5 oktober 2008

Pas

Zaterdag 30 augustus 2008
Gewoontegetrouw moeten we een paar minuten wachten op de taxi. Ditmaal komt-ie echter aanrijden op het moment dat we bij de hoek van de Giraffeweg en de Pythonstraat zijn. De chauffeur woont ook in de Faunabuurt en ze is nog even naar huis geweest. Het wordt een vlotte maar geen rustige reis. De Almeerse praat er lustig op los en is bijna de hele reis aan het woord.
Op Schiphol moeten we een flink eind lopen voor we bij de balie van Transavia zijn. Te vroeg uitgestapt. Voor de balie staat een forse rij, die zich op het laatste moment in drieën splitst. We belanden in de middelste rij. Een veilig idee toch? De gulden middenweg kiezen. Na enig geschuifel staan we voor de balie. Ik zet mijn tas op de band en denk al aan de kop koffie die bijna traditioneel in het inwendige van Schiphol door mij wordt genuttigd. Tineke levert de reisbenodigdheden in. De baliedame tuurt naar mijn paspoort en vertelt dat mijn pas op de 23ste is verlopen en dat ik zo niet mee kan. Tineke kan me op dat moment wel schieten.Ik moet maar wat met de marechaussee gaan regelen voor in kan worden ingecheckt.
En wat doen we met Tineke? Nou die gaat door met inchecken. Zeg ik. Ik op een holletje naar de marechaussee en ik laat mijn tas even bij Tineke achter, die zelf incheckt. Bij de marechausseepost is de boel dicht. Aanbellen. Na enige tijd, geratel. Een rolluik gaat omhoog. Een vrouwenhoofd verschijnt. Ja, ze wil me wel helpen. Maar heeft wel mijn reispapieren nodig. En die heeft Tineke. Zonder die papieren bestaat er geen geldige reden om mij aan een noodpas te helpen. Ze tuurt ondertussen naar mijn pas. En blijft turen. Jawel ik lijk toch echt wel op de foto, zeg ik. Ze mag me best geloven op mijn blauwe ogen, die ik niet heb. Humorloos! ‘Het is een zwartwitfoto mijnheer.’ En verder vertelt ze dat de computer een back-up aan het draaien is en dat ze pas om vier uur bij het benodigde programma kan. Hoe laat ik vlieg? Tien over vijf? Dat zal krap worden. Met drie flinke knippen wordt mijn overjarige pas ontdaan van iedere geldigheid.
Ik snel terug naar de incheckhal. Daar is ook een aparte balie van Transavia. Ik heb inmiddels gezien dat er meerdere vluchten naar Préveza, het vliegveld voor Épiros gaan. Is het mogelijk om mijn ticket om te boeken naar een latere vlucht, vraag ik. Nee, maar ik kan nog wel een ticket voor een latere vlucht kopen als het misgaat. Nu is het tijd om naar Tineke te gaan. Die zit er enigszins verloren bij. Ik blijf optimistisch en zeg dat ik het wel haal. En anders is er nog wel een latere vlucht die ik kan nemen. Sorry, voor alle ellende. Maar ik kom. Desnoods via Athene. Ik ga naar Párga!Terug naar de marechaussee. Tineke schuifelt naar de controle van de handbabage. Alleen, verlaten, dapper.
Nog ruim een half uur wachten. De wachtruimte is open. Ik heb geen rust en moet naar het toilet. Een bordje wijst naar beneden. Maar waar? Ik zie het nergens, wil niet ook nog eens verdwalen en ga terug. De adrenaline stijgt. Om tien over half vier geratel. Het loket gaat open. Er is nog een man gearriveerd, die een pas nodig heeft. Later komt er nog een vrouw voor noodpapieren. Ik vul formulieren. Of ik pasfoto’s heb. Waar haal ik die vandaan? Uit de automaat. Ah, gevonden. Muntjes erin en dan floep, alles uit. Geld weg. Het lijkt de automaat op mijn werk wel. En nu? Oh, de fotograaf op Schiphol gaat om zes uur open. Veel te laat voor mij, dan is Tineke al onderweg. En de tweede vlucht ook. En de derde staat dan op het punt om te vertrekken. ‘Soms doet-ie het na een minuut of tien weer’, zegt de stoïcijnse dame achter het loket. En weg ben ik. Nieuwe poging, nu met een briefje van vijf. Gelukt. Ik geef door aan de andere twee. Nu nog even wachten op het roze boekje en daarna loop ik gehaast weer door de gangen te zeulen met mijn tas van bijna twintig kilo.
Ik vergeet de incheckbalies. Daar moet ik nu niet zijn. Daar loop ik vast. Weer terug naar de aparte Transavia-balie. Ja ze kunnen me wel helpen. Ik druk op de juiste knop. Nee, een plekje naast Tineke hebben ze niet tot het einde vast kunnen houden. Maar of ik bij het raam of bij het gangpad wil zitten. Het maakt me niet uit. Ik krijg stoel 15a, naast de nooduitgang boven de linkervleugel. Om me heen hoor ik vaak kritiek over deze luchtvaartmaatschappij, maar ook helpen ze me op een vriendelijke manier van mijn tas af. En die komt nog in Párga terecht ook.
Nu op weg naar Tineke. Die zit in de zenuwen. Ik bel haar. ‘Ik kom eraan.’ Ik hoor haar niet. Wel verbinding? Geen verbinding? Ik weet het niet. Bij de controle van de handbagage krijg ik met moeite mijn elastische riem uit de broek. Mijn tas is al door de scanner. Komt terug. Gelukt. Bij mij piept er niets. Ook geen fouilleren. Nu nog de D-gates en dan ergens aan het eind daarvan. Geen tijd meer voor koffie. De minuten tikken weg.
Beneden staat Tineke te wachten. Het is tien voor vijf. De tranen in haar ogen. Ik haal een hand door haar grijze haar. ‘Het is goed zo. Ik ben er.’ Er is nog even tijd voor het toilet. Zelfs daar heeft Transavia voor gezorgd. Een kleine vertraging. Of is dat vanwege mijn tas, die nog naar het vliegtuig moet.
Boven de vleugel heb ik een zee aan beenruimte. Tineke zit een aantal rijen voor me aan de andere kant. Met een cola spoel ik mijn droge mond weg. Een saucijzenbroodje gaat er ook wel in en dan doezel ik weg. Een rustige vlucht, voor mij wel. Nog nooit is een vlucht zo snel gegaan. Voor mij dan. Voor Tineke is het anders. Ze heeft geen hand om fijn te knijpen. Ze is bang, zo bang. En alleen. Sorry.Voor ik het weet sta ik op Griekse bodem. We landen op het vliegtuig van Préveza, een militair vliegveld met twee banen. Mijn tas staat snel op de bagageband. Die van Tineke komt iets later. In de goudkleurige bus van Nikolaos rijden we door een tunnel onder de Baai van Amvrakikos door. Dat scheelt een omweg van ruim honderd kilometer. En daar heeft iedereen graag drie euro voor over. Op langs de kust naar Parga, waar we als tweede worden gelost bij de hoofdweg/rondweg en met een klein busje verder worden vervoerd naar Aléca, onze studio. Maar eerst neemt Tineke nog even haar Ibiza in ontvangst.We hebben een van de twee benedenstudio’s gekregen. Lekker ruim.
Na het uitpakken van de spullen gaan we het toeristenstadje in. Voor de beloofde frappé.Wandelen een stukje door de winkelstraatjes en doen vlakbij Aléca de boodschappen in een mini-market.Op het terras toosten we op het geluk van Annemieke en Jorik. Om half vier verschijnt Madelijn in de tuin. De hostess van Ross, onze reisjuf. Iets te laat. Door de regen. Inderdaad regen. Waardoor de extreme hitte (35 tot 40 graden) van de afgelopen dagen wordt verjaagd. De voorbode van temperaturen tussen de 25 en 30 graden. Aangenaam weer.
Tineke laat de uitleg aan zich voorbij gaan. Haalt slaap in. Dat doe ik even later ook, na het praatje van Madelijn wat er in Párga en omgeving zoal te doen valt. Het wordt een diepe slaap. Slaap door alle herrie heen. De herrie, die bij een toeristische plaats vol jongelui hoort? Nee, een doopfeestje. In een tuin vlakbij Aléca.
Pas na elven word ik wakker. Geen benul van de tijd. Wil nog eten. Niet dus, om die tijd. Tineke is eerder wakker geweest. Heeft Annemieke aan de telefoon gehad. Haar gefeliciteerd met haar huwelijk. Zij heeft haar deel van het ontbreken van nachtrust al weer ingehaald.

Geen opmerkingen: