10 juni 2010

Aghia Marina

Deel 4 woensdag 12 mei 2010
Wakker worden, naar de bakker gaan, het is voor mij op vakantie bijna een vaststaand ritueel. Een rond wit, terugwandelen terwijl hier en daar een straatje wordt geschrobd, terrasjes nog worden opgeruimd en een groepje mannen zit te wachten bij het piertje. Hoeveel vis zal er vandaag weer worden binnengebracht.
In Kamèlia het ontbijt verzorgen. Tineke heeft niet in de gaten dat het allemaal zo snel gaat en schiet op het laatste moment haar/ons bed uit. We eten ook vandaag weer in de tuin. Het is niet zo blauw als gisteren, wat meer wolken. Oma scharrelt wat rond en Maria voelt zich niet goed. Maar bezorgt mij wel een dienblad zodat ik niet zovaak heen en weer hoef te pendelen met onze ontbijtspullen.
Nadat ik klaar ben met de vaat zit Henny beneden, onze Molukse hostess. Er komen nog twee vrouwen bij, die in een ander appartement zitten en een spannend verhaal vertellen over problemen die zij met hun huurauto hadden. Hun Meteora-reis gaat misschien niet door zaterdag, vanwege onvoldoende mensen. Nou, laten wij dan maar een weekje eerder gaan. Als we daarmee de reis kunnen laten doorgaan. We horen het nog wel. Zegt Henny. Betaald is er al wel.
Morgen is er een inzegening van dieren op het strand, nabij de tent van Paris. Dat is een vast ritueel op Hemelsvaartdag hier in Kalá Nerá. Om elf uur, Henny hangt een plakkaat op het informatiebord met die informatie.
Tegen elven, veel later dan gepland beginnen wij aan onze wandeling naar de heuvels en naar de spoorbaan. De weg aflopen en bij de hoofdweg linksaf. Tot zover gaat alles goed. Maar nu nog de juiste wandeling zien te vinden. Voor Tineke zijn alle woorden Grieks, dus daar hebben we niet veel aan als het om de juiste weggaat en Henk? Ach Henk is Henk. En dan weet je het wel.
Met hem kun je de oorlog niet winnen. Hij is nooit bij de padvinderij geweest en zijn diensttijd kwam hij zonder strepen door. Heel bijzonder, want op zijn kamer van acht man was hij de enige, die dat voor elkaar kreeg.
Hiermee is dus eigenlijk al wel duidelijk dat wij niet de wandeling, die de avond ervoor in elkaar was gezet, wordt gelopen. Het moet een korte wandeling worden. Een korte wandeling, ja dat wordt het wel. En achteraf is het allemaal heel gemakkelijk hoor om te oordelen. Ik heb al meteen een slecht gevoel. We lopen te veel evenwijdig aan de hoofdweg en komen een verwijzing tegen naar Aghia Triada, dat veel westelijker hoort te liggen. Een afgesloten stuk terrein geeft aan dat we bij een stuk terrein zijn gearriveerd dat eigendom is van dit klooster. Het pad houdt hier ook op. Ik klim nog wel iets omhoog voor een mooi plaatje, maar er zit niets op dan terug te lopen.
De verwijzing Milies vertrouw ik niet helemaal, er is nog een mogelijkheid, Aghia Marina. Op de kaart niet terug te vinden. Het blijkt om een kerkje te gaan. Midden in de natuur. Op afgesloten terrein.
We lopen door, komen op een kruispunt en kiezen de meest voor de hand liggende weg. Zou je denken. Die weg loopt dus dood bij een hut. Dan blijft er maar een ding over. Je nederigheid erkennen, weten dat je echt helemaal verkeerd zit en de weg terugwandelen tussen de talloze olijfbomen door, waarvan de bladeren zilvergroen kleuren. Volop in de bloesem zitten. Een prachtig gezicht En daar geniet ook ik van.
Bij de hoofdweg lopen we richting het begin van het dorp, bij de grote bakker en onderweg zie ik een aanwijzing voor een ander pad. Naar Pinakates. Ja, dat is de wandeling die ik voor ogen had. Misschien iets voor morgen? Laat ik het maar niet te hardop zeggen. Deze vakantie verloopt tot op heden volledig anders dan ingeschat. Dus…
Nee, we zijn ook nog niet gaan zwemmen. Hebben de waterschoentjes thuis laten liggen. En die zijn hier ook (nog) niet te krijgen. Misschien volgende week. We wandelen terug naar Kamèlia, eten daar wat en gaan op vliegenjacht, waarbij Tineke’s kleine teen het moet ontgelden. Oh jee, hoe moet dat verder met wandelen. Tineke gaat vervolgens een tijdje zitten bakken op het balkon, terwijl Henk zijn gewicht verplaatst naar de tuin, leest en in gesprek raakt met enkele andere vakantievierders. Met hen ideeën en belevenissen uitwisselt.
’s Avonds gaan we uit eten. Dat is heel normaal. Tineke hoort vrolijke muziek en gezang. Als wij naar het dorp wandelen is dat beide voorbij. Dus geen plaatjes van zingende kinderen. Ach meestal heeft de Griekse muziek iets treurigs over zich, dus zo erg is dat nu ook weer niet. We belanden vanavond opnieuw op het terras van Paris, waar we een marouli nemen als voorgerecht. Ik voel me daarbij net een konijn en prik pas wat weg als de rest van de maaltijd geserveerd wordt. Daarvoor al met de broer/eigenaar een glaasje tsipouro weggeslokt. Tineke heeft gekozen voor een stifado. Niet in een potje geserveerd, maar op een bord. Niet met aardappelen, maar met patat. Jammer, verloren kans van de kok. Henk neemt een bifteki. Kaal, zonder saus. Zo onder de gril vandaan. Op het terras zijn veel klagers aanwezig en Tineke hoort dat allemaal aan. Henk hoort van dat alles lekker niets. Na twintig euro betaald te hebben verlaten wij na tienen het centrum van het dorp en kuieren huiswaarts. Tineke gaat nog even buiten zitten lezen, terwijl ik in een diepe slaap val; tot een uur of zeven donderdagmorgen.

Geen opmerkingen: