15 oktober 2008

IJskoud

Dinsdag 9 september 2008
De wekker van de GSM staat op zeven uur. Het is buiten al warm. Ik koop een olyki bij de warme bakker, waarna we vanwege een excursie door een spannend stukje Épiros vroeg ontbijten. Maar eerst op diverse punten nog even mensen oppikken. Tot in Ammoudiá aan toe.
Hoewel een bezoekje aan Ammoudiá ook op het programma staat is dat niet onze eerste officiële stopplaats. Dat is het plaatsje Mesopótamo. Bij die plaats is het oude dodenorakel te vinden. Het Nekromanteion is de plek waar de rivieren Kokytos en Acheron samensmelten. Op ongeveer vijfhonderd meter afstand lag de oeroude stad Ephyra, ergens in de veertiende eeuw gesticht, voor onze jaartelling. Dus ruim 3.330 jaar geleden.Het Nekromanteion dateert uit de vierde eeuw voor Christus, en lag aan de westoever van het drooggevallen meer Acherousia. De god Hermes, was behalve boodschapper voor zijn vader Zeuss er ook verantwoordelijk voor dat de zielen van overledenen in de onderwereld terechtkwamen. Daarvoor had Hermes Charon aangesteld, die tegen betaling van een obool de doden over het Acherousia en de Acheron, naar het rijk van Hades bracht. De Acheron stroomt samen met de Styx en de Lethe door het dodenrijk.
Bevrijd van zijn lichaam kreeg de ziel van de overledene bovennatuurlijke krachten en kon in de toekomst kijken. Uiteraard trok dat levende zielen aan. Om in contact te komen met de doden moesten zij zich daarop voorbereiden. Voor een periode van 29 dagen, de cyclus van de maan trok een pelgrim zich terug uit het daglicht om in die periode toe te kunnen treden tot een onbekende wereld.
De pelgrims kwamen via de noordelijke ingang het Nekromanteion binnen.In de twee slaapruimtes en de badkamer werden zij door de priesters lichamelijk en geestelijk voorbereid op het contact met de doden. Ze kregen daarbij varkensvlees, bonen en mosselen te eten+ de gerechten van het dodenrijk. Daarnaast dronken zij melk en water. De priesters prevelden raadselachtige gebeden in een taal die alleen zij zelf verstonden. Of misschien wel verzonnen hadden. Om alle verkeerde invloeden uit te bannen gooide de pelgrim een steen op een steenhoop, moest meermalen zijn handen wassen als reinigingssymbool en offerde in een gat in de grond een schaap.
Vervolgens werd de pelgrim door het labyrint geleid, waarmee werd gesuggereerd dat hij was verdwaald in het duistere rijk van Hades. Drie ijzeren deuren scheiden hem vervolgens nog van het heiligdom. Door het eten van de zaadjes van de lupine en de gele tijloos raakte hij in trance en begon te hallucineren. Het is dan tijd om de doden op te roepen. Omdat niet iedereen in de waarde van het orakel geloofde, bedachten de priesters een foefje. Met ijzeren raderen, zwengels en botten die tegen bronzen ketels werden geslagen, creëerden zij een spannend sfeertje, waardoor het zelfs leek of je Cerberus, de driekoppige wachthond van het dodenrijk die door zijn aanblik mensen kon laten verstenen, kon horen blaffen.
Onder het centrale heiligdom lag een uit rotsen gehouwen grot, gesteund op bogen die in veel lijken op de bogen uit de Mycenische tijd. Dit was het paleis van Hades en zijn echtgenote Persephone.
Boven dit alles staat een kerk. Niemand zeurt hier over flitslicht die de muurschilderingen verpesten. Het fotograferen wordt zelfs toegejuicht. Al is het alleen maar om te laten zien dat latere overheersers er alles aan hebben gedaan om die christelijke muurschilderingen te vernietigen.Hier en daar zijn ogen uitgestoken en de muren zijn over gesaust. Veelal door moslimoverheersers, volgelingen van Mohammed. Een bewijs van ontheiliging of zit Wilders hier achter? Heel voorzichtig is in de loop de jaren het sauslaagje grotendeels weer verwijderd zodat de oorspronkelijke tekeningen deels weer te zien zijn.
Ik moet verder, ook met dit verhaal. Terug naar Ammoudiá, waar we een boottripje kunnen maken voor vijf euro. Een klein stukje de zee op, langs hoge door water uitgesleten grotten. Door de hoge golven danst het bootje op en neer. Bakboord is voor fotograferen niet de beste plek, omdat het bootje dwars blijft liggen en op en neer deint, zie ik vooral hoofden. Mede door de langere sluitertijd en een verkeerde inschatting van tijd.Het tochtje over de Acheron maakt dat goed. Veel schaatsenrijders scheren over het water. En er wordt niet eens een alternatieve elfstedentocht verreden.De struiken en bomen weerspiegelen in het water. De twee nesten van de nachtegaal krijg ik niet op de foto. Verkeerde kant, bakboord. En op de terugweg gaat het zo rap dat we er al voorbij zijn voor ik kan reageren. Op de heenweg zie ik de nesten van ijsvogels in de wand.Op de terugweg schiet deze veelkleurige vogel een paar keer langs ons bootje. Tineke waagt een poging. Nooit geschoten is altijd mis, om met Johan Cruijff te spreken.
Ammoudiá is slechts een tussenstop, want van de monding van de Acheron gaat het naar de bronnen. In de bus vertelt de Griekse gids Anastássi honderduit. We rijden daarvoor door de laagvlakte waar Tineke en ik al eerder doorheen zijn gereden. Ditmaal op weg naar Glikí, waar de militaire brug over de Acheron wordt vervangen door een burgerbrug. De militaire brug is vanwege de ontspanning in de wereld niet echt meer nodig. Net zoals er heel veel legerplaatsen al zijn opgedoekt. Ondanks dat we niet zo ver van de Albanese grens verwijderd zijn, hebben we bijvoorbeeld slechts een kazerne gezien.
In Glikí, aan de boorden van de rivier krijgen we een lunch aangeboden. Wij kiezen voor choriatiki en saganaki (gebakken kaas) en genieten van de rust om ons heen.Niet voor lang, want daarna wordt het wandelen, eerst langs de oevers en daarna waden we door de rivier, door ijskoud water, afkomstig uit diverse bronnen. Een groepje paarden komt door het water gedraafd.Recht op mij af. En spettert mij onder. We wandelen tot een punt waar er moet worden gezwommen. Ik heb mijn camera bij me. Niet waterproof dus zwemmen is er niet bij. Bovendien wat moet ik met mijn oren. Uitdoen en achterlaten? Nee, dan maar zelf achterblijven.Ik krijg nog drie camera’s in mijn handen gestopt van mensen die doorgaan. Door lopen tot? Zwemmen tot? Tineke besluit op het laatste moment om toch maar mee te gaan met de zwemmers, wandelt, waadt en klautert.Het water wordt verderop warmer. Is dat de invloed van de Styx, de hellerivier?
Een andere groep zwemmers keert terug. Een durfal maakt een duik.Samen met nog enkele mensen blijf ik wachten. Wachten tot ik een ons weeg? Dat is wel heel lang. Maar anderhalf uur is het zeker.Mijn voeten wennen wel iets aan het koude water en dat is maar goed ook, want anders zou ik hier nu met een paar ijsklompjes zitten. Om een uur of vier ga ik terug. Denk aan de verhalen dat de doden een munt in de mond meekregen of juist op de ogen gelegd voor hun reis naar het dodenrijk, dat ik ver achter me laat. Op de plaatsen waar het water vanuit de rotsen de kloof en de rivier instroomt, voelt het toch weer ijskoud aan.Zo gewend ben ik er dus niet aan. Het is helder water; koel helder water. Wie zong daar ooit over?
De tijd dringt, iedereen keert terug.Niet eens zolang nadat ik ben teruggekeerd bij ons vertrekpunt. We moeten nog twee mensen afzetten in Ammoudiá. Het bezoek aan een ouzofabriek komt te vervallen. Terwijl die wel staat aangekondigd.
’s Avonds eten we bij Kryoneri, een taveerne waar vaak alle tafels tot laat zijn bezet. Kryoneri ligt in de richting van ‘Birds’. We beginnen met twee salades, meer een mousse; een van aubergine en een van vis.Tineke kiest verder voor spaghetti met daarop gegarneerd een hoeveelheid zeedieren, zoals garnalen. Ach geef mij maar een lapje vlees.

Geen opmerkingen: