17 oktober 2010

Oud Thira

Deel 9 donderdag 23 september 2010
Bijna alles is nieuw. Voor ons bedoel ik. Santorini. Kamari. Sea View. We moeten ook even zoeken naar de ontbijtzaal hier. Die ligt achter het zwembad en dan omhoog. Is ons gezegd. We lopen in eerste instantie verkeerd. Om mij heen kijkend zie ik de ontbijtzaal liggen en de trap die er naar toe leidt. Dat is natuurlijk het belangrijkste.
Het is een sober ontbijt. Iets anders had ik eigenlijk ook niet verwacht, gezien onze ervaringen op Naxos. Maar dit is nog minder. We ruimen na het ontbijt onze spullen op en gaan vervolgens aan de wandel. Naar boven naar het oude Thira. Het Thira uit de geschiedenis. Gesticht als een Spartaanse kolonie. De geschiedenis blijft echter een beetje vaag over de eerste jaren. Vanaf de derde eeuw voor Christus is er meer bekend Toen maakten Ptolemaeën uit Egypte er een marinebasis van. Later trokken de Romeinen erin.
Voor we in het oude Thira arriveren wandelen we over een weg met haarspeldbochten omhoog, bijna een uur lang. Een weg met een stijgingspercentage van tien procent. Achter ons ligt Kamari, met zijn zwarte strand en het vliegveld. Een roofvogel bidt op de wind, die om de bergen Messa Vouno en Profitis Ilias blaast. Aan de andere kant van de berg ligt Perissa.
De entree van dit opgravingsgebied bedraagt twee euro. Vooraan staat een kerkje, iets verderop vind je de temenos van admiraal Artemidorus met de beeltenissen van de leeuw van Apollo, de adelaar van Zeus en de dolfijn van Poseidon. Naast de agora de ingang tot de Dorische tempel van Dionysos, aanvankelijk gewijd aan Tyche.
Zo’n gebied kan uiteraard niet zonder theater. De komvorm is goed herkenbaar. Het proscenium – het voorste deel van het toneel - werd later herbouwd door keizer Caligula; met beelden van zijn familie erop.
Iets verder gelegen is het heiligdom van Apollo Karneios te vinden, de stamgod van de Spartanen. Een gymnasium mag niet ontbreken en voor een byzantijnse kerk is het heiligdom gelegen van de Egyptische goden Isis, Serapis en Anabis.
Genoeg te zien voor de mensen die van deze oudheid houden, die zich ietwat in de geschiedenis van een eiland en in dat van de bewoners willen verdiepen. Er lopen altijd betweters rond, die meer te vertellen hebben dan op de bordjes staat vermeld. Een apart boekje van het gebied is er niet. Wel de verwijzing naar het archeologisch museum in Thira.
We hebben de raad gekregen om ons goed te kleden voor bovenop de berg, want daar kan het best fris zijn. Dat klopt, bovendien waait het er stevig. De hele dag hangt – bijna roerloos op zijn plaats – boven de berg een wolk.
We maken de terugweg via een kortere route, maar ook minder begaanbaar, Een rotsig pad, deels over kleine lichte puimsteentjes, hier en daar uitgehakte traptreden, die ons leiden naar een oase halverwege; de kapel Zoodóchi Pigi.
De betekenis de levenbrengende bron vind je achter de kapel. In een grot druppelt het bronwater zo van het plafond naar beneden. Een nadeel: de grot is niet verlicht zodat je op de tast op zoek moet. Naast de kapel en voor de grot staat een grote apenbroodboom. Nee, ik verkoop hier geen broodje aap.
We wandelen verder en komen aan de praat met een Italiaan, die in ieder geval tot december op dit eiland verblijft en aan bergbeklimmen doet. Heel nauwgezet worden de lijnen opgerold. De berg is een bekend terrein voor bergbeklimmers en er zijn diverse routes omhoog. Wij gaan steeds een stukje verder omlaag. Tot aan ons hotel, waar we op ons balkon gaan eten. Het gekochte brood met een tomaat (Tineke) en met wat tzatziki voor mij.
Daarna is het een kwestie van luieren, lezen en dit verhaal tikken, voor het tijd wordt om uit eten te gaan en plannen te maken voor vrijdag. Die plannen zitten eigenlijk al in een raamwerk gegoten. Immers we hebben besloten om een excursie naar het vulkaaneiland te maken en voor later in de week een auto te huren.
Om een uur of acht wandelen we naar het dorp en boeken bij Thira Tours onze reis voor de volgende dag en bespreken voor dinsdag en woensdag een autootje. Daar kunnen we dan vanaf negen uur over beschikken. Goed geregeld moppie. Daarna wandelen we door naar de taveerne Sellada waar een goeiige teddybeer de bediening verzorgt. We moeten heel even wachten voor er een tafeltje vrij komt. Dat wachten gebeurt bij een ouzo-drinkende Duitser, die geniet van alles om hem heen en vooral geïnteresseerd lijkt in het ritme van de Griekse muziek.
Bij Sellada komt er dolmades (warm) en fava (warm) op tafel. Fava is een gele spliterwt, die op Santornini groeit en tot een moes wordt verwerkt. Het heeft een aparte smaak. Tineke gaat voor de Giouvetsi en krijgt dat nu ook, terwijl ik een soutsakakia, gehaktrolletjes in een tomatensaus, voor mijn rekening neem. Bescheiden porties, zodat ook inderdaad alles op gaat.

Geen opmerkingen: