24 juni 2010

Meteora

Deel 14 zaterdag 22 mei 2010
Tijd om naar de bakker te gaan is er vandaag niet. De wekker is gezet, want om kwart over zeven worden we bij de bushalte opgehaald om naar Meteora te gaan. Van gisteren is er nog brood over, dus op een houtje bijten hoeven we ook niet. Waar we ontbijten? Gewoon binnen, de vaat doen en dan op pad.
Als we op de boulevard lopen ter hoogte van Naftilos komt uit een zijstraat een busje aanrijden. Die is voor ons bestemd. Echt waar. De bus is op tijd, nou ja op tijd? Een paar minuten te vroeg. Nee, wij zijn niet te laat. Door hostess Kim worden we in ieder geval vrolijk begroet. Bij de rest kan er nog geen kaliméra af. Het is nog vroeg zullen we maar denken en nog niet iedereen is echt wakker.
De hostess van Ross rijdt als begeleidster mee en legt in het kort uit wat we vandaag gaan doen. Onderweg vertelt ze het een en ander over kerkgeschiedenis, waardoor de rit van tweeënhalf uur niet saai en helemaal in stilte verloopt. Het is een route over een groot stuk snelweg, door de provincie Thessalië. Dat begint al bij Volos en eindigt ver voorbij Larissa. En onderweg ook nog eens onverwacht een tolpoort. Er is geen ontkomen aan. Dit gebied wordt ook wel eens de graanschuur van Griekenland genoemd. Het waarom wordt duidelijk als je de ogen open doet. Gele velden rijgen zich aaneen.
Onderweg maken we een korte stop bij een tankstation met mini-market, waar ook de gelegenheid bestaat om wat te drinken. En een bezoek aan het toilet hoort daar uiteraard ook bij. Iedereen die wel eens een excursie heeft meegemaakt weet ook dat dit niet de meest interessante plekken zijn. Vaak zomaar ergens, waar niets bijzonders te zien is. En dat is ook hier het geval.
Na ongeveer twee uur rijden doemen in de verte de rotsen op. De rotsen waarop de Meteora-kloosters zijn gebouwd. Het lijkt wel of die rotsen zomaar ergens zijn neergepoot. Op de plaats waar de rivier Pinos de provincie Thessalië instroomt. De oorspong van dit woud van rotsen is volgens sommige onderzoekers terug te voeren tot de tritogenische periode, zo’n 60.000 jaar geleden. Toen was er sprake van een groot meer, een afgesloten meer, dat zich opende en naar de Aegeïsche Zee perste. Die rotsen zouden door het slijten van het water zijn ontstaan. De rotsformaties zijn redelijk zacht er zijn holen ingesleten, waar de eerste kluizenaars al in de elfde eeuw woonden.
Vanuit de rand van Kalambaka maken we een wandeling, waardoor we heel goed zien hoe die eerste kluizenaars te werk gingen. In de brosse rotsen werden trappen gehangen en zo werd langzaam de rots beklommen. Het eerste klooster op de rotsen werd in de veertiende eeuw gebouwd, onder leiding van Athanasios, een monnik afkomstig van de berg Athos. Tot 1920 was toegang tot de kloosters slechts mogelijk via de touwladders of via netten, die werden neergelaten en weer opgehesen. Tegenwoordig zijn overal traptreden uitgehouwen zodat de bewoonde kloosters beter toegankelijk zijn, voor de monniken, nonnen en vooral de bezoekers. Want dat is het tegenwoordig een toeristische trekpleister. Ooit waren er 24 kloosters in dit gebied dat tussen hemel en aarde lijkt te zweven. Tegenwoordig zijn er nog zes bewoond.
Die zes kloosters zien we pas veel later. Eerst nog even een bezoek brengen aan Kalambaka en Naos Koimiseos tis Theotokou de oude kerk uit de twaalfde eeuw en gebouwd door keizer Manuel Comnenos.Het is een basiliek met oude muurschilderingen en er staat een marmeren ambo voor de houten ikonostase. In de kerk bevinden zich enkele fresco's die dateren uit de dertiende en veertiende eeuw.
Bezoekers aan de Meteora vergeten vaak dat deze prachtige oude kerk aan de voet van de rotsen gelegen is. Bij de markt is bovendien nog de kerk van Johannes de Doper te vinden, gebouwd in 1336.
Kalambaka zelf is gesticht door inwoners uit de provincie Epirus, zeg maar de westzijde van het vaste land van Griekenland. Zij waren hun woongebied ontvlucht voor de wrede Ali Pasja, waarover ik geschreven heb tijdens onze vakantie in Parga.
In Kalambaka krijgen we de gelegenheid om wat te eten. Waar wij neerstrijken op het plein blijkt een volledige miskleun te zijn. De hostess wist dat al, maar heeft ons helaas niet gewaarschuwd. Wel zijn we getuige van de klungelige manier waarop de Grieken materiaal voor een verbouwing naar boven hijsen. Een zware zak valt van een palet af. Gelukkig dat wij daar niet lopen. Iemand anders overigens ook niet. In Kalambaka kopen we ook nog een boekje over Meteora en een T-shirt voor Gianny. Dat is eigenlijk vaste prik, sinds we een kleinzoon hebben.
Van de kloosters hebben we ondertussen nog steeds niets gezien en dat wordt nu eindelijk ook wel eens tijd we bezoeken het Mega Meteoronklooster, 415 meter boven de bedding van de Pinios. Het eerste klooster van de Meteora. Een liftje hevelt iemand naar de overkant. Er hangt nog steeds een net. Maar of het nog gebruikt wordt. Ik vermoed van niet.
Dit klooster is volledig op de toeristen ingericht, met diverse ingerichte museumzalen waarin geschiedenis, folklore, maar ook het oude ambacht van timmerlieden tot zijn recht komt. Verder ontdek ik een ingerichte keuken en overal zijn er winkeltjes.
Een bezoek aan de kruiskoepelkerk mag uiteraard niet ontbreken. Met fresco’s en andere schitterende werken, zilver, goud. Een rijkdom die in schril contrast staat met het leven van de kluizenaars die hier toch echt hebben gewoond.
Je waant je hier in een andere wereld. Zeker als de vele toeristen even een ander plekje opzoeken, dan daalt de rust op mij neer. Van een afstandje geniet ik van het uitzicht op het Varlaamklooster, dat via een loopbrug bereikbaar is.
De rotsen onder de Agios Nikolaos hebben veel weg van een grote muurschildering. Alsof Michelangelo zelf hier actief is geweest. Maar ik geeft het toe: schijn bedriegt.
Op de terugweg stoppen we zodat we nog een aardig overzicht hebben over het gebied en kunnen we nog wat foto's voor het thuisfront en andeen schieten.
Ik kan hier nog tijden ronddolen in dit gebied, wil veel vertellen, schrijven, nadenken. Maar is zoiets wel terecht, vraag ik mij af.
Daarom zal ik besluiten met de volgende krabbel.

Meteora

De rotsen
hoog oprijzend
ogenschijnlijk
uit het niets.
Kaal; de toppen
wonderwel
begroeid.
Het geloof heeft
hier vaste voet
in de aarde.
Vrouwen, mannen
vinden er een thuis.
Het kruis
opgericht
naar de hemel.
Al eeuwenlang
symbool voor
dood en liefde.

Tijd om terug te gaan. De busreis verloopt rustig. Iedereen lijkt met zijn of haar eigen gedachten bezig te zijn. Onderweg nog een korte stop, even snel naar het toilet en wat drinken, voor we in Pilion terugkeren.

Geen opmerkingen: