18 oktober 2010

Maanlandschap
Deel 10 vrijdag 24 september 2010
De titel van dit stuk is veelbelovend en dat is de dag eigenlijk ook wel. Vandaag is het voor ons de dag van het ontstaan van Santorini, de dag dat we het alles bindende vulkaaneiland gaan bezoeken. Maar eerst weer een sober ontbijt.
We hoeven pas om half elf bij Thira Tours te zijn en hebben dus ook alle tijd van de wereld om te lezen. Tineke doet zelfs nog even een handwasje in de eigenlijk veel te kleine doucheruimte. En daarna wordt het dus tijd om te vertrekken. Eerst met de benenwagen, daarna met de bus van de oostkant van het eiland naar het westen, naar de haven Athinios.
Het huidige Santorini dankt haar faam aan de vulkaan Tholos Naftilos.
Ongeveer vierduizend jaar geleden spatte het complete eiland door een geweldige eruptie van die vulkaan uiteen. Het eiland heeft diverse namen gehad. Zo werd het Strongyli, Kallisti, Filotera en Thira genoemd.
Vermoedelijk was het eiland al bewoond tijdens die geweldige uitbarsting en wisten de toenmalige bewoners, gewaarschuwd door aardbevingen en gerommel een goed heenkomen te zoeken. Wat overbleef was een gapend gat aan water, de caldeira. Door de werking van de vulkaan komen er steeds vaker rotsblokken en kleinere eilandjes boven water uit, zoals Akrotiri.
De vulkaan gist nog steeds en zorgde er ongeveer 250 geleden voor dat er een nieuw eilandje, Nea Kameni, ontstond. Op sommige plaatsen komen de gassen nog steeds uit de bodem van dat eiland. Het puimsteen, als gevolg van de eruptie, werd lange tijd geƫxporteerd. Bijvoorbeeld voor de bouw van het Suezkanaal. De bodem van Santorini is door de lavastroom ook zeer vruchtbaar, waardoor al in een vroeg stadium zich mensen op het eiland vestigen. Maar de zoektocht naar Atlantis en het avontuur zorgt tegenwoordig voor de grootste bron van inkomsten, het toerisme.
Ook op het onbewoonde Nea Kameni, waar dagelijks de toeristenbootjes aanmeren. En niet alleen vanuit Anthonios, Fira en Ia, de drie haventjes aan de westkant van Santorini, maar ook vanaf andere eilanden komen de toeristenboten om mensen naar dit wereldwonder te laten kijken. Hier heeft Plato zijn Atlantis gezien. De wereld die onder water verdween.
Voor twee euro mogen toeristen het Vulkaaneilandje op. ‘En niets achterlaten.’ Ja de stappen, of bij het haventje in de vuilniscontainers. Toch zijn er snoodaards die plastic flessen, petjes of papiersnippers in een van de kratermonden werpen, waar dat goed voor is? Ik vraag mij het af.
Ik zal de laatste zijn die beweert dat hier geen leven mogelijk is. Toch ziet de aarde er hier doods uit. Zo stel ik mezelf een maanlandschap voor. Grijs grauw, maar ook geel, rood. En ik zie een flinke hagedis scharrelen over de rotsen, Hier en daar staat in het landschap meetapparatuur opgesteld. Die moet waarschuwen voor een volgende uitbraak, want dat die een keer komt daar is de bevolking van Thira van overtuigd. De laatste eruptie was zo’n zestig jaar geleden.
We maken een wandeling van ruim een uur over het eiland. Ik ben blij dat ik water bij me heb en dat het vandaag niet al te heet is, want anders was het op deze klomp waar bijna iedere schaduw ontbreekt niet uit te houden. We zakken weer af naar de Albatros, het schip waarmee wij vandaag zijn vervoerd.
We gaan nu naar Palea Kameni. Een kleiner stuk rots dat evenmin bewoond is en waar nog sprake is van warm water. De gidsen spreken over een bron, die goed is voor de huid, maar het heeft ook ongetwijfeld te maken met de werkende vulkaan, ergens diep in de aarde. Het water aan de randen van de rots zijn immers groen uitgeslagen van de zwavel.
We mogen hier zwemmen. Ik ben niet zo’n beste zwemmer en laat het uiteindelijk aan mij voorbijgaan. Die veertig minuten die er voor staan zijn bovendien in no time om.
Ons volgende doel is het eilandje Thirassia. Dit heeft aanvankelijk behoord tot het oorspronkelijke Strongyli. Halverwege de oostkust legt de boot aan. Die oostkust is stijl, verwant aan de westzijde van Thira. Bij de aanlegsteiger heeft het toerisme zich sterk ontwikkeld. Talloze taveernes vangen de reizigers op die met boten als de Albatros een minicruise van een dag maken. Twee toeristenwinkeltjes – een wordt er gedreven door de pappas – maken het beeld compleet. Een kronkelend pad voert omhoog naar het hoofddorp Thirassia. Hier woont ook ongeveer de helft van de bevolking van het eiland, verder zijn er nog twee kleinere dorpjes met een kleine honderd en een handvol inwoners.
Wij maken de toch omhoog die zeker niet eenvoudig is in de warme zon. Wat ben ik blij dat het geen echt hete dag is, want dan brand je – niet zoals op het Vulkaaneiland – compleet weg. Dan had ik het ook wel uit mijn hoofd gelaten om deze trap te nemen. Omhoog, steeds hoger. De tiende bocht, het lijkt Alpe d’Huez wel. Het gaat maar door.
Bovenaan wacht ons niet alleen een mooi uitzicht, maar ook taveerne Panorama. Het uitzicht is betoverend, en vermoedelijk bij echt helder weer helemaal toppie. De heftige prijzen zijn de andere kant van de medaille. We drinken wat fris, eten een souvlaki en een bord gigantes weg, voor we een rondgang door het dorp maken.
Het meest opvallende? Een pinautomaat. Nee, ik heb niet gecheckt of hij het doet. Het hotel staat vermoedelijk al een paar jaar leeg, gezien de vervallen staat waarin het houtwerk verkeert. Iets verderop staat een medische post met twee ambulances. Dat is heel wat voor de ongeveer driehonderd inwoners. Vanaf hier hebben we een redelijk uitzicht op de vlakke westkust, waar diverse groentes worden verbouwd. De tweede haven van het eiland, waar ook auto’s aan land kunnen worden gebracht, blijft onzichtbaar voor ons.
Naar beneden lopen gaat sneller dan omhoog en aan het water nemen we een ijsje. Een sleutelhanger van Thirasia - voor de verzameling in het trapgat - zit er helaas niet in.
De boottocht gaat nu door naar Ia, op Santorini. Daar stappen de meeste mensen uit om zich te vergapen aan de zonsondergang. Doordat het erg bewolkt is, zal daar niet veel van te zien zijn.  Wij varen via Fira terug naar de haven Anthinios en worden vervolgens met een bus teruggebracht naar Kamari.
In Blue Sea even bijkomen, voor we gaan eten bij Andreas. Ligt net om de hoek van ons hotel en is zeker niet prijzig. We nemen een Dakos vooraf, dit is een salade van het huis. Tineke kiest voor de spaghetti thalassou en ik neem de padaikia arni.
Zo deze avond is ook weer gevuld.

Geen opmerkingen: