat in het eerste kindergezang, ja dan is het feest in de boerderij van JeZus.


De vroedvrouw ligt in aanbidding voor dit wonder. Want de kinderen zijn beiden gezond en een bijzonder leven ligt voor hen. Dat is meteen duidelijk. Je gaat straks reizen en heeft nu al het aureool van een heilige en Zus? Ach dat is een meisje en zijn evenbeeld en kan dus bijna overal zijn plaats innemen. Zolang ze jong is.

Heel stiekem kijk ik even in de toekomst.
Je vertrekt en over hem heeft niemand het meer. Als Zus wat ouder wordt, kan ze rekenen op een grote schare vrijers. Want zo mooi… Een mooi en sterk baken in de maatschappij. Zij geeft de boerderij niet alleen kleur, ze is roodharig, maar er straalt ook een onverzettelijkheid uit. Alle boerenknechten willen haar veroveren, maar ook de vissers komen van heinde en ver, zelfs uit Huizen op hun botter, aangevaren.


Ze hebben echter allemaal pech, want Zus wil geen man, maar voelt zich veilig en geborgen in de armen van een vrouw.



Opa IJsbeer



PS
Met dank aan kleinzoon Yari voor de titel. En dank aan mijn lief voor de inspiratie.




25 november 2018

Dat is dan jammer


Zaterdag 24 november 2018

 Ik kom vandaag even inbreken, niet zoals een inbreker hoor, maar gewoon; ik zet mijn Opa IJsbeer even aan de kant en eis de hoofdrol voor mezelf op. Want die man heeft hier helemaal niets mee te maken. En dat het zijn blog is, nou dat is dan jammer. Het is bovendien zijn eigen schuld, moet hij mij maar geen prinses noemen. Dan gedraag ik mij ook zo.

Vandaag ben ik met mijn papa, mama, broer en mijn vier grootouders in het zwembad van Almere Buiten. Als ik zoiets zeg, dan weten jullie natuurlijk hoe laat het is. Kwart voor drie. En dan mag ik afzwemmen. Terwijl ik eigenlijk al heel lang goed kan zwemmen. Daar weten ze in Italië ook alles van. Als ik op vakantie ben dan zwem ik als een vis. Nee, niet als een ijsbeer, die doet het op zijn hondjes.

Waarom ik nog niet eerder mijn diploma heb gehaald? Omdat ik daar geen zin in heb. Waarom nu wel? Omdat oma Tineke in de kerstvakantie met mijn broer en grote neef wil gaan zwemmen. En ik mag niet mee, omdat ik mijn diploma nog niet heb. Dus… Ik geef het ruiterlijk toe, heb heel lang liggen klieren in het zwembad, waardoor de zwemjuffen en de zwemmeester denken dat ik er niets van bak.

Nou bakken doe ik wel met oma van de bootjes en niet in het zwembad, dus misschien hebben ze ook wel een beetje gelijk. Maar de laatste weken heb ik extra mijn best gedaan. Heel lang denken de zwemleraren dat ik nog niet goed genoeg ben voor proefzwemmen, maar op het laatste moment word ik nog toegevoegd aan de lijst. Wat heb ik mijn best gedaan vorige week. En het gaat goed, zo goed, dat er vandaag ook nog eens afgezwommen kan worden.

Alleen? Nee, met heel veel andere kinderen. Ook een paar grotere kinderen. We zitten allemaal op een rijtje en mama’s, papa’s, oma’s, opa’s, broertjes en zusjes zitten allemaal langs de kant van het bad om te kijken hoe goed ik het wel kan. Nou ja, de anderen ook. Maar dit is mijn verhaal, dus voor hen is het jammer.

De eerste opdracht is met kleren aan in het bad springen, watertrappen en een baantje op de borst en terug op de rug zwemmen. Wat denken ze nu, dat ik naakt ga zwemmen? Ik heb altijd zwemkleren aan. O, moet ik nu ook waterschoentjes, een T-shirt en een korte broek aan? Nou oké dan maar.

En als we klaar zijn naar mama om mijn natte spullen uit te trekken. Opa IJsbeer wil een dikke knuffel, dan maak ik hem lekker nat. En daarna opa en oma van de bootjes, mijn broer, oma Tineke en vervolgens mijn ouders. Allemaal een stevige knuffel, zodat ze allemaal bijna net zo nat zijn als ik.

Hierna gaan we verder met de rest van het afzwemprogramma. Meester Wim legt alles precies uit. ‘Wie snapt het niet’, vraagt hij. ‘Dat is dan jammer’, antwoordt hij zichzelf. En een tweede keer zegt hij het mooi niet.

Ik moet door een poortje duiken. Nou mijn oma Tineke heeft mij geleerd hoe ik dat het beste kan doen, dus dat kan ik heel goed. Daarna moeten we enkele baantjes zwemmen. En als ik dan vergeet om onder de lijn door te gaan, krijg ik dat van een juf te horen. Dus, ga ik weer terug en begin vanaf het muurtje weer opnieuw. Ik wil het wel goed doen hoor.

Nou zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Want er volgen hierna nog diverse opdrachten. Allemaal vanaf de lange zijde waarbij we de ene keer moeten drijven, een andere keer een crawl moeten doen. En ook nog watertrappen. En dan eindelijk zijn we klaar.

Meester Wim vindt dat wij allemaal onze best gedaan hebben en vraagt of er iemand is die vindt dat een van ons geen diploma verdient. Ik voel het gewoon. Ik ben geslaagd. Maar ik voel nog iets. Opa IJsbeer wil zijn hand opsteken. Dus kijk ik hem een keer heel strak aan, zoals een echte prinses kan; durf het eens. Je hebt zelf helemaal geen zwemdiploma want voor ijsberen zijn er geen zwemdiploma’s. Nou inderdaad, hij durft niet meer.

En dan krijg ik een diploma en een medaille. Ben geslaagd en mag dus in de kerstvakantie met oma, Gianny en Yari mee zwemmen. En Opa IJsbeer, die mag niet mee, want hij heeft geen diploma. Nee, dat is niet jammer.

In de kantine krijg ik nog wat te drinken en enkele cadeautjes. Of ik die heb verdiend? Eigenlijk niet, want ik heb er wel heel lang over gedaan. Maar daar heeft niemand het meer over. Dus, inderdaad dat is jammer. En maandag is er weer zwemles. Voor mijn B-diploma. Hoe lang ik daarover doe? Dat willen jullie natuurlijk graag weten, maar ik vertel dat niet. Mag toch best een geheimpje voor mezelf houden?



PS De duikfoto is van Opa Herman (van de bootjes).


27 oktober 2018

Opa IJsbeer geniet van jeugdvoetbal


Zaterdag 27 oktober 2018

 Nee papa, we hebben niets tegen Gianny gezegd, dus hij kan het ook niet erg vinden als je niet komt kijken. En dan hoeft hij of een van de andere kleinkinderen ook geen verhaaltje voor je te schrijven. Daar zijn er deze maand al genoeg van verschenen.

Het zal je maar gezegd worden door je eigen dochter. En zij is de aanstichtster van al die verhaaltjes, want zij moest mij zo nodig Papa IJsbeer noemen. En zwanger worden waardoor ik nu Opa IJsbeer ben. En nu mag ik niet eens komen kijken naar een thuiswedstrijd van mijn oudste kleinzoon. Niet zomaar een wedstrijd, nee een echte derby. Ook nog eens de wedstrijd tussen de nummers één en twee, twee teams met evenveel punten. Het doelsaldo is in het voordeel van Waterwijk, zodat het team van kleinzoon Gianny op de tweede plaats staat.

Ik weet nu al dat Waterwijk er alles aan zal doen om bovenaan te blijven. Ze hebben ook wat goed te maken, want voor de beker heeft een zeer fel FC Almere hun leeftijdgenoten uit Stad op sportpark Rie Mastenbroek met 0-6 geklopt. En dat komt hard aan.

Genoeg redenen om op tijd op te staan en naar Almere Haven te verkassen. Gelukkig heb ik eerder deze week de badkamer al schoongemaakt, zodat ik met een gerust hart kan scooteren. Als ik Buiten uitrijd word ik vergezeld door een waterig zonnetje, dat zich genesteld heeft aan de andere kant van de A6.

Zelf tuf ik nog iets verder via Pon, misschien ooit eens vragen om shirtsponsor te worden, naar de tuibrug en de woonboten langs de Lange Wetering. In de verte blinkt ons kasteel, dat nooit afgebouwd wordt, geen trouwlocatie wordt en het themapark WitchWorld is helaas ook afgeblazen. De wind heeft vrij spel en blaast bladeren door de kieren.

Op Sportpark De Marken zitten de jongetjes nog lekker warm binnen. In de gang staan enkele moeders de kansen van hun kroost te bespreken. Mijn schoonzoon en kleindochter arriveren. En zij, Fayèn, laat het IJsberen-hart weer even sneller slaan. Tjeerd legt nog een keer uit wat hij van zijn ‘Bende’ verwacht: vlammen.

Dat laatste valt een beetje tegen, in het begin. Een spetter van Waterwijk belandt boven het hoofd van doelman Dylan op de lat. De Almeerse keeper maakt bovendien enkele schuivers onschadelijk. Gastspeler Yannick moet een voormalig teamgenootje in bedwang houden en als hij er toch een keer langs glipt dan zet Gianny wel een sliding in om alle gevaar te ontzenuwen.

Almere heeft duidelijk moeite met de gasten. Wessel buffelt op het middenveld, met Chigelny naast zich. Nu maar hopen dat ik zijn naam goed heb geschreven. Die Chigelny dus, zorgt met een prachtig schot in de kruising voor de ommekeer: 1-0. Bij Waterwijk dringt het besef door dat deze drie punten niet zomaar meegaan naar Stad. En Almere begrijpt dat er hard gewerkt moet worden voor de goals.

De club in het groen krijgt nu kansen en enkele Waterwijkertjes krijgen een waas voor ogen. Gianny gilt het uit als hij geraakt wordt. Nee geen knecht maar hij is een Baas en staat weer op. Met een flink ei op zijn wreef. Dat zie ik pas na afloop.

De eerste helft is de thuisploeg goed doorgekomen en als de buitenspelval, de grensrechter van Waterwijk vlagt tevergeefs, niet goed dichtklapt kan Rayen er 2-0 van maken uit een pass van Gianny. De vreugde bij Almere is groot. Luca jaagt op zijn goal, Ocean pingelt en ja Almere is nu sterker. Xavje mikt de bal op de lat. Met latjetrap is het dus gelijk.

Tjeerd stuurt zijn jongens en laat Gianny en Yannick van plaats wisselen als de gevaarlijke rechtsbuiten van de bezoekers, hij overwoog in de zomer nog over te stappen naar Sportpark De Marken, in de spits gaat spelen. Waterwijk drinkt nog wel aan, maar het is tevergeefs. Almere weet niet van wijken en als Chigelny, de partijdige grensrechter van Waterwijk is vervangen en de tweede assistent steekt zijn vlag niet omhoog, de keeper uitspeelt en de bal tussen de palen prikt, is de wedstrijd gespeeld.

Een heerlijke pot. Als Opa IJsbeer ben ik niet helemaal onpartijdig. En namen, van Waterwijk ken ik niet en van Almere? Ja daar blijf ik moeite mee hebben. Dus als jouw naam hier niet voor komt, dan wil dat niet zeggen dat jij niet hard hebt gewerkt. Jij en jij dus dubbel gefeliciteerd.



PS Ik vergeet scheidsrechter Tanis. Jouw vader heb ik nog zien voetballen en hij mag trots zijn op zijn zoon, want hier staat een onpartijdige leidsman.

PS 2 De pretfoto van de ijsberin is gemaakt door Martin Baas

24 oktober 2018

Yari en Opa IJsbeer in het drukke Artis


Dinsdag 23 oktober 2018

 Artistiek?
Ik zoek je.
Een bezoeking?
Nee een bezoekje aan…
Artis!


Ik geef het toe, deze woorden zijn niet van mij, maar van Opa IJsbeer. Zelf heb ik iets anders in gedachten. Maar ik gun hem de lol. Gisteren heb ik nog met mijn oma en met mijn grote neef Gianny gezwommen, maar vandaag moet ik mijn oude opa een beetje in toom houden. Ik fungeer dus als een soort oppasser.

Anders gaat hij gekke dingen doen. Hij wil mij bijvoorbeeld meenemen naar een museum, dat ook geschikt is voor kinderen. Oké het Vestingmuseum in Naarden is leuk en daar heb ik veel plezier gehad met hem, maar daar wil ik toch niet iedere keer heen.

En het bezoekje aan de Oostvaardersplassen is ook niet verkeerd. Dat verandert voortdurend en een klein beetje gluren naar de dieren… Maar dat kan ik ook op andere plaatsen.

Zoals in Utrecht waar ik heb gegriezeld bij de dinosaurussen. Daar wil ik wel weer heen, maar oma zegt dat die er niet meer zijn. Die dinosaurussen bedoelt zij.

Dus dan toch maar weer naar Artis, daar ben ik al een hele tijd niet geweest. Dat is goed Yari, zegt mijn opa, dan gaan we daar vandaag heen. En wat wil je daar dan allemaal zien? Nou dat is voor mij geen punt: de tapirs en de vissen, krokodillen, leeuwen. En, nou ja, heel veel dus. Maar ik kan niet alles aan jullie laten zien en ik ga ook niet alles verklappen. Nu vragen jullie je misschien af, waarom begint Yari nou met tapirs? Dat zal ik vertellen. Opa IJsbeer en ik zitten soms op de fiets en dan fietsen we door de Faunabuurt en door de Tapirstraat. Ook als ik naar de bushalte wandel, kom ik door die straat. En Opa IJsbeer heeft mij wat over de tapirs vertelt, dus daarom.

Maar voor we daar zijn komen we eerst langs apen en pelikanen. Die zijn in de zomer verhuisd. In juni is er nog een pelikaan ontsnapt uit Artis. Want de roze pelikanen, kunnen niet alleen heel mooi drijven, maar ook vliegen. Om te voorkomen dat ze uit Artis wegvliegen, worden ze gekortwiekt. En deze pelikaan heeft voordat de oppassers dat kunnen doen de vleugels genomen. Bij die pelikanen zitten ook aalscholvers, die zie je bij ons ook in de buurt. En die mogen wel vrij rondvliegen. Maar ze komen graag bij Artis, omdat ze hier een lekker visje kunnen vangen.

Bij de tapirs, met hun gekke kleine slurfjes, ga ik op zoek de babytapir. We lopen helemaal rond en zien wel lama’s en andere dieren. En twee luie Zuid-Amerikaanse tapirs, die alleen hun kop op willen tillen. Maar een kindje zien we niet. Aan een Artis-meneer vragen wij of de jonge tapir binnen zit. Volgens hem moet hij wel buiten zijn. Wij lopen tweemaal rond de pampa en zoeken en zoeken. Maar nee hoor, ook onder de brug niet. Er is geen jonge tapir te vinden.

Dan maar naar de vissen. We komen langs de jaguars, die heen en weer ijsberen en bij de stokstaartjes die rondrennen. Eentje houdt de wacht en kijkt rond of er geen gevaar is. Nou mijn Opa IJsbeer is zeker niet gevaarlijk, dus even later doet de wachter ook vrolijk mee aan het tikkertje spelen.

De dinosaurussen in Artis leven niet meer, dus daar hoef ik niet naar te kijken. En tegen de eieren schop ik natuurlijk niet. Want anders breekt de schaal misschien wel en komt er een gevaarlijke dino uit. Nou maar vlug naar het aquarium, waar de vissen in grote bakken rond zwemmen. Uiteraard wil ik de haaien zien, maar ook een Nemo-vis en een Dory-vis, die in het echt heel anders heten. Maar ga dat zelf maar bij Artis vragen.

V
ia de rumoerige zeeleeuwen komen we bij het vlinderhuis. Buiten druppelt het zachtjes en binnen druppelt het ook, maar niet van de regen, maar omdat het hier zo warm is. Daar houden de vlinders van. Ook vandaag zie ik weer veel grote, blauwe Morpho-vlinders vliegen. Als ze van het fruit eten, dan hebben ze hun vlinders meestal opgevouwen en hebben een totaal andere kleur. Een vlinder die de vleugels uitgespreid heeft op een blad is heel bijzonder.

De overgang van de vlinder naar de gorilla is voor sommige mensen misschien groot, maar voor mij niet. Want een vlinder is teer en dat is een baby ook. Vraag maar aan moeder gorilla, die geen enkele jonge gorilla in haar buurt veelt. Een moeilijk woord hè, velen. Maar wel mooi, want dat past wel bij dit onderwerp. Velen hebben naar de moeder gekeken, zo veel dat ik opa even kwijt ben. Hij staat grinnikend bij een ander raam en heeft alles in de gaten.

Nou als hij spelletjes wil spelen, dan kan dat. Maar eerst even eten. En dan klimmen en glijden en klimmen en weer glijden of beter toch maar naar beneden klimmen en weer omhoog. En opa die ziet mij niet meer en maakt zich ongerust, omdat er ook enkele heel kleine kinderen zijn en anderen die ruzie zoeken. Hij vindt het een beetje te druk worden en zegt dat we verder moeten. Langzaam op weg naar huis.

Via de olifanten, die alles onthouden dus kun je ze beter niet plagen, komen we bij de leeuwen. De jonge leeuwinnen liggen tegen het huis aan waar de jonge leeuw achter glas ligt. En hij wil het liefst naar zijn nieuwe vriendinnen toe. Maar moet nog even wachten.

De krokodillen liggen vandaag niet bij elkaar. De schildpadden zijn druk in de weer en de mensen verdringen elkaar daar allemaal. Alleen de kinderen krijgen voorrang. Dan kun je beter in het voormalige apen- en vogelhuis kijken. Daar lopen en vliegen veel dieren los. En sommige zijn neppers, om mensen zoals mijn Opa IJsbeer voor de gek te houden.

Genoeg verteld voor vandaag. Op de terugweg naar het station gaat vlak voordat de tram wil passeren een brug open. Dat is best een leuk gezicht. En al die fietsers die zich dan naar voren dringen en meteen wegsprinten terwijl de bomen nog omhoog gaan… En de gevolgen voor ons? Nou wij missen onze trein. Niet dat zoiets veel uitmaakt, want er gaan meer treinen naar Almere en mijn mama is toch nog aan het werk.