6 oktober 2008

Fresi

Zondag 31 augustus 2008
De bakker is open. Ik haal brood, Griekse koekjes en maak ons ontbijt klaar. Doe na het eten de vaat. Het is zo gewoon. Net alsof we niet uit Griekenland zijn weggeweest.
Ons eerste tochtje. Niet te ver. Tineke wil Ibiza even uitproberen. Ibiza? Ik hoor het de mensen denken? Jullie zaten toch in Parga, Griekenland. Kijk eens omhoog daar staat het: Griekenland, Elláda. Maar Ibiza dan, dat is de Seat, haar grijze autootje voor twee weken. Een lekkere wagen. Hoewel? Het schakelen valt niet altijd mee.
We rijden Agía voorbij en belanden na een klein halfuur in Sívota, waar we de auto neerzetten onder een officiële parkeerplaats. Hier wordt in het hoogseizoen ook parkeergeld geheven. Het hokje is nu dicht. Er staat veel campers opgesteld. Alleen dat is al anders dan op de eilanden. Je ziet ze daar wel, campers. Maar ze zijn een uitzondering. Hier struikel je er bijna over.
Sívota is eigenlijk onze eerste keus voor Épiros. Waarom we dat niet hebben gedaan. Een optelsom van factoren. Sívota is rustiger dan Párga, eigenlijk een pluspunt. Een groot pluspunt. De accommodaties vielen iets duurder uit bij Ross. En omdat we geen idee hadden wat we in de meest westelijke provincie zullen aantreffen en Párga iets centraler aan de kust ligt, nemen we het toeristische van Párga maar voor lief.
Bij café Central drinken we onze frappé. Een plekje aan het water. Bootjes varen af en aan. Brengen mensen naar grotere boten die in de baai liggen. Brengen mensen naar stranden. Of gewoon maar dobberen om vanaf het water naar de mensen te kijken.Het is een rustige zonnige zondag. Corfu (Kérkyra) zie je liggen. Dichterbij liggen kleine eilandjes met exotische namen als Agíos Nikolaos, Mavro Oros en Bella Vraka. Het zijn de uitlopers van de bergen en veel toeristen huren een bootje om een bezoekje aan zo’n Grieks klompje te brengen. Het toerisme is hier in ontwikkeling, maar het is nog niet zo druk als in Párga.
Vanuit Sívota keren we terug richting onze verblijfplaats en missen de eerste afslag naar Agía. De volgende brengt ons via een klimmende weg naar dit dorpje dat tegen de hellingen van vier heuvels ligt geplakt. Een prima schuilplaats voor de piraten. We parkeren op het schoolplein naast de kerk.Een officiële parkeerplaats. Met een officieel monument. Het is hier nagenoeg uitgestorven. Langs de kant van de weg verwijst een bord naar de taveerne Oasis. Daar moeten we zijn. Een hapje eten kan geen kwaad. Oasis is echter gesloten en blijft dicht; overdag. Schuin aan de overkant, ligt een ander terras. Daar zit een man achter een half vol glas frappé. De deur achter hem is dicht. En blijft dicht. Ook dit is Griekenland. In de kleine dorpen gaan de meeste taveernes pas aan het eind van de middag, begin van de avond open. Zeker op zondag, de familiedag.
Iets terug, richting kerk, heb ik tijdens het langs wandelen een jongen op een terras zien zitten, terwijl een man aan het werk is in de taveerne. Hebben we hier meer geluk? Nu zit er een klein gezin te eten. Dit moet lukken! Of toch niet? Ook al kliestó, gesloten.
Ja, we kunnen wel iets te drinken krijgen. En na enig overleg komt er een Griekse salade, patat en – voor ieder – twee stokjes souvlaki op tafel. Inclusief brood en een kan water voor de lieve som van 13,90 euro. We hebben in Nederland, ’t Gooi, bij de krant net een terrassentest achter de rug. De winnaar is Tafelberg, maar dat wordt op het gebied van uitzicht, prijs/kwaliteit, service en bediening volledig afgetroefd door To Fresi. Dat de eigenaresse geen Engels spreekt geen bezwaar. Normaal is de zaak pas om vijf uur open. Voor ons is een uitzondering gemaakt.
De man des huizes heeft nog een woning in Párga en moet er vannacht weer op uit. Eerst naar Thessaloniki en dan door naar? Ja, dat weet hij niet. Hij is vrachtwagenchauffeur en heeft iedere week wel een andere lading; elektronica, kleding, stoffen, speelgoed. Met de vlam in de pijp naar Bulgarije, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Holland.Van strandbezoek komt niets meer terecht. Tineke heeft contact gehad met Naomi. Die is op weg naar Terschelling. Ajax heeft verloren; van Willem II. Om ons te beschermen tegen de zon koopt Tineke een charmant hoedje, geef mij dan maar een blauwe Parga-cap.
Párga zit vol, het dorp is gezellig. Maïspoffers verkopen hun waar langs de boulevard. Een paintbrusher slooft zich uit. De meeste taveernes hebben over belangstelling niet te klagen. Wij keren terug op onze schreden. Vlakbij Aléca zit Villa Rossa. Verkeerde keuze. Vooral voor Tineke. De tzatziki bij de Dolmadakia is warm. De lambchops wel erg vet. Het ijs toe, smaakt wel. Zelf ben ik redelijk tevreden over het rundvlees op een dekje van tomaten en aubergine. Dat de rijst koud is kom je wel vaker tegen. De ham/kaasrolletjes vooraf smaakten prima. Het ijs was koud zoals het hoort. En de prijs? Ruim viermaal zoveel als ’s middags. Op de rekening ook drie keer een bedrag van vijf euro. Kan er geen bestemming aan geven, anders dan voor het aantal personen dat aan onze tafel is verschenen.Zit zeker in de naam verscholen, Villa (Casa) Rosso.

Geen opmerkingen: