12 augustus 2012

Theodoros

Zaterdag 12 mei 2012

We doen het vandaag weer rustig aan. Ontbijten op ons gemak. Morgenochtend is er vanaf half tien weer brood, dus ik hoef geen extra brood voor de zondag mee te nemen.
Vandaag is de naamdag van Theodoros en dat wordt echt niet overal uitbundig gevierd. Natuurlijk voor mensen met zo’n naam of die daaraan verwant is, blijft het een speciale dag. Vaak belangrijker dan de geboortedag.
Op Kythira wordt ieder jaar aandacht aan de naamdag van Theodors geschonken. Dat gebeurt bij het kloostertje met de gelijknamige naam. Het is het kleinste klooster van het eiland en ook de enige zonder beschermende muren om de kerk.
De viering gaat gepaard met een uitgebreide dienst, waarvoor zelfs een buslading mensen uit Kalamata en omgeving naar Kythira is gekomen. Natuurlijk is ook de bisschop van Kythira er bij aanwezig, alsmede de bisschop van Chania, op Kreta. En verder zijn de belangrijkste geestelijken uit Potamos en de rest van het eiland er.
Wij arriveren net voor de processie start en krijgen van een agent nog heel mooi een parkeerplekje toegewezen op het kloosterterrein. Niet alleen geestelijken doen er mee, maar ook de fanfare. Die loopt voorop. Verder zijn er vertegenwoordigers van lucht-, land- en zeemacht en een hoge pief van de politie. Zouden zij dit – net als wij – als een uitje beschouwen of zien ze het als een verplicht nummer?
Bijna aan het eind van het kloosterterrein houdt de processie halt en daar worden nog enkele gebeden uitgesproken voor het hele gezelschap terugkeert naar het plein voor de kerk. Daar vinden de laatste openbare delen plaats. Hier volgen nog meer gebeden en gezang, voor het gezelschap zich laat fêteren op zoete broodjes en drinken.
Natuurlijk is er een handeltje in snuisterijen, want de kerk is nog niet rijk genoeg. De geestelijken, nadat zij zich in de kerk hebben ontdaan van hun feestelijke gewaden verzamelen zich met de hoogwaardigheidsbekleders en de notabelen in een zaal, waar zij nog even de dag doorspreken.
De beheerder van het klooster loopt zijn kleine beentjes uit het lijf om het iedereen maar naar de zin te maken en luidt uiteindelijk de klok als de twee bisschoppen samen met de overige geestelijken het terrein verlaten. De bisschoppen stappen in een bisschoppelijke limousine, met chauffeur. Verschil moet er zijn nietwaar.
Als bijna iedereen is vertrokken, gaan wij ook. Tineke stelt voor om naar Diakofti te gaan, zodat we weten waar we maandag op de veerboot moeten stappen. Is prima, geen punt. De route is niet moeilijk, alleen rijden we wel nog even een klein stukje verkeerd door rechtdoor te gaan naar het vliegveld. Nee, we willen nog niet weg. Dus toch maar snel omkeren en dan naar de kust. Het Agia Moni klooster laten we links op de bergtop liggen. Vanaf die plek heb je wel een prachtig uitzicht over de haven, maar goed.
Ik kan me de haven en de dam die er ligt nog goed voor de geest halen. Aan de gezonken boot is nog steeds niets gedaan. Het roest vanzelf weg, is kennelijk de gedachte. Als Tineke die schuit ziet liggen, komt bij haar ook de herinnering weer boven. In de haven ligt een grote veerboot te wachten tot het mag vertrekken naar het vaste land. Zou dat dezelfde boot zijn waarmee we maandag vertrekken?
Maandag zullen we het weten. Maar eerst nog even wat drinken in het plaatsje zelf. Dat mag geen naam hebben. Aan de rand van het water drinken we frappe en verse jus d’orange. De serveerster spreekt alleen Grieks en is duidelijk nerveus. Vermoedelijk aan haar eerste jaar bezig om wat bij te verdienen. Ook hier is het wachten op de Aussies, want echt druk zal het er deze maand nog niet gaan worden.
Ik stel voor om in Karavas te gaan lunchen. Dat is weliswaar helemaal aan de andere kant van het eiland, maar vermoedelijk een stuk safer dan hier waar wordt gespeeld met de hygiëne. De taveerne van Karem Ali bij de bron is al twee jaar dicht. Niemand heeft die plek overgenomen van de Hollandse die hier stond. Jammer wat het is toch wel een idyllisch plaatsje. Maar ja als er geen droog brood valt te verdienen omdat je nu eenmaal uit de route ligt, dan valt er maar een ding te bedenken en dat is vertrekken.
Dan maar naar Agia Pelagia terug en daar een hapje eten. We doen dat bij Semperviva, ernaast bij Moustakakia zitten de bisschoppen en de mensen uit Kalamata te eten. Voor ons komt er een burger en een omelet op tafel. En verse jus d’orange en citroen. Zonder suiker.
De middag wordt voor de rest doorgebracht met lezen, internetten, schrijven, luieren. Allemaal zaken waarvoor een vakantie is bedoeld.
’s Avonds gaan we naar Moustakakia omdat daar live muziek te horen is. Het duurt even voor het trio (gitaar, mandoline en ritme) aan de slag gaat, maar dan begint ook de echte onvervalste rebetiko, de Griekse blues.
Een enkele keer wordt er gedanst, onder andere door een klein wicht die al heel goed door heeft hoe zij vader, moeder, en grootouders (de papas) om de vinger kan winden.

Geen opmerkingen: