15 oktober 2010

Paros

Deel 7 dinsdag 21 september 2010
We hebben geen brood meer dus het ontbijt schiet erbij in. Geen tijd om naar de ontbijtzaal te gaan? Nee, want die gaat om acht uur open en wij worden om half acht verwacht aan de haven voor onze trip naar Paros en terug.
We varen met de Naxos Star. Wij, dat zijn Tineke en ik, een Oostenrijks koppel en de bemanning van de boot, Dat loont toch niet, zo weinig reizigers, zou je denken. Ja als het nou een klein dopje was, zoals een vissersbootje met alleen een stuurman/kapitein, maar zeker niet met zo’n veerboot waarop wij nu meevaren, waar ongeveer zeven personeelsleden rondlopen.
De overtocht heen en weer kost ons veertig euro. Een tochtje van ongeveer een half uur, dat is dus snel. Het aanvaren naar Paros is prachtig. We leggen aan bij Naoussa, aan de noordoostzijde van het eiland. Daar komen meer van die eilandcruises, de echt grote joekels die tussen de eilanden varen, gaan naar Parikia de hoofdstad van Paros.
Aan de kade wacht ons een grote verrassing. Ik doel niet op de man met het bord Van Mannen, maar ik doel op de schare mensen die bijna niet in toom te houden is, aan boord wil, het beste plekje zoeken op het dek. Want vanaf Paros willen heel wat mensen naar de volgende bestemming van de Naxos Star. Dat de dekgasten een nat pak riskeren, dat beseffen zij op dat moment nog niet. De zee is namelijk allerminst glad. Maar eerst mogen wij van boord. Daar staat dus iemand klaar met onze huurauto, gereserveerd op naam. Van Mannen.
Naoussa verlaten is niet zo moeilijk. We rijden eerst naar Kostos en daarna naar Marathi. In deze omgeving zijn meerdere grotten waar vroeger marmer werd gewonnen in de berg. Twee zijn er ook nog open. Maar veilig is vers twee. Er staat ook niet voor niets een groot hek om die grotten Tineke blijft veilig boven en ik ga een van de twee gangen in.
Tot ik begin te glibberen op de marmeren bodem. Nu wordt het tijd om om te keren. Snel nog twee plaatjes schieten de duisternis in, daarna omdraaien en de eerste stappen terugglijden.
Het marmer, maar ook andere mineralen hebben ertoe geleid dat Paros lange tijd een leidende functie heeft gehad in de Cycladen. Tijdens de Minoaanse overheersing vanuit Kreta was Paros de buitenpost, het middelpunt van handel tussen de eilanden, Babylon, Assyrië, Egypte en de Balkanstaten. De haven van Parikia was bijvoorbeeld gericht op de Pelops, Naoussa was gericht naar het noorden en Drios lag tegenover Naxos.
De eerste stad werd volgens de overleveringen gebouwd door de Minoaan Alcaios en ligt waar nu de hoofdstad Pariklia is gevestigd. Ongeveer duizend voor Christus arriveerde een groep Arcadianen op het eiland, die waren gevlucht voor de deportaties door de Doriërs vanaf de Ionische eilanden. Hun invloed werd heel groot en het eiland kreeg ook de naam van hun leider Paros. Daarvoor heette het eiland Minoa.
Hoe groot de invloed van de Parianen was in het rijk? Ze zetten later voet aan wal op Thracië en namen omstreeks 700 voor Christus bezit van Thassos, ook al zo’n eiland met marmer.
Hier verlaat ik de geschiedenis en keer terug naar Pariklia, waar aan de noordkant de zonaanbieders het strand opzoeken, de haven vol ligt met schepen en het een komen en gaan is van toeristen.
Wij gaan op zoek naar de Ekatontapiliani, een prachtige kerk, waar veel onderzoek naar is gedaan. Het staat op een oude Griekse tempel. En dateert uit de zeventiende eeuw. Maar al in de vierde eeuw heeft hier een kerk gestaan. Het is diverse keren vernield en leeg geroofd, onder andere door Heridan Barbarossa in 1537 en tijdens de invasie van Moustafa Kaplan Pasha in 1666, waarna een aardbeving in 1737 voor veel schade zorgde. De kerk is net zo groot als een klooster en doet aan de buitenzijde daar ook wel iets aan denken, met een eigen winkeltje, en een Byzantijns museum.
De laatste restauratie is in 1959 gestart onder leiding van professor Orlandos, die het in de Justinisce stijl terugbracht. Die renovatie werd zeven jaar later afgerond, dankzij staatsteun waarvoor staatssecretaris van financiën Dimitris Aliprantis, afkomstig uit Pariklia, zeker voor een groot deel verantwoordelijk was. Over het doopfont, de ikonostase, het plafond en zijn galerij zal ik niet meer uitweiden. Ga maar eens kijken.
Voor ons wordt het trouwens ook tijd om te vertrekken. We rijden langs Psychopiana, ook wel Petaloudes genoemd. Het gebied van de vlinders. Omdat we geen idee hebben wat ons nog staat te wachten gaan we door naar het zuiden. Alyki, valt tegen, een echt toeristenoord met heel veel strand. We gaan nog even op zoek naar een klooster in het binnenland, maar als de weg onverhard wordt heeft Tineke het wel gehad en zoeken we de route op naar Drios. Dat is flink zoeken wat behalve de Griekse schrijfwijze houden de Grieken er nog een aantal fonetische schrijfwijzen op.
Maar we komen er en rijden door omdat het niet echt interessant lijkt. Van een andere orde is het lieftallige bergdorpje Lefkes, waar we een wandeling door maken. Een dorpje met smalle straatjes, trappetjes, wit gekalkte muren, blauwe deuren en heel veel bloemen. Griekenland zoals Griekenland moet zijn.
Er loopt ook een byzantijnse route naar de kust, maar daar hebben we nu geen tijd meer voor om die toch van zeven kilometer nu even te maken. We proberen naar ons beginpunt terug te keren en na een keer compleet vastgelopen te zijn lukt dat.
Nu naar Naoussa terug. Tineke slaat verkeerd af en dat betekent dat we weer in Parikia terechtkomen. Niet erg hoor, tijd genoeg. We lopen de oude kastro in en komen bij het Frankische kasteel, dat opgebouwd is uit allerlei materialen afkomstig van een tempel. Een stukje van de muur staat nog overeind, aan de achterzijde schattige huisjes en veel kapelletjes.
De hoofdstad verlaten is door het eenrichtingsverkeer niet zo moeilijk, maar het levert ons wel problemen op om in de oostelijke richting te komen. We zitten te noordelijk, nog een keer terug, naar de haven dan maar, ergens tussendoorsteken om de rondrit langs de haven te voorkomen en dan opnieuw proberen. Weliswaar niet over de hoofdweg, maar via een goed berijdbare weg door een prachtige omgeving rijden we naar Naoussa.
We drinken daar een jus/frappé en maken nog een wandeling door het stadje. De golven staan flink hoog en slaan hier en daar over een muurtje heen. Pleintjes en restaurants wachten op de toeristen, wij wandelen onverdroten door. Aan de haven liggen grote visserschuiten, met bemanning. Twee kistjes vis (illegaal?) worden nog van boord gebracht en verdwijnen achter in een bestelauto. Buitenlanders zijn de visnetten aan het boeten. Ook dit is Griekenland van 2010. De Naxos Star laat nog even op zich wachten. Tijd voor een broodje gyros.
Eerst vaart de Alexander binnen, ja die gaat ook naar Naxos. De Naxos Star is iets verlaat. Waarom?
Dat merken we al snel als we op weg zijn, het schip stampt, maakt een geweldige klapper. Alle reizigers worden van dek gejaagd, de bemanning houdt iedereen in de gaten. De kotszakken – ik weet het; dit is niet smakelijk – liggen er niet voor niets. Een paar bemanningsleden tonen aan over zeebenen te beschikken. Tineke kan ook redelijk haar evenwicht bewaren, maar als zij aan een wandeling denkt te beginnen, maakt de schuit een flinke zwieper. Scherp langs kusten varend, arriveert de boot na ongeveer een uur Naxos, veilig thuis zullen we maar zeggen.
In Mathiassos Villages gaan we nog wat lezen. Het licht dempt even, flikkert op en dan dooft alles. Heel de Chora is verworden tot een slapende stad zonder licht. Mensen stromen de straten op. Heel de Chora in donker? Nee, toch niet. De noodverlichting brand hier en daar en sommige bedrijven hebben een aggregaat. Want het is niet voor het eerst dat hier de verlichting uitvalt en ongetwijfeld ook niet voor het laatst. En wat doe je dan met je spullen die in ijs moeten worden bewaard?
Wij ontdekken dat, als we de stad in gaan. Eigenlijk wilden we naar Oniro, althans dat heb ik voorgesteld, maar nu komen we terecht aan de boulevard. Daar zijn toch nog taveernes open en er is plaats en licht. Tineke zoekt een visje uit om te eten en ik neem een gevulde bifteki. Voor ongeveer dertig euro zijn we klaar. Is dus ook nog te betalen. Vooraf hebben we bovendien nog een salade van het eiland, met van die speciale zachte kaas. Heerlijk. En voor het eerst: (water)meloen toe.

Geen opmerkingen: