31 augustus 2012

Ondergronds

Dinsdag 22 mei 2012
In ons chalet zaten twee tosti’s er stond een cake en wat harde toast en jam. De tosti’s konden in een tosti-ijzer en voor de koffie hadden we een kannetje op een elektrisch plaatje. De door mij gekochte yoghurt was op dit ontbijt een welkome aanvulling en de cake hebben we onaangeroerd laten staan. Uit dankbaarheid, want om een paar plakjes te nemen en de rest weg te gooien, vind ik zeker niet kunnen. Ik heb ons netjes afgemeld bij de eigenaresse en na de bagage in de Getz te hebben gepropt zijn we het dorp nog even ingegaan.
De bedoeling is om het Holocaustmuseum te bezoeken. Dit museum is een nagedachtenis aan de jongens en mannen in Kalavrita. Het museum is gevestigd in een school, die in de oorlog ook een belangrijke rol heeft gespeeld. Allereerst werden hier talloze krijgsgevangenen in gepropt. De Italianen waren de bezetters tot de capitulatie in 1943. die rol werd toen overgenomen door de Duitsers. Waren de Italianen vormelijk en menselijk dat kan van de Duitse bezettersmacht niet worden gezegd.
De school werd niet de gehele tijd als een krijgsgevangenkamp gebruikt, maar lesgeven was er natuurlijk niet bij. Nadat de Italianen waren vertrokken, werden de verzetsstrijders steeds brutaler, waarbij zij materiële hulp kregen van de Engelsen vanuit Egypte. Met speldeprikken brachten zij de Duitsers schade toe. Er werden op een gegeven moment enkele Duitse soldaten krijgsgevangen genomen en die werden opgeborgen in de school. De dood van vijf Duitsers werd vervolgens wreed gewroken. Een majoor van een Duits Jagersregiment gaf opdracht om een aantal dorpen en kloosters met de grond gelijk te maken. Dat gebeurde dus op en rond die 13 december met als dieptepunt de afslachting van de jongens en mannen.
Na de oorlog werd de school weer opgebouwd en nu is er dus een indrukwekkend museum in gevestigd. Wat mij het meest getroffen heeft? De foto’s van die mannen en jongens, die op een muur staan geprojecteerd. En waarvan geen foto bekend was, is een silhouet getekend.
Buiten staat nog een beeldengroep van een gevelde man in de armen van zijn vrouw en daarbij twee kleine kinderen.
Het valt niet mee om vervolgens aan andere dingen te denken. Laat staan om andere plannen te maken voor deze dag. Dat hadden we eigenlijk gisteren al gedaan. En misschien is dat maar goed ook, want anders was er vermoedelijk niets van terechtgekomen. We lopen nog even naar het treinstation in de hoop om het treintje dat naar de kust gaat te bekijken. Maar nu dat er niet is besluiten we op zoek te gaan naar Cave Lakes dat hetzelfde is Limno Spilaio. Weet ik tenminste wat ik op de borden moet aanhouden.
Ze zijn pas in 1965 begonnen met de ontwikkeling van deze grot waarin diverse meren zch bevinden. Het eerste gedeelte van de grot is ontstaan in de vroege Neolitische periode, ongeveer 5500 v Chr., daarna volgen vondsten die terug gaan in de latere Neolitische periode van 4000 tot 2700 v Chr. En weer later tot de Romeinse periode.
Het stelsel is ongeveer 2100 meter lang. In 1981 is het eerste stuk opengesteld voor publiek. Momenteel is er 500 meter open. Daarin zie je de prachtigste vormen en stalagmieten en stalactieten. Voor bezoekers is er een speciale opening gemaakt. Een bezoek is zijn geld dubbel en dwars waard.
Het enige minpuntje is de begeleiding ondergronds. Die is afstandelijk, zegt niets en loopt voor ons uit. Ons is Tineke en nog een koppel, dat bij ons achterblijft. De gids komt na enige tijd terug om ons tot wat haast te manen, want de wandeling mag ook weer niet te lang duren. Er mogen geen twee groepen tegelijk onder de grond zijn. Nou ja, de waarheid is natuurlijk dat er dan niemand meer bij de deur zit en mensen kunnen besluiten alleen op pad te gaan.
We rijden na het bezoek aan de grot door naar het zuiden richting Tripoli, maar ver voor die stad slaan we af en nemen de weg van Tripoli naar Olympia. Bij een tankstation met café stoppen we om de tank vol te gooien en zelf nemen we een tosti ham/kaas. Daarna verder naar Langadia onze volgende stop in Hotel Kentrikon. Dat bij de Maniatis-groep hoort. Daar behoort behalve dit hotel nog een hotel, een resorthotel en een restaurant bij. Daar eten we ’s avonds een eenvoudige maaltijd. Buiten is het fris. Binnen gaat de open haard aan.
Voor die tijd maken we nog een wandeling door dit dorp, worden naar binnen geroepen bij een winkeltje met oude zooi. Allemaal uit Langadia, zo wilde eigenaar ons laten weten. Er zit veel handwerk bij en een deel zal misschien ooit hier zijn gemaakt, maar zeker niet alles. Het is in ieder geval niet het zoveelste doorsnee souvenierwinkeltje. Die heb ik hier sowieso niet gezien, wel meer van dit soort uitdragerijen, maar dan breder opgezet en met een open deur. Hier ging – nog net niet op slot – wel de deur achter ons dicht.

Een echt welvarend dorp kan ik Langadia niet noemen. Armoe en een gemiddelde welstand gaan hier hand in hand. Ruïnes en opgeknapte huizen volgen elkaar op, zoals in meer plaatsen in Griekenland. Wat kan ik verder nog van dit dorp zeggen?
Dat het in terrasvorm tegen de berg is gebouwd en dat het hotel waarin wij verblijven - in een kleine driepersoonskamer - aan de doorgaande weg ligt.

Geen opmerkingen: