1 september 2012

Rondrit

Woensdag 23 mei 2012
We ontbijten in het hotel. Daarvoor moeten we niet in het restaurant zijn. Op de derde etage zit een aparte ontbijtzaal. Die is echter niet gewoon van binnenuit te bereiken. Nee, daarvoor moeten we een trap op, aan de buitenkant. Niet helemaal vanaf de grond, maar dat mag wel.
Het ontbijt is prima verzorgd met koffie, water, jus d’orange, brood, toast, etc diverse soorten jam, worst en kaas. En dat allemaal aan tafel gebracht. Geen lopend buffet. Misschien doen ze dat in het hoogseizoen als het hier volloopt met toeristen wel, maar nu niet.
Het is de bedoeling dat we de tip van Ross Holidays volgen om Dimitsana en Stemnitsa te bezoeken. Dat betekent dat we eerst een stukje terugrijden op de weg naar Tripoli en dan afbuigen naar het zuiden bij Karkalou. Dat lukt allemaal prima en Dimitsana bereiken we ook. Langs de smalle doorgaande weg kun je nauwelijks parkeren. De parkeerplaats wordt bijna volledig ingenomen door een witte bus, waarvan de chauffeur ijverig zijn wagen staat te poetsen en voorlopig ook geen aanstalten maakt om te vertrekken. Jammer, maar daaag Dimitsana.
Wat is er nu zo aantrekkelijk aan dit plaatsje. Het ligt in een waterrijk gebied en niet alleen door het riviertje Lousio.
In de omgeving zijn cyclopische muren gevonden, die vermoedelijk bij de akropolis van de oude stad Theutis hoorden. Het dorp zelf heeft talloze torenwoningen, waarvan enkele zelfs vijf hoog zijn. Dit soort woningen kenden we ook uit de Mani. De mensen uit Dimitsana hebben zich bovendien fel verzet tegen de Turkse overheersing en uit dit dorp kwamen diverse belangrijke verzetshelden. Tenslotte wil ik nog vermelden dat er diverse kloostertjes in de omgeving zijn, alsmede een openlucht museum over waterkracht. Bij de ingang gaan we terug. Er zit niemand achter de kassa en de drie euro houden we liever in onze pocket voor bijvoorbeeld een glas frappé.
Dan maar op zoek naar Stemnitsa, dat in de buurt van het oude Ypsos moet liggen. De wandschilderingen van de twee kleine kerken moeten heel goed zijn bewaard. We komen daar niet aan. Onderweg hebben we een verkeerde afslag genomen en rijden over een bijzonder smalle weg waarop keren absoluut niet mogelijk is. Dan maar kijken waar we uitkomen.
We steken het wildstromende water over en bereiken op een zeker moment het prachtige kloostertje Moni ton Philosophou.
In de kerk staat een non ritmisch te zingen. Onverstoorbaar. Even neigt haar hoofd vriendelijk. Ook hier nog prachtige muurschilderingen. Op 800 meter afstand ligt nog een school waar diverse geestelijken les hebben gehad.
In dit stroomgebied van Lousio liggen enkele wandelroutes en wie de tijd neemt om eens rustig te kijken begrijpt ook al snel waarom. Dit is echt een prachtig natuurgebied. We hebben wel onze wandelschoenen bij ons, maar wagen ons daar toch niet aan.
Ik heb ondertussen ook door waar we zitten en via het gehucht Markos bereiken we een iets bredere weg, beter durf ik niet te zeggen. Het onderhoud van de wegen laat op diverse plaatsen toch wel te wensen over. We rijden nu naar het westen en komen door enkele bijna verlaten dorpen. Ook de taveernes zijn hier rond het middaguur dicht. Paloumba moet een iets groter dorp zijn volgens de kaart, maar dat zie ik er niet vanaf. In Liadora maken we een stop. Ja hier is iets open, een familiegroepje zit binnen te eten. Er is nog een tafel vrij. Alles ziet er smoezelig uit en wij besluiten maar om door te lopen. De bus is ondertussen luid toeterend leeg vertrokken naar Olympia. Laten wij ook maar weer gaan.
Aan de weg van Olympia naar Tripoli hebben we meer succes en in Dafni bij O Giorgis bestel ik een Xoriatiki en een saganaki. Die eten we op ons gemak op en hebben nu nog een ding op ons wensenlijstje voor vandaag: het Ladonas-stuwmeer.
Via Tropeia kunnen we daar komen. In het dorpje zit een rare kronkel en daarom besluit ik het even te vragen bij een auto die stil is gaan staan, omdat de chauffeur een kleine boodschap moest doen. Een oude man bevestigt dat wij die weg volgen en de auto blijft voor ons rijden om bij de volgende afslag ons rechtdoor te loodsen en zelf rechtsaf te gaan.
De dam is onbereikbaar, afgesloten met een groot hek voor de elektriciteitscentrale  Aan de noordzijde komen we wel bij het meer dat we op de bergweg al groen hebben zien liggen glinsteren. Aan de over nemen we even onze tijd voor we terugrijden naar Langkada. Ook op de terugweg zien we in de diepte het meer nog smaragdgroen zijn, maar we zijn de juiste plek al voorbij om het meer op zijn mooist op de foto te zetten. Geen punt. We hebben het gezien. Natuurlijk kun je niet stellen dat zoiets voor eeuwig op het netvlies staat gebrand, maar mooi is het wel.
De terugweg is iets langer dan dat ik had gedacht. De parkeerplekken worden bij Kentrikon ook al door een busje ingenomen. Die staat dwars op de plaats waar drie auto’s kunnen staan. Tineke is daardoor genoodzaakt om iets verderop te parkeren. Geeft toch niet. Lopen we morgenochtend gewoon een stukje met onze koffers.
Op onze kamer 204 komen we tot rust. Buiten begint het te ruisen. Regen en voor ons is dat het sein om opnieuw in het hotel te blijven eten. Ik dirigeer Tineke richting open haard. Dat verdient ze. Dit keer kiezen we voor bief. Tineke met spaghetti en ik met verse boontjes, in saus, en helemaal suf gekookt. Vooraf een schotel tzatziki. We praten nog even over de politiek.
Nee, de drachme willen ze in Griekenland niet terug. ‘That will be a disaster’. Maar de euro heeft hen ook veel gekost. En ook zij zijn geschrokken van de rellen in Patras, niet eens zo heel ver hier vandaan. De beelden worden de hele dag herhaald. ‘Nazi’s’, zo worden de ultra-rechtse groepering omschreven, die verantwoordelijk is voor de belegering van een pand waarin vluchtelingen zijn opgenomen. Een Afghaanse vluchteling wordt ervan verdacht een Griek te hebben neergestoken en daar willen zij wraak voor nemen. Nee, zoiets is nooit goed te praten.

Geen opmerkingen: