26 augustus 2012

Opgravingen


Donderdag 17 mei 2012
Ik ben vroeg wakker en stap het balkon op en zie dat er ook bij de kinderopvang al vroeg bedrijvigheid is. Dat begint met het schoonvegen van het straatje. En daar is men nog mee bezig als de eerste vader arriveert om zijn dochter te brengen. Ook de poort van het stadion, dat iets verderop ligt, is al open. De binnenkant van de baan is gereserveerd voor de snelle lopers, de buitenzijde voor de langzame joggers en de wandelaars, die het kennelijk toch veiliger vinden om hier te lopen dan buiten op straat, waar zij fungeren als vrij wild voor jagende chauffeurs.
Als we beiden opgefrist zijn, gaan we naar beneden waar de schoolkinderen hun maaltijd er weer op hebben en de laatste instructies krijgen voor zij op pad gaan. Opnieuw blijft er veel achter op tafel, brood, beleg, drinken. Ik noem het een gebrek aan opvoeding, iets wat ik in Nederland helaas ook wel tegenkom.
Voor vandaag staat in ieder geval een bezoek aan Mycene op het programma. Maar eerst naar Nemea. Vanaf Nafplio kom je langs Mycene, maar het is geen reden om daar eerst heen te gaan. Maar waarom wil ik eigenlijk naar Nemea. Nou onder andere vanwege de Nemeïsche Spelen, die iedere twee jaar werden gehouden in het oude Griekenland. Het jaar voor en het jaar na de Olympische Spelen. De historie gaat terug tot 573 voor Christus, maar wanneer de Spelen precies zijn ingesteld is niet bekend.
Over het ontstaan gaan ook twee verhalen. Het zou begonnen zijn als begrafenisspelen voor de koningszoon Opheltes, die was doodgebeten door een slang. Het andere verhaal gaat over Heracles en de Nemeïsche leeuw, een gigantisch beest die de vallei van Nemea onveilig maakte en onschendbaar leek. Ook Heracles slaagde er niet in om hem met pijlen en zwaard te vellen. Pas nadat de held het hol van de leeuw was binnengedrongen, versloeg hij het beest met zijn knots, een uitgetrokken olijfboom. Door de klauwen van het dier te gebruiken als mes, wist hij het dier open te snijden. De kop van het dier werd zijn helm en de huid zijn harnas.
De arena van Nemea is niet zo indrukwekkend als die van Olympia. De toegangspoort is nog steeds aanwezig en wordt gerenoveerd waardoor wij er niet doorheen kunnen. Er vlak voor ligt het Apodyteria en op een kleine kilometer de opgravingen van het oude Nemea.
Deze opgravingen worden gedomineerd door de aanwezigheid van een aantal Dorische zuilen afkomstig van de vroegere Zeus-tempel. En zoals gewoonlijk weet ik weer ergens badhuis te ontdekken. En daar zet Tineke haar vraagtekens bij. En dat is in dit geval niet terecht.
Het wordt tijd om naar Mycene te gaan. Het door velen vervloekte Mycene, een van de beroemdste plaatsen van de Peloponnesos. Een bezoek aan deze opgraving haalde Tineke over de streep toen het maken van de rondrit ten sprake kwam.
Zelf verbind ik Mycene aan Agamemnon, de koning van deze stad en aanvoerder van de Grieken tijdens Trojaanse oorlog waarbij Helena moet worden teruggehaald nadat zij is met haar eigen toestemming is geschaakt door Paris. Veel schrijvers hebben de stad gebuikt in hun verhalen. De geschiedenis van de stad gaat terug tot 2100 voor Christus.
De macht van Mycene wordt omstreeks 1150 voor Christus gebroken door de Doriërs, die alle centra van de Dorische cultuur verwoestten. Daarna was de invloed van de stad duidelijk minder.
Het burchtpaleis met zijn cyclopische muren is gebouwd op de akropolis. Wij komen binnen door de beroemde leeuwenpoort. Een stukje architectuur, dat niet ongeschonden is gebleven, want de ‘leeuwinnen’ zijn hun hoofd kwijtgeraakt.
In het complex zijn enkele paleizen gevonden. Binnen de muren woonden de hoogwaardigheidsbekleders en is ook een grafcirkel aangetroffen. Later werden de koningen buiten de muren begraven. Diverse schatten zijn er in Mycene gevonden. Het beroemdste is ongetwijfeld het gouden masker van Agamemnon.
Ook is er een gangenstelsel aangetroffen, dat onder andere werd gebruikt voor de watervoorziening. En Henk zal Henk niet zijn als hij een stapje verder maakt dan misschien wel goed voor hem is. Zonder zaklantaarn zie ik echter niets en daarom keer ik toch maar weer op mijn schreden terug en ben daardoor in staat om dit verhaal te schrijven. Via een Myceense tombe en het museum komen we terug bij de grote parkeerplaats waar de auto staat.
Ook aan de voet van de akropolis zijn vindplaatsen te bezoeken, maar het moet ook voor Tineke leuk blijven. Bovendien wordt het er niet warmer op en betrekt de hemel. Mede daarom verlaten wij het bovenste gedeelte en gaan naar het dorp, dat geheel afhankelijk is van het toerisme. Bijvoorbeeld van hongerige bezoekers, want boven valt er niets te eten. Met parkeerplaatsen proberen eigenaren van eettentjes de massa te paaien, maar als we dan op een stuk grond uitkomen waar het bras een meter hoog is, hoeft het voor ons ook niet meer. Dan meer terug en naar de overkant waar we de auto wel kwijt kunnen.
Na het eten vertrekken we weer richting Nafplio.
Onderweg zijn nog diverse opgravingen en voor Iraio wil Tineke de grote weg nog wel even verlaten. Hier is nog een oude tempel van Hera te vinden, althans de resten van wat zuilen en muren. We moeten ons uiteindelijk nog haasten en de laatste regendruppels treffen ons.
Nu wordt het echt tijd om terug te gaan en we keren terug naar ons hotel. ’s Avonds eten we weer in het gezellige straatje, Tineke spaghetti of is het op zijn Grieks makaroni. Zelf start ik met saganaki en krijg daarna keftedes en gigantes.
Lekker.

Geen opmerkingen: