14 oktober 2008

Turks

Maandag 8 september 2008
De batterij van de wekker is leeg. Tineke stelt haar GSM in als wekker voor morgen. Ook die van mij, zodat we in ieder geval op tijd wakker zijn vanwege de excursie die we dinsdag gaan maken. We moeten dan vroeg op. Nou ja vroeg, om negen uur moeten we bij de hoofdweg staan. Dus dat valt eigenlijk ook wel weer mee.
De eerste gang is echter toch weer het loopje naar de bakker. Ook vandaag. En de bakker weet het al. Een olyki plus nog een klein wit.Na het ontbijt de boel afruimen, de vaat doen en nog even naar Madelijn, praten over de huwelijksvoltrekking. Wij zijn overigens ook gezien en gehoord door andere gasten bij onze trip omhoog naar Dimokastro.
Vandaag willen we ons ooievaartje halen; bij Margaríti.
In het voorjaar zijn hier heel veel ooievaars te vinden. De meeste nesten zijn nu echter opgeruimd.De grote kerk in het dorp wordt gerestaureerd. Het dak is er zelfs af. De heiligdommen staan afgedekt onder zeildoek buiten. De ikonostase staat nog binnen de kerkmuren.
De pappas komt een kijkje nemen. Oh wee, oh wee. Hij weet het niet meer. Zo’n ontzielde kerk geeft hem een bijzonder verdrietig gevoel. Als dit allemaal nog maar goed komt.
Maar Margaríti zal ook dit wel weer te boven komen, zoals het ook de ramp van 1944 te boven is gekomen. Terugtrekkende Duitsers branden het dorp toen volledig plat. Op het dorpsplein staat nog een gedenkteken.De huidige toerist kijkt daar naar en ziet niets. Ziet niet wat zoiets bij de bevolking heeft aangericht. De Grieken zijn echter niet haatdragend en zijn later massaal naar Duitsland verhuisd om geld te verdienen. Ook uit Margaríti. En met het zuurverdiende geld is menigeen teruggekomen en een eigen zaak begonnen.
De minaret, die boven het dorp uittorent herinnert aan de Turkse tijd. In Épiros zijn er maar weinig bewaard gebleven. Ook in de provinciehoofdstad zijn nog herinneringen aan de tijd van de Moslimoverheersing te herkennen.
Bij onze rondgang door het dorp ontdekken we een kinderopvang. De scholen zijn nog niet begonnen en niet overal zijn opa en oma er voor de kinderopvang. De kleintjes zitten binnen en het opgeschoten grut is samen geklonterd op straat bezig met een balspel. Bij gebrek aan een basketbalring worden de gebogen armen voor het lichaam gehouden. En dan van afstand maar raakschieten.
Iets verderop wordt Tineke aangesproken door een man als zij door een openstaand poortje kijkt. Hier wordt een woning gerestaureerd en ingericht als Turks huis.Uit het verleden, met de kleden op de grond, een gat in een hoek fungeert als toilet, veel foto’s aan de muur. Hier moeten we rond kijken. Trots wordt gewezen op een oud weefgetouw. Of eigenlijk alleen maar wat balken, die straks samen weer een weefgetouw gaan vormen, als alle onderdelen compleet zijn.In het souterrain kunnen wij niet rechtop staan. Dat geldt uiteraard niet alleen voor ons. In het midden staat een eenzame stoel. We bedanken de man die ons een rondleiding heeft gegeven. En trots is op wat er al tot stand is gebracht.
We hebben veel ervaring met het uitzoeken van het verkeerde terras, een gesloten terras. Daar slagen we ook in Margaríti in. Naast ons ligt een terras dat wel open is. Is er iemand die ons een goede raad kan verschaffen. Hoe we in een keer de juiste keuze kunnen maken.Ach, laat ook maar. Het is eigenlijk ook best leuk. Het hoort gewoon bij ons. De frappé is bijna van voor de euro prijzen. Nee, niet dat we zoveel betalen, want er gaan heel wat drachmes in een euro. Nee, de ijskoffie – gemixt met ijs en suiker – krijgen we hier bijna voor niets, en nog een show toe. De prijs voor twee glazen water en twee frappé twee euro, samen. Tegenwoordig moet je al blij zijn als je voor dat bedrag een frappe krijgt.
En de show? Die wordt opgevoerd door de kleinzoon van de eigenaresse, samen met zijn vriendje. Hun spel met autootjes en later een bal wordt wilder en wilder. En eindigt ermee dat het vriendje naar huis moet. Hij wordt uitbundig uitgezwaaid en zwaait net zo uitbundig terug.
De kleinzoon moet blijven. Zijn teennagels moeten worden geknipt. Een angstig karwei, waarbij ieder moment behalve de tenen ook de nagels lijken te verdwijnen. Als je het jochie gelooft. Pas als oma het knippen aan opa overlaat, verdwijnt de gespannen gelaatsuitdrukking op zijn gezicht.
We verlaten Margaríti en hebben nog geen ooievaar ontdekt. Aan de overkant van de hoofdweg ligt een laagvlakte, agrarisch terrein dat eindigt in wetlands. Maar ook in de gehuchten Katavóthra en Elefthério duiken zie niet op. De zoveelste Griekse mythe? Of is de kinderboom hier voorbij? We zien wel enkele huismussen en een kraai. Krachtiger kan de symboliek bijna niet zijn.
Ook bij Ammoudiá is een prachtig watergebied waar vogels huizen. Daar mondt de rivier Achéron uit in de Ionische Zee. Rond de baai staan talloze campers opgesteld langs het smalle strand waar Odysseus aan land ging toen hij op zijn terugreis naar Ithaka een omweg maakte in opdracht van Circe, de wonderschone tovenares van het eiland Aía: ‘Edele zoon van Laërtes, vindingrijke Odysseus, blijf niet tegen ze zin in mijn huis! Maar eerst moet je een andere reis nog volbrengen en de woning bezoeken van Hades en de gevreesde Persephone, om de schim te raadplegen van de Thebaan Teiresias, de blinde profeet, wiens verstand ongeschokt bleef.’ Odysseus vroeg Circe vervolgens wie hem de weg zou wijzen. ‘Nog nooit is iemand met zijn zwart schip naar de Hades gevaren.’
Circe antwoordde: Odysseus maak je geen zorgen over een gids om je schip te geleiden. Richt de mast op en spreid de witte zeilen en zet je neer in je schip. De adem van de noordenwind zal het voortdrijven. Wanneer je de Okeanos bent overgestoken, kom je bij een smalle kuststrook en het heilige woud van Persephone, hoge populieren en slechts kort dragende wilgen. Leg daar je schip voor anker aan de diepe koken van Okeanos en ga zelf op weg naar het dompige huis van de Hades. Bij de rots waar de Pyriphlegethon en de Kokytos, een zijarm van de Styx, zich verenigen, stromen deze beide rivieren met donderend geweld in de Acheron.’
Hoe het afloopt? Sla er de Odyssee van Homerus op na. Dit stuk is te vinden in hoofdstuk 10.
Misschien dat uit angst voor het nabijgelegen dodenrijk het toerisme in Ammoudía nog niet tot volle waasdom is gekomen. Bij zo’n strand en baai verwacht je echt veel meer dan een paar appartementencomplexen en een groepje taveernes. De bezoekers komen nu vooral met – zoals al gezegd – campers, die her en der onder bomen, en langs de arm van Acheron staan geparkeerd.Tineke plaatst haar Ibiza ook onder de bomen en we besluiten bij O Thomas een hapje te gaan eten. Echt schoon ziet het er niet uit. Maar goed aan een choriatiki kan je niet veel verknallen.
We zoeken het strand Ioannaki maar weer eens op. Na het zwemmen ga ik – boven op het terras in de schaduw – nog een tijdje lezen.’s Avonds eten we bij Birds of Paradise. Vooraf tzatziki en gebakken courgette en gemista (gevulde tomaat en gevulde paprika) zonder patat voor Tineke. Het varkensvlees overgoten met een heerlijke saus met champignons is voor mij. Nee, ik ben geen Bourgondiër, zie er misschien wel zo uit. Ik ben gewoon een lekkerbek.

Geen opmerkingen: