4 juli 2008

Geen bereik
Zondag 25 mei 2008
Uitslapen, voor de tweede keer al weer deze vakantie. De honden huilen opnieuw als de kerkklokken luiden.
De laatste was is droog en binnengehaald. We hebben geen plannen voor vandaag. Een beetje wandelen langs het strand, lezen, slapen en een terrasje pakken bij de haven.
Dat laatste doen meer vakantiegangers. En de Grieken zelf zie je er ook. Niet de oude mannen en hele families, waar die in Kokkári op zondag hun kopje Griekse koffie drinken blijft voor mij een raadsel. Langs de haven en het strand zitten wel de Griekse yuppen, die voortdurend in de weer zijn met hun mobieltjes.Die gebruiken ze niet alleen om te bellen, maar ook om foto’s te maken. Van elkaar of van de omgeving.
Voor hen is het mobieltje hun speeltje. Die houden ze altijd in hun hand, zoals de ouderen nog steeds hun kralenketting (kompolói) hanteren. Soms ben ik wel eens jaloers op de Griekse mannen, als ik zie hoe vaardig ze de veelkleurige steentjes door hun vingers laten glijden, het snoer over een vinger en hand slingeren en weg laten draaien. Zoals zoveel mensen, die voor het eerst in Griekenland komen, dacht ik aanvankelijk dat de kompolói iets religieus was, een soort bidsnoer. Maar het is louter en alleen een tijdverdrijf. En opvallend genoeg zie je er zelden een vrouw mee lopen. Kennelijk hebben mannen veel tijd over en hebben vrouwen altijd wel een klusje te doen.Ik vermaak me prima door naar mensen te kijken. Ook op het terras waar wij genieten van een koud glas frappé en een stuk appelgebak, ook al koud.Er is nog wat tijd over en dus wordt de auto gepakt. We willen immers ook nog een keer naar Vourliótes. En die wandeling die zit er niet in. De afslag ligt venijnig in een bocht. Dat kan ik me nog herinneren. Maar waar is die bocht nu precies. Op het laatste moment zie ik de afslag en Tineke kan nog net de draai maken. Oef. En dan gaat de weg omhoog. Vourliótes wordt wel vergeleken met Manolátes, maar kan die vergelijking absoluut niet aan. Vinden wij.Het pleintje is fleurig. Het dorp zelf is groter en minder knuffelig, rommeliger vooral. De uitbouwen zijn veelal vervallen.De striptekeningen op muren maken iets goed, maar niet alles.En ook de pick-up die in het verleden in Nederland dienst deed bij de brandweer ontlokt ons slechts een glimlach.
We besluiten het klooster van Vonta te laten liggen waar het ligt en rijden terug naar de kust, een stukje westwaarts en dan is het weer klimmen geblazen, richting Stavrinides. Maar eerst belanden we in Ámpelos, inderdaad dezelfde naam als het gebergte in de buurt. Ondanks dat er weinig druiventeelt in deze omgeving is, is dit een echt wijngebied met veel kleine bedrijfjes, die wijn aan huis verkopen. Moppie blijft achter voor aan het dorp en het andere Moppie blijft niet veel verder achter. Maar dat besef ik pas veel later. Ik volg weer eens mijn neus bij een bord watervallen en grotten. Het is een onverhard pad.Na ongeveer een kwartier heb ik door dat Tineke mij niet volgt. Een dilemma. Wat te doen. Terug of verder. Ik loop nog een stukje en nog een stukje. Soms moet ik me aan een (nieuw) touw vasthouden. Ik kom wel borden tegen, maar zie geen waterval.Een tweede waterval moet ergens beneden mij liggen, maar die weg is nauwelijks begaanbaar. Zeker niet voor mij. Dat zie ik eindelijk een grot. Stelt niet veel voor. Een donker gat.Dan maar terug. Op de terugweg gaat ineens mijn telefoon over. Tineke, die bezorgt vraagt waar ik ben. ‘Op de terugweg. Niet zover van de weg meer af, want ik zie al woningen.’ Nog geen twee minuten later zie ik haar staan. Ze heeft me al eerder proberen te bereiken. Maar toen had ik geen bereik. Op het bordje staat nog met stift geschreven dat de grotten of de watervallen op twintig minuten afstand liggen. Griekse minuten. Siga, siga. O ja, Stavrinides? Laat maar zitten, misschien komen we daar ooit nog eens.’s Avonds hebben we eindelijk beet en kunnen terecht bij Bira, de taverne die bij velen in hoog aanzien staat en waar je een keer gegeten moet hebben. De taverne bestaat al sinds 1925 en is zover ik heb kunnen nagaan altijd binnen dezelfde familie gebleven. Aanvankelijk soort posthuis, waar de mensen een goed glas bier (bira) konden drinken en een hapje konden eten. Kip is de specialiteit van het huis, maar de bekri mezé, een soort stevig gekruide goulash, heeft ook wel iets.

Geen opmerkingen: