22 oktober 2010

Gesloten

Deel 14 dinsdag 28 september 2010
Vanaf vandaag hebben we twee dagen de beschikking over een auto. Maar eerst ontbijten. Tinke moet de Serie A-wagen ophalen bij het verhuurbedrijf waar we ook de excursie naar het Vulkaaneiland hebben geboekt. Een witte Huyndai i10 met als kenteken EMK-7942. Lekker klein en behendig in het verkeer. Nu hebben we de gelegenheid om wat grotere afstanden te bereizen zonder eerst naar de hoofdstad te moeten afreizen met de bus, want van overstappen komt weinig terecht.
Zoals gezegd haalt H Tineke – spreek uit itinuku – de i10 op en parkeert de auto op het grote parkeerterrein, aan het eind van de straat waarin hotel Sea View is gevestigd. De zwemspullen worden achterin geladen voor het geval we besluiten een duik te nemen onderweg. We rijden naar het zuiden, naar de prehistorische nederzetting Akrotiri. Van onze wandeling naar Emborio kan ik me herinneren dat we het beste de weg naar Pyrgos kunnen aanhouden.
Onderweg zie ik daarna al snel de bekende bruine borden die aangeven dat we op weg zijn naar een oude vindplaats. Ik verheug me er daar bijzonder op, na de kennismaking met Akrotiri in het museum in Fira en het museum met de muurschilderingen. Maar al snel wordt me duidelijk dat ik mijn doel moet bijstellen Ik zie een hek en dat is dicht. Het moet toch niet nog gekker worden in Griekenland; het is niet eens maandag, dan zijn musea etc vaak gesloten. Ze zullen hier toch niet aan het staken zijn vanwege de broze financiële situatie. Een bordje op het hek geeft uitkomst. Het terrein is gesloten vanwege technische redenen. Met die omschrijving moet ik het doen, moet ik genoegen nemen. Maar daar heb ik niet veel aan.
Op het terrein zie ik van een afstand een drietal grote kranen staan. Men is dus duidelijk aan het werk. Ik schiet een pad in langs het terrein in de hoop dat ik zo toch nog een plek kan werpen op het gebied. Vermoedelijk is de stad gesticht omstreeks tweeduizend voor Christus en is tijdens een van de vele aardbevingen verdwenen – zo rond 1625 voor Christus onder puimsteen verdwenen. In 1967 is onder leiding van Spyros Marinatos begonnen met het opgraven van de stad en kwamen al snel de invloeden van Kreta aan het licht. Een van de opmerkelijke vondsten waren de muurschilderingen, die volgens Marinatos verwezen naar godenverering. De straten waren doorgaans smal en geplaveid. Onder die straten was al sprake van een ondergronds rioleringsysteem.
Van dat alles zie ik echter niets terug. Alles is weggestopt onder een grote afdekking. Navraag bij een vlakbij gelegen kerkje leert mij dat de overblijfselen ongeveer vijf jaar geleden zijn ingestort. Waarom staat dat nergens? Waarom is dat niet in het museum verteld? Waarom is dat niet in de gegevens van Sudtours vermeld? Goed laat maar ophouden want ik verander er toch niets aan.
We rijden terug naar het iets hoger gelegen huidige Akrotiri,een dorpje van iets meer dan vijfhonderd zielen. Aan de ruïne van de kastro Belogna wordt tegenwoordig gewerkt, maar ook op andere plekken zien we herstelwerkzaamheden. Het betreft voor een deel het opknappen van vernielingen ontstaan na de aardbeving van 1956. Aan de noorzijde van het dorp loop je zo naar de caldeira met uitzicht op het Vulkaaneiland en de hoofdstad Fira.
Tineke stelt voor om op zoek te gaan naar het klooster Profitis Ilias, dat toch ergens op de wandelroute te vinden moet zijn of anders gewoon door te rijden naar de top van de berg met dezelfde naam. Een redelijk smalle weg, waarbij je moet hopen dat je geen bus tegenkomt. Dat laatste net niet en Tineke parkeert de wagen daarom net onder de top. Het laatste stukje lopen. En daar is ook het klooster. Maar dat is dicht. Wel is een kapelletje open. Helemaal bovenaan, op 566 meter, volgens anderen een meter hoger, staan naast een zendinstallatie een museum, dat wordt verbouwd en is dicht.
Het zit ons niet mee.
Het uitzicht is betoverend. We richten onze camera’s diverse kanten op en vragen ons af wat al die bussen hier toch te zoeken hebben. Want behalve dat uitzicht is er inderdaad niets open. Ik richt mijn aandacht op de aparte vorm van de klokkentoren van het klooster.
Omdat er verder toch niets is te zien, rijden we weer naar beneden, naar Pyrgos. Dit plaatsje wilden we ook nog met een bezoek vereren. Door de smalle straatjes dwalen. Want dat hebben we tijdens onze eerdere wandeling niet gedaan. Dat betekent deels trappen lopen en gewoon je weg zoeken. We komen tot de conclusie dat dit het Griekenland, het Santorini van de Griekse foto’s is.
De kerken met de ronde blauwe koepels, de witte klokkentorens .afgetekend tegen blauwe luchten. Jammer dat de kerken tegenwoordig gesloten zijn, niet vast open, want binnen moeten er mooie kerkschatten te zien zijn.
Zo scharrelen we door de straatjes en omdat ook het kasteel vanwege renovatiewerkzaamheden voorons gesloten blijft gaan we maar weer naar beneden.
Op het terras van Johnnie kun je wel wat te drinken halen, maar tijd om eten te maken is er niet. ‘Want ik sta alleen’, krijgt Tineke te horen. Ze komt wel met drinken terug en gaat schuin aan de overkant een pitabroodje gyros halen. En die eten we zonder problemenbij Johnnie op, terwijl wij ons opnieuw verbazen over het grote aantal mensen dat door bussen rond wordt gereden.
Vermoedelijk afkomstig van de dagelijkse cruises die het eiland aandoen. Die mensen worden echt door het stadje gejaagd, achter een gids aan. Volg de leider, dat is het motto. Alleen wel lastig om contact te houden, want als de fitte gids al boven staat, loopt de laatste nog ergens halverwege.
Wij kunnen gelukkig onze eigen gang gaan en dat doen we door een bezoek te brengen aan het volgende dorp:Emboria. Een dorp met twaalfhonderd inwoners.. Minder glad dan Pyrgos, maar daardoor misschien wel veel interessanter. Net buiten het dorp staat een rij windmolens tegen de heuvel op. De verdedigingstoren van Goulas Frourio was bedoeld als een vluchthaven, een plekje waar de bewoners zich tijdens belegeringen konden terugtrekken.
Wij schieten de wirwar van straatjes in, een doolhof met hier en daar een grotwoning. Een enkeling wordt opgeknapt. Eenmaal weg van de doorgaande weg naar Perissa komen we helemaal tot rust. Kruipen door poortjes en belanden onder een kerk. Wat een vreemde gewaarwording is dit.
Een ding moge duidelijk zijn hiervoor zijn we toch echt naar Griekenland gekomen. Dit zijn de mooie kanten, lekker een beetje dwalen, kijken, ons verbazen, fotograferen.
Tineke wil toch nog een poging doen om in een baaitje te gaan zwemmen en daarom vertrekken we maar weer. Het strand van Perissa ligt vlakbij, maar dat is ons veel te druk. Nee, op de zuidwestpunt moet het een stuk rustiger zijn, volgens de boekjes die in ons bezit zijn. Dat betekent dat we terugkeren in de richting van Akrotiri en ditmaal in de richting van de vuurtoren van Faros koersen.
Voor de vuurtoren nemen we de afslag naar Messa Pigadia en bereiken zo het strand. Echt druk is het niet. Toch lopen we zo ver mogelijk door om zoveel mogelijk privacy te genereren. Want dat is iets dat ik altijd wil. Geen drukte om me heen. En zeker niet op het strand, dat door zijn zwarte kleur en achtergebleven slierten er misschien niet echt aanlokkelijk uitziet. De parasols zien er bovendien verwaaid uit.
Het water voelt heerlijk aan en ik laat me de kans om te zwemmen niet ontlopen. Maar ik ga niet al te ver, want het water trekt. Trekt aan mij. En dan weet ik ook hoe laat het is. Tijd om niet te ver van de rotsen te gaan. Maar in dit geval ook zorgen dat ik er niet te dicht bij kom, want ik vertrouw het water in de kleine grotten voor geen meter. Al die factoren bij elkaar opgeteld, duurt de poedelpartij iets korter dan normaal. Ik laat me rustig opdrogen en neem de fotocamera nog even ter hand. Geen plek overigens omuitgebreid bij stil te blijven staan.
Dat doen we daarom ook maar niet en Tineke stelt voor om terug te rijden naar Kamari.
Ik slaag erin om de weg kwijt te raken. Hoewel dat is ook wel weer heel zwaar uitgedrukt. Wel wordt het een ommetje via Vothonas en Messaria, twee dorpen die aan elkaar zijn geplakt. De afstanden op Santorini stellen echter niet veel voor en we bereiken niet veel later al weer de oostkust.
Snel nog wat boodschappen doen en dan naar Sea View, een beetje lezen en uiteraard, ’s avonds uit eten. Bij Andreas hebben ze live muziek en daar zit het dus bomvol. Dan toch maar naar de kust. We gaan vanavond op de Italiaanse tour want ook dat is mogelijk. De prijzen zijn bijna Firiaans, daar staat tegenover dat het eten mij uitzonderlijk goed smaakt.

Geen opmerkingen: