12 juni 2009

Kamikaze

Donderdag 14 mei 2009
Weer rond zeven uur wakker. Tegen achten naar de bakker voor een klein wit en een rond bruin. Het is de dagelijkse gang over de weg, langs het gemeentehuis waar de mensen al weer vroeg naar binnen schieten en dan door de hoofdstraat. Na de bakker loop ik naar het plaatselijk herdenkingsmonument en via een smal straatje richting het oude Kardamíli.Naar de trappen en omhoog naar Várdia. Eenmaal boven, ga ik het ontbijt maken en Tineke wekken. Ze is op dat moment meestal al wel wakker en houdt zich slapende. Een enkele keer verras ik haar echter.
Na het ontbijt ga ik naar onze hostess voor het bespreken van de excursies. We moeten op die dagen vroeg op en dus wat regelen voor het ontbijt. Tineke besluit behalve de al door ons aangegeven excursies ook nog mee te willen doen aan een groepswandeling, zaterdag door de Viróskloof. Eind van de middag lezen we dat die tocht, bij gebrek aan belangstelling, niet doorgaat. Het geld dat ze heeft betaald, komt wel een keer terug. Tenzij ze nog aan een andere verzorgde wandeling meedoet. Natuurlijk.
Na het bezoek aan Marjolein ga ik de vaat doen. De autoverhuurder belt ondertussen en vraagt waar wij blijven. Haast, haast, haast. Dat ben ik niet gewend ik Griekenland. Meestal is het siegá, siegá. Ja toegegeven, Grieken achter het stuur hebben altijd haast.
Zelf vergeet ik mijn zwemschoentjes te pakken. De strandmatjes heb ik evenmin bij me en aan water pakken kom ik niet toe. In de haast. En dan de trap af. De ruim honderdvijftig treden, die ik al een keer omhoog ben gelopen.
Bij het verhuurbedrijf My Car stelt Tineke voor om de hele periode van tien dagen voor ons de Astra te reserveren. Dat is prima, kost wel vijftig euro meer. De auto heeft al wel enkele kleine deukjes, maar die worden keurig op een formulier vermeld en zullen ons bij inleveren niet worden aangerekend.De grijsmetalic auto is vol getankt en wij moeten hem dus straks ook weer vol afleveren. De wagen rijdt prima. Nee, er is echt niets mis met Kamikaze driemaal Raema (KMK 5427).
De eerste dag staat in het teken van uitproberen. Naar Stoúpa, een kleine rit. Langs de boulevard waar vrachtwagens de boel hebben vastgezet. Achter ons ontstaat een kleine file. Maar niemand heeft haast. Geen ongeduldig getoeter.We parkeren zelf net voorbij de boulevard en lopen terug naar een pinautomaat. En ook hier gaat niet alles naar wens. Het volledige bedrag wil de automaat niet uitkeren. ‘Is er soms iets misgegaan met de interne overboeking?’
We maken ons niet echt druk en wandelen over een fietspad naar het zuiden langs de baai van Selínitas naar Agios Nikolaos. Als je dit pad eenmaal hebt gevonden, dan kan er echt niets mis meer gaan. Dan kom je vanzelf op je eindbestemming.O ja, niet schrikken van de verkeersborden. Aan beide zijden van het pad staan wilde bloemen. Een hagedis blijft loom zitten.Een fietser heeft pech. Op tweederde van de afstand is Maniatiko een rustpunt. Bijzonder handig voor onervaren mensen die geen water hebben meegenomen. Want de zon kan aardig branden en dan is een slokje water onontbeerlijk. Wij nemen daar voor het eerst een glas frappé. Het wordt ook tijd. Pas op de vierde vakantiedag een glas ijskoffie, dat is not done. Het is een schande.
Als we bij Maniatiko onder de luifel zitten duikt er ineens een straaljager op. Niets bijzonders eigenlijk, want die dingen vliegen hier af en aan. In formaties van twee of drie. De jager scheert over het water. Hoe hoog/laag zit-ie? Twintig, dertig meter? Hij is nog niet weg of nummer twee laat zich zien en horen. Een ietsepietsie hoger. Je hebt nu eenmaal baas boven baas. In dit geval baas onder baas.
Het keerpunt van onze wandeltocht is een schattig vissersdorpje. Uiteraard heeft ieder dorpje aan de kust wel een vissersbootje liggen, maar hier wordt (’s morgens) ook in vis gehandeld. Rond het haventje wemelt het van taveernes. De weg langs de haven is ’s zomers voor autoverkeer gesloten. Maar nu kan en mag iedereen er vrolijk rijden.De naam Agios Nikolaos bestaat nog niet zo gek lang. Heel lang heette het hier Selínitsa, een Slavische naam.
Voor de terugweg kopen we water, twee appels en nog wat frisdrank. Mijn lemonFanta klok ik in een keer weg. Tineke neemt op de terugweg alle tijd voor het maken van foto’s. De zon staat gunstig. ‘Dat heb ik op de heenweg al gezien.’ Ik kuier rustig door. Niet erg. Zij loopt toch sneller en haalt me wel weer in. In Stoúpa vind ik de auto bijna blindelings terug.
In Kardamíli doen we grote inkopen en trekken ons daarna terug in Room 23.
Lezen, schrijven. Het zijn vaste waarden tijdens vakantie.En ’s avonds weer naar Kíki voor een maaltijd. Tineke kiest voor de spaghetti bolognese. Ik neem de lamb in olijfolie en met oregano en groene bonen. Als toetje bestellen we sameli, een stuk cake op een dun laagje honing en afgedekt met een wit bolletje ijs. Van de dochter van de eigenaar, die als serveerster optreedt, horen dat er op de bergspits die Tineke heeft gefotografeerd inderdaad sneeuw en ijs ligt. Het is de één-na-hoogste berg van Griekenland. Ruim 2400 meter, in het Taýgetosgebergte, de Prof. Ilias.Sneeuw in Griekenland. Het komt voor. Terwijl de middagtemperaturen aan de kust tot boven de dertig graden stijgen, is het in de bergen nog flink koud. Toch zal het niet zo heel lang meer duren, voor de sneeuw helemaal weg is.

Geen opmerkingen: