12 juni 2010

BOX

Deel 6 vrijdag 14 mei 2010
We hebben nog een heel brood over van gisteren en ondanks dat we geen Zeeuwen zijn vind ik het zonde om naar de bakker te lopen. Ik gun Tineke haar dutje, zodat ik niet meteen om half acht met het ontbijt maken start, maar ga eerst nog een uurtje lezen. Vandaag hebben we de beschikking over een auto, onze BOX heeft de maten 5833. Die wordt om half tien afgeleverd. Als de rode Hyundai er om tien voor tien nog niet is, geeft Tineke mij haar autopapieren en gaat zelf een halfuurtje rennen. En uiteraard wordt er dan twee minuten later op de deur geklopt en moet ik de honneurs waarnemen.
Het is een flink geblutste kar, die ongetwijfeld al eens het kilometerklokje rond is gegaan, hoewel de lak daar op de onbeschadigde plekken eigenlijk ook weer er te fris voor uitziet.
Maar goed alle schrammen zijn aangetekend en ik zet mijn handtekening. Als de verhuurder weg is verschijnt een kwartier later Tineke al weer. Heeft een vol rondje gelopen en dat is iets korter dan wat zij eerder heeft gedaan, maar ja twee keer een rondje is ook weer zowat. Dat is trouwens van latere zorg. Douchen, snel een witte was en op pad. Naar Ano Lechónia, het beginpunt van de Moutzouris, zoals het beroemde stoomtreintje van Pilion heet.
Dit treintje reed voor het eerst in 1895 en heeft tot 1971 een dienst onderhouden met Milies. Tegenwoordig rijdt het in de weekenden voor de toeristen. Vlakbij het treinstation parkeren we de auto. Langs de hoofdweg zit een internetcafé waar we ons eerste mailtje opstellen, verder snel de binnengekregen mail ontvangen. Alleen Tineke heeft iets zinvols, de 58 berichten voor Henk gaan er in een keer af.. We checken het belangrijkste nieuws en dat is het dan weer. Nee, niet het weer, gewoon Hollands nieuws. Ik blijf nieuws gierig.
Nog even een korte wandeling door het dorpje, dat heel vroeger bekend stond onder de naam Methonia. Op de Nevestiki-heuvel liggen nog de ruïnes van de oude stad. Van hieruit rijden we de heuvels in. Misschien iets voor later om te bezoeken, op te zoeken, maar nu gaan we op zoek naar een klooster. We volgen de weg naar Pinakátes en komen eerst in Aghios Vlásios. Niet veel verder mis ik de afslag naar het klooster van Theotókou en ben er wel als de kippen bij als het bordje van het Taxiarchon-klooster wordt aangegeven.
Dat heeft niets te maken met de 25 nonnen, voor een deel zelfs heel jong, die er verblijven, maar het is gewoon goed zichtbaar vanaf de doorgaande weg. Ik heb natuurlijk geen lange broek bij mij. En Tineke geen rok, de omslagdoek voor haar schouders is niet voldoende. Okay, jammer ben ook niet van plan om een doek om mijn benen te slaan. Het is bovendien bijna twee uur en dan gaat de boel hier dicht, hermetisch dicht. Maar wel pas nadat Tineke een pot met iets van een meloen heeft gekocht en wij gesnoept hebben van zelf gebakken koek.
Voor de nonnen wordt een giga-grote Byzantijnse kerk gebouwd, zodat alle nonnen van de orde er terechtkunnen. Ze zijn al een paar jaar bezig. En het zal - vanwege het gebrek aan geld - wel even duren voor die kerk helemaal is afgebouwd. Zeker met het handjevol mannen dat er nu aan het werk is.
Om Tineke te laten wennen aan de auto maken we het rondje af en komen tot de ontdekking dat Aghios Geórgios Nileías, Pinakátes, Vyzitsá en Miliés een bezoek zeker waard zijn. Dus pas op… we komen hier terug. En ik kom op deze plaatsen later uitgebreider terug.
In Kalá Nerá kopen we bij de grote bakker – om de hoek – nog snel twee broden voor het geval we zaterdag vroeg uit de veren moeten voor een bezoek aan de Meteora-kloosters. Plus een spinazie-pie (Tineke) en een worst-pie (Henk) om meteen ter plekke te nuttigen.
De andere supermarkt in Kalá Nerá, waar Tineke boodschappen wil doen, is niet of nauwelijks te bereiken met de auto, zodat we bij het ons bekende adresje langs de boulevard parkeren om snel nog de inkopen te doen.
Daarna gaan we lui achterover hangen op de kamer, waar Tineke zich weer ontpopt als een ras vliegenvangster. En als de vliegen nu ook nog eens mee zullen werken, laat ze ze buiten weer los. Omdat ze dat niet doen, moeten ze hier binnen – in room 12 – rekenen op een flinke mep.
Goed ’s avonds uit eten. Dat is niets nieuws. Eerder deze week heb ik – zittend in de tuin – een kaartje van een Griek gekregen van restaurant Kanarinia. Dat zit aan de hoofdweg. Bij ons om de hoek als je de staat uit loopt. Daar maar eens proberen. Er zit echter niemand en voor ons is dat het sein om terug te wandelen naar het dorp. Avra lijkt me ook wel iets, maar Tineke kiest liever voor Nirvana. Daar zit binnen slechts een handjevol mensen en het buitenterras is helemaal leeg, zodat wij een plekje aan het water voor ons helemaal alleen hebben. Het waarom van zoweinig wordt al snel duidelijk. De bediening is stug en, misschien ook wel vanwege het geringe aantal eters, voel je je al snel opgejaagd. Een welkomstdrankje ontbreekt hier. Draait het daar allemaal om? Het hoort niet, maar het kan wel helpen. Terwijl we nauwelijks de kaart voor ons hebben, staat er al iemand om onze bestelling op te nemen. Nou die moet maar even wachten. We kiezen uiteindelijk voor een xoriatiki en Henk sluit zich bij de giouvetsi van Tineke aan, omdat de kounela nog geschoten moet worden. Patronen genoeg op de bergpaadjes, maar het konijn heeft zich niet laten verschalken. De xoriatiki is nog steeds een Griekse salade en de giouvetsi is een pasta, die heel veel op een grote rijstkorrel lijkt. Ditmaal geserveerd in een kom met een brok draadjesvlees. Smikkelen dus. Tineke krijgt haar kannetje wijn en Henk een Kaiser. Alles is beter dan Mythos. We sluiten af met een stuk ijs, van het huis. Dat wel. En alles voor net geen 25 euro.

Geen opmerkingen: