29 juli 2008

Gimme shelter
Terug in de tijd. Naar het jaar 1991.

Na de vakantie naar Zuid-Limburg hebben we de smaak te pakken. De volgende (fiets)vakantie is een deels geplande trektocht. Vertrek- en eindpunt zijn Almere. En er wordt een tussenstop in Harlingen gemaakt. Daar scheiden tijdelijk onze wegen. Daarover later meer.
Eerst een stukje voorbereiding.
Fietsen? Ja!
Kamperen? Ja!
Maar hoe neem je met twee kleine kinderen voldoende kleding mee? Je moet immers met alle weersomstandigheden rekening houden. Zon, warm, regen, kou.
De kinderen moeten hun eigen kleding op de fiets meenemen, maar er gaan ook nog eens twee tenten en vier slaapzakken en luchtbedden mee. Verder potten, pannen, borden, mokken, bestek en een campinggasstel.
Het lijkt wel een kleine verhuizing.
De oplossing komt vanzelf voorbij. Nou ja, vanzelf.
De oplossing wordt aangedragen door de ligfietsfanaat Ton ten Brinke. De Almeerse politieagent bouwt zijn eigen ligfietsen en heeft allerlei ideeën uitgewerkt voor bouwsels. En overal haalt hij materiaal vandaan.
Soms heeft hij iets over. Zo heeft Ton een frame over, waar omdat hij andere plannen heeft.
Met een beetje poetsen en smeren moet dat frame geschikt gemaakt kunnen worden als trekkarretje.
Dat valt allemaal niet mee. Ja een staalborstel eroverheen, schuren, dat lukt allemaal nog wel. Een likje blauwe en witte verf, waar ken ik die kleuren toch van, gaat ook prima.
Maar alles los maken, smeren en oliën? Nou, in sommige delen is geen beweging te krijgen.
Ik timmer een kistje in elkaar, die ik via wat kleine latjes vastzet op het frame.
Ik ben toch handiger dan ik ooit voor mogelijk heb gehouden. En in dat kistje passen, tenten, slaapzakken, potten, pannen en een opvouwbare kunststof picknicktafel. Die dingen zijn in die tijd nog in de mode en zijn lekker makkelijk, compact zodat je geen tafel en vier stoelen hoeft mee te zeulen.
Maar wel iets aan de zware kant voor een fietsvakantie; eerlijk is eerlijk.
Voor we helemaal klaar zijn eerst een testritje maken. Daarbij ontdek ik dat de aansluiting sluiting met de fiets niet echt optimaal is. Met een beetje prutsen krijg ik dat voor elkaar.
En de fietskar heeft geen licht. Dat los ik niet op, want ik ben toch niet van plan om ’s avonds te rijden. Wel krijgt het geheel een rode reflectors mee.
Tenslotte dopen we – naar goed Hollands gebruik - de kist: Gimme Shelter.
We zijn er klaar voor. Het wachten is nu nog op Naomi. Want die is met sv Almere op voetbalkamp en komt op zaterdag terug.
Bek af natuurlijk, want vooral die laatste nacht is er weinig geslapen.
Geen punt want we zijn toch van plan om pas op zondag weg te rijden, richting Veluwe.
Op zondag heeft Naomi last van een kleine buikloop. Gelukkig hebben we wat beschuit in huis. Ze is slapjes maar toch in staat om mee te fietsen, zodat we besluiten – weliswaar een paar uurtjes later – om toch maar op pad te gaan.
Op het fietspad langs het Gooi- (en vervolgens) ook Eemmeer houdt de kar zich goed. Ondanks het zware gewicht springt de kar wel op de hobbels, die we hier en daar op onze weg tegenkomen. Het gaat allemaal voortvarend. Bij de Nijkerkerbrug rijden we de polder uit. Vlak voor de Eemhof hebben we onze eerste stop gemaakt. We hebben dan ongeveer zeventien kilometer gereden. In Nijkerk nemen we iets meer tijd en eten een hapje, uit het vuistje.
We vragen voor Naomi een droge toast. We worden een beetje meewarig aangekeken. Nee, we gaan het niet uitleggen. En Naomi? Ze houdt het binnen en knapt er zienderogen van op.
We komen door bijzondere dorpjes en bijzondere plekken zoals het Uddelermeer, dat rechts van ons half achter de bomen ligt verscholen.
De tijd lijkt al een halve eeuw stil gestaan te hebben in deze omgeving. De bevolking is op weg naar of van de kerk. De vrouwen met lange donkere jurken, die de enkels bedekken. Veel hoofddoekjes (toch echt geen moslima’s) en hoeden. De mannen in driedelig kostuum met hoed of in nette klederdracht met pet. De jongens gaan stijf in het pak, de meisjes in lange rokken met veel ruches. De kleuren zwart en grijs overheersen. Ach ja, het begrip zwartekousenkerk had hier uitgevonden kunnen zijn.
De kleurrijke kleding van onze meiden steekt fel af tegen de kledij van hun leeftijdsgenootjes. Het valt onze deerntjes ook op. En ze maken opmerkingen over de strooien hoedjes, met daaronder vooral veel blonde kopjes.
Wij vallen de kerkgangers niet lastig en zij ons niet. Dat de tijd hier helemaal heeft stilgestaan is overigens niet waar, want we zien toch wel veel kerkgangers op de fiets. Net buiten de dorpjes worden we gepasseerd door een grote groep wielrenners of zijn het toerfietsers? Is daar verschil tussen dan? Geen idee. Nog niet, maar dat leer ik later wel. Het verschil tussen die twee groepen. Het einddoel van de eerste dag is Vierhouten. We rijden naar De Paasheuvel een plek met historie, waar ik als kind heb gekampeerd, met veel andere Philips-kinderen.

Geen opmerkingen: