6 juli 2008

Welkom
Dinsdag 27 mei 2008
De laatste dag. Geen bezoek aan de bakker. We moeten om tien voor acht bij de weg staan om opgehaald te worden door een bus, die ons naar het vliegveld brengt. Van maandag is er nog wat brood over en dat wordt met de laatste sap weggewerkt. De melk is al op. De laatste spulletjes worden in de tassen gestopt. De tas van Tineke barstte gisteren al bijna uit haar voegen, zodat de laatste spullen in mijn grotere tas gaan. Het keramiek heb ik een veilig plekje gegeven in mijn rugtas en gaat mee als handbagage.
Afscheid nemen van Gianny en Efie.Gianny drukt mij nog een paar klaprozen in de hand. Nog een laatste foto van mij met Gianny en daarna wandelen we op ons gemak naar de weg. Aan het eind van ons paadje gaan een trap en een hellinkje naar de doorgaande weg. Die helling kunnen we nog net nemen, maar wordt achter ons afgesloten vanwege werkzaamheden aan de weg.
We hoeven niet al te lang te wachten op de bus, die wordt begeleidt door Jiba-girl Sandra, terwijl Sunweb-meisje Femke later in Pythagório instapt.We hebben dan onderweg in Kokkári en bij de rotonde van Samos-stad, waar we enige tijd moeten wachten, al veel mensen ingeladen. Net voorbij Pythagório wordt nog een laatste stop gemaakt en dan zijn we ook al bijna bij het vliegveld. Er is nauwelijks tijd voor de laatste instructies: ‘eerst de bagage laten scannen, daarna inchecken en de bagage afgeven. Wie niet meteen door de douane en langs de handbagage scanner wil en nog even naar buiten wil voor een frisse neus, kan dat rustig doen. Want na de douane is er geen weg meer terug.’
Buiten staat al een flinke rij met mensen die allemaal hun bagage door de scanner moeten jagen. Er vormt zich net – ook al buiten – een tweede rij. De buitenste rij blijkt vooral in trek bij Duitsers, terwijl voor de twee Nederlandse vliegtuigen – na ons gaat er nog een vlucht – speciaal een scanapparaat is geopend.
Echt vlot gaat het allemaal niet. Een Neckerman-babe komt nog even de rust verstoren. ‘Alle reizigers voor de Transavia-vlucht naar voren.’ Lieverd die staan allemaal al in die rij, dus de mensen die naar voren willen dringen, worden weer vrolijk naar achteren gebonjourd. Moeten hun vroegere plekje weer terugvechten. Onze juffen kondigen aan dat zij verder geen tijd meer voor ons hebben, omdat het tweede vliegtuig ook is geland en zij de komende vakantiegangers moeten opvangen.
Bij het scannen worden geen onregelmatigheden gevonden en we kunnen inchecken. Ook dat gaat op zijn Grieks: siga, siga. Meteen door naar de douane, want het wordt er niet vroeger op en daar begint zich ook al een flinke rij te vormen. Bovendien is hier geen Duitse en Nederlandse rij, maar gaat alles door elkaar. Voor een vrouw in een rolstoel moet iets extra’s worden geregeld, want ja die past niet door het persoonscanpoortje en de rolstoel zelf past uiteraard niet op de band. En wat doe je dan als er slechts een ervaren scanner aanwezig is: delegeren aan een jonkie die niet weet wat hij moet doen. Dan zet je een tweede jongeling in en tenslotte ga je zelf maar aan de slag. En al die tijd worden het scannen van goederen en de persoonlijke controle vertraagd.
Voor mij blijft er desondanks nog voldoende tijd over om naar het toilet te gaan, voordat wordt omgeroepen dat we kunnen gaan boarden. Voor Tineke niet, want voor de twee damestoiletten heeft zich een flinke rij gevormd. Dan maar in het vliegtuig; een vliegdoop. Bij het boarden gaat er iets mis, een enkeling voor de tweede vlucht komt ook al op het platform terecht, maar stapt gelukkig wel in het tweede, goede vliegtuig. Geen gedonder dus, van jij zit op mijn plaats.
De vlucht verloopt goed. Beneden ons glijden eerst de eilanden weg en dan steken we via de Balkan door naar Klagenfurt en in de buurt van Duitsland passeren we de Nederlandse grens.Boven Nederland is het zicht een stuk minder en moeten we ook nog een flinke draai maken, zodat er geen tijdwinst wordt behaald op deze vlucht. We worden bovendien niet naar de gate gevoerd, waar we eigenlijk zouden stoppen, maar stappen iets dichter bij de centrale hal uit.
Op het vliegveld is het weer een komen en gaan van reizigers. Vakantiegangers, zoals wij die onze vakantie erop hebben zitten. Mensen die nog op pad gaan naar warme, soms verre oorden. Zakenmensen.
We wandelen op ons gemak naar de bagageruimte. Daar is het een drukte van belang. Mijn gedachten gaan terug naar Marin.Heel even maar. De werkelijkheid van nu is drukte. Vier vluchten worden er op deze band afgewerkt. De band draait al, maar het is nog niet onze flight, die wordt afgewerkt. Terwijl ik sta te wachten, gaat Tineke al tickets voor de trein kopen. Een goede verbetering op Schiphol; in de bagagehal al ticketautomaten neerzetten. Dan komt het bericht dat de koffers van onze vlucht ook op de lijn zitten. De rode tas van Tineke en mijn zwarte geval zitten in de tweede stock. Ik wurm ze tussen de wachtende mensen door van de band en we kunnen vertrekken. Naar de trein, die niet lang op zich laat wachten.
Tineke heeft onze meiden dan al laten weten dat we veilig zijn geland. Raema belooft dat zij ons zal oppikken bij het station Buiten. Het hele winkelcentrum gaat op de schop en ze kan met haar auto niet aan de achterkant van het station komen. Ze zal ons daarom van het perron zelf halen. En ze is al in het centrum. ‘Waar zijn jullie.’
Nou dat duurt minstens nog wel een half uurtje voor we in Buiten zijn. Het streekvervoer, althans de ontevreden buschauffeurs staken, horen we van Naomi. Geen probleem, want Raema pikt ons op. Of toch niet?
Oef weer een telefoontje van onze jongste dochter. ‘Ik ben naar huis gegaan. Naar onze nieuwste woning en ik heb daar de deur achter me dichtgetrokken en de sleutels liggen nog in huis. Ja, ook de autosleutels. En de bussen rijden niet. Nee, ook de stadsbussen niet.’
We zijn dan Almere Stad al gepasseerd. Is een taxi de oplossing? Nou probeer maar eens een taxi bij het station Buiten te krijgen. En dan nog voor een ritje naar de Faunabuurt. Daar zitten ze echt op te wachten. Dat wordt lopen dus. Dat doet Raema ook, onze kant op.
Terwijl we uitstappen begint het te regenen. Tineke scoort bij de automatiek een kroket. Ik zie vier winkelbediendes van een grootgrutter achter een winkeldief aan snellen. Welkom in Nederland. Hier maken we ons niet druk om drie of vier kerkjes.
Thuis zeul ik de tassen naar boven. Tineke pikt Raema op bij station Oostvaarders en neemt haar mee naar ons huis. Als zij terugzijn draait de wasmachine al op volle toeren. Vakantie of geen vakantie, het leven gaat zijn gewone gang.

Geen opmerkingen: