22 juni 2010

Argo

Deel 13 vrijdag 21 mei 2010
Naar de bakker, waar ik twee broden meeneem; een voor vandaag en een voor morgenochtend, wanneer we vroeg op moeten voor de excursie naar Meteora. Vandaag maken we een tripje met de bus naar Volos.
We vertrekken vanaf de hoofdweg. Op de hoek bij de grote bakker. De bus hoort vanuit Kalá Nerá om kwart voor elf te vertrekken. Die zekerheid heb je. Een andere zekerheid is: hij rijdt als er niet wordt gestaakt. De derde zekerheid: hij is te vroeg of te laat, maar nooit op tijd. Dat geldt eigenlijk voor alle bussen, tenzij ze uit Volos vertrekken. Dus busreizigers staan hier altijd veel te vroeg bij de halte.
Het is een rustig vlot ritje, tot je in Volos komt. Daar is het op de doorgaande weg een heksenketel. De Griekse rijstijl heeft daar ook wel iets mee te maken overigens. We moeten de hele stad door, van oost naar west en komen dan bij het busstation aan. Althans tot zover rijden wij mee. Daarna wandelen we op ons gemak naar de haven langs de vishal, waar de vissen in kraampjes uitgestald liggen en de handelaren via internet de bestellingen van taveernes en hotels noteren.
In de haven ligt de Amazone River, een vrachtboot met als thuishaven Rotterdam. Op het droge een paar Dolphins, van die snelle boten die onder andere naar de Sporaden varen en daar weer tussen de verschillende eilanden.
Op een terrasje drinken we een frappé/thee en wandelen daarna naar de Ermou; de winkelstraat van Volos. Maar eerst komen we nog langs een replica van de Argo. Dit schip speelde een rol in de mythologie rond de stad Iolkos, zoals Volos vroeger ook wel heette. De naam Iolkos kom je nog steeds tegen. Nu als een stadswijk. Maar goed Iolkos dus; toen Pelias de troon had ingepikt van zijn broer Aisoon en zo koning werd van Iolkos was koning Pelias bevreesd dat hij door een nakomeling van zijn broer zou worden omgebracht. Aisoon was dat ter ore gekomen en die verborg daarom zijn zoon Iason in de grot van de centaur Chiron hoog in het Pilion-gebergte.
Een orakel had Pelias verteld dat een man met één sandaal hem het koninkrijk zou ontnemen. Op zekere dag – toen hij aan de goden een offer opdroeg – ontdekte Pelias een reiziger, die aan een voet een sandaal miste. Dit was Iason, die zijn rechtmatige troon kwam opeisen. Pelias ontving Iason heel vriendelijk, maar toen Iason om zijn erfdeel vroeg stelde Pelias als eis dat Iason het Gulden Vlies uit Kolchis moest halen. Iason riep de hulp in van een grote groep moedige mannen, koningszonen ook en liet een schip bouwen: de Argo.
Voor de bouw was een stuk hout van de heilige eikenboom van Dodoni (zie onze verhalen uit Parga). In Kolchis wilde koning Aietes het Gulden Vlies slechts afgeven als Iason een aantal opdrachten zou uitvoeren. Medea, de dochter van de koning werd verliefd op hem. Iason beloofde met haar te trouwen en als tegenprestatie gaf zij hem een smeersel waarmee hij voor een dag onkwetsbaar was. Maar ook kreeg hij van haar nog andere raad.
Nadat Iason zijn opdrachten had vervuld, hield Aietes geen woord. Iason nam daarop het Gulden Vlies weg en vertrok met Medea. Aietes zette de achtervolging in. Om haar vader op te houden doodde Medea haar broer Absyrtos en wierp zo nu en dan een stukje van hem in de zee. Aietes verloor tijd bij het verzamelen van de delen van zijn zoon en zo slaagde Iason te ontkomen.
Terug in Iolkos weigerde Pelias zijn afspraak na te komen. Medea slaagde erin het paleis binnen te dringen en kreeg de dochters van Pelias zover huh vader te doden. Zij had verteld dat de dochters op die manier meehielpen aan een verjongingsproces van Pelias. De mythe kent hierna meerdere varianten. En daar ga ik het nu niet over hebben.
Want wij lopen immers inmiddels in de winkelstraat – een wandelgebied, waardoor ook gefietst, gescooterd en op motors wordt gereden. Wij zijn op zoek naar de synagoge, die ligt hier vlak achter, in de omgeving van de indrukwekkende Methamorphosseskerk. Tineke herkent het gebouw aan de vorm en even later zien we een aantal Davidssterren. Uiteraard is er niemand aanwezig. Het is vrijdag en om zeven uur gaat-ie open zegt een man, die uit een bedrijfje tegenover de synagoge komt.
Wij wandelen verder en ik kom in het park tussen het theater en het stadhuis in gesprek met een Tsjech die vanuit Zuid-Spanje een wandeling met zijn hond maakt rond de Middellandse Zee. Hij is nu een jaar en twee weken onderweg. Heeft een Australische hoorn bij zich omdat hij het geluid daarvan zo mooi vindt. Onderweg krijgt hij weleens wat en verdient hier en daar wat bij. Vanuit Griekenland wil hij door naar Turkije, vervolgens naar Syrië en daarna Israël, waarna hij via Noord-Afrika teruggaat naar zijn beginpunt. Hij schat nog twee tot drie jaar onderweg te zijn. Ach, het maakt hem niets uit, hij heeft toch niets anders te doen.
In dit park staat op een hoek bij Xenofontes en Dimitriados een indrukwekkend monument ter nagedachtenis aan de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als we dat fotograferen worden we uitgenodigd om om negen uur deel te nemen aan de voorbereidingen van de sjabbat. Dan zitten we echter al lang in Kalá Nerá.
We lopen nog een stuk terug door Ermou, dat nu grotendeels verlaten is. Tussen half drie en vijf uur zijn hier de winkels dicht. Er is zelfs geen broodje gyros te krijgen. Dan maar naar een junkfood zaak aan de boulevard. Bij Goody’s serveren ze hamburgers. Stink er niet in, ga er niet heen, zelfs het eten bij MacDonalds is nog smakelijker. En de bak cola is meer ijs dan cola.
Terug naar het busstation, waar bussen arriveren naar Athene en Thessaloniki, maar ook naar Ioanina, de hoofdstad van Epirus. En die naar Kalá Nerá vertrekt om half vijf, van perron drie vang ik op van de speaker en wordt mij bevestigd door een paar vrouwen. De kaartjes 3,20 euro (samen) heb ik al binnen gekocht. Als de bus zich door de drukke Dimitriados worstelt zie ik de ene na de andere zaak waar broodjes gyros wordt verkocht. Ach geeft niet. Onderweg vult de bus zich lekker. Of de bus ook daadwerkelijk in Kalá Nerá stopt? Wij hebben het niet uitgeprobeerd. Aan de rand van het dorp stappen we uit. En ’s avond eten we in kamer twaalf van Kamèlia een kopje soep en wat brood met Russische salade.

Geen opmerkingen: