1 augustus 2007

Omniworld 3

Met dit stuk sluit ik (voorlopig?) het hoofdstuk Omniworld en tevens het hoofdstuk van mijn sportverslaggeverij af. Na het Dagblad ben ik nog wel twee jaar actief geweest als sportverslaggever bij ‘moeder’ Gooi en Eemlander en ik heb daar aardige en bijzondere mensen ontmoet, maar het haalt toch niet bij mijn tijd in Almere. Dat plezier heb ik in Hilversum nooit ondervonden,

Het derde hoofdstuk Omniworld gaat over volleybal.
Wie het hoofdstuk historie op de website van Omniworld bekijkt wordt helaas opgezadeld met een pertinente leugen, die al jaren door een groepje leden van het voormalige Alstavo’81 wordt uitgedragen.
Ik citeer:
Hoe is vc Omniworld ontstaan?
Begin jaren ‘80 heeft een aantal in Almere Stad woonachtige leden zich van volleybalvereniging Almere Haven afgesplitst en zijn een eigen vereniging gestart.
Grrrr. Hoe zit de zaak wel in elkaar. Juist om te voorkomen dat er bij de komst van een volleybalvereniging in Stad een groep leden uit dat stadsdeel zou vertrekken, noem dat gerust een afsplitsing, heeft het bestuur van vv Almere-Haven (met streepje) erop aangedrongen om daar een club op te zetten. In Stad werd dat door een enkeling gevoeld als: wij zijn niet welkom. Dat werd rondgebazuind maar was absoluut niet waar. Een kleine bestuursdelegatie uit Haven heeft zelfs tijdens een informatiebijeenkomst, vanuit de afdeling sportzaken was Mike Boelijn aanwezig, tekst en uitleg gegeven over talloze zaken, onder andere uitgelegd waarom Almere-Haven in het Gooi en niet in Amsterdam speelde. Tevens werd alle hulp aangeboden om iets van de grond te helpen. Tijdens die bijeenkomst werd besloten een vereniging te beginnen en werd ook de naam Alstavo genoemd. Dit heb ik niet uit de tweede hand, want ik was erbij. Als secretaris van Almere-Haven.

Genoeg over dat gedeelte.
In 1999 is de organisatie Omniworld gaan samenwerken met AMVJ. In de beginfase werd die naam ook aan de club gelinkt, omdat de Amstelveense vereniging over de eredivisielicentie beschikte. Er waren in die periode gesprekken tussen de diverse volleybalclubs in Almere om samen te gaan werken. Mede door de komst van AMVJ is dat nooit van de grond gekomen. In 2001 is armlastige Alstavo’81 opgegaan in Omniworld, zodat er ook breedtesport onder de noemer Omniworld valt.

Zoals ik ook het basketbalartikel met een coach ben begonnen, zo begin ik ook het spelers/trainersgedeelte met een trainer. Martin Teffer geeft vier jaar leiding aan Omniworld en haalt het uiterste uit de spelersgroep. Talloze jonge gasten maakt hij beter en als geen ander weet hij een hechte groep van het spelersmateriaal te smeden.
Bijna onbewogen staat Teffer meestal langs de kant, maar niet altijd weet hij zich in toom te houden en een enkele keer ziet men hem langs de lijn ontploffen. Stoom afblazen doet hij meteen na afloop, met een sigaretje. Soms staat hij toe dat ik een shaggie meepaf, maar niet praten en zeker niet over volleybal is het devies. Hij beleeft dan de wedstrijd nogmaals en kan en wil pas na een kwartier met de pers praten. Als Olof van der Meulen bij de selectie komt, roken die twee samen na afloop een peuk. Na vier jaar Almere zet Teffer zijn trainerscarrière in Frankrijk voort.

Ik noem een tweede coach: Toon Gerbrands, toen van Dynamo uit Apeldoorn tegenwoordig actief bij het poenerige AZ uit Alkmaar. Dynamo is de toonaangevende vereniging van Nederland in die tijd met heel wat meer geld te besteden dan de Almeerse club. Omniworld weet een paar keer te stunten tegen de Apeldoorners en wordt zelfs op de duur gelijkwaardig. Gerbrands is een slecht verliezer, dat is al langer bekend. Na iedere nederlaag zoekt hij valse excuses zonder eens naar de realiteit te willen kijken. Na de verloren wedstrijd om de Supercup in 2002, op een stormachtige dag in Amsterdam, laat hij zijn herinneringsmedaille boos op de tribune liggen. Verongelijkt omdat zijn club door de arbitrage is benadeeld. Terwijl eigenlijk een van zijn spelers wel heel erg ongemanierd bezig was.
Ik heb de medaille opgeraapt. Hij hang bij mij aan een boekenkast op zolder.
Toon je kunt hem nog steeds bij me afhalen.

De eerste spelersgroep in Almere was redelijk onervaren met bijvoorbeeld tweede spelverdeler Jelle Scheurwater, Edward Kamphuis en Bas Hellinga. Bas is kwalitatief niet de beste volleyballer van de groep, maar de passer-loper heeft wel een uitstekende wedstrijdmentaliteit en past daarom heel goed in het plaatje dat Teffer bij Omniworld voor ogen heeft. Hij heeft bovendien een keiharde service, waarmee hij vooral in de beginfase redelijk veel scoort. Toch maakt hij daarmee ook veel fouten en de coach geeft hem opdracht meer variatie aan te brengen. Hellinga luistert bijna altijd en voert ook die opdracht uit. Voor de pers is het bovendien een gouden knaap, die altijd bereid is zijn mening te vertellen.

Eerste spelverdeler is het eerste seizoen Henk Jansma, een ex-collega van Naomi. Hij wordt later opgevolgd door Scott Newcomb, Australisch international. Newcomb is op dat moment misschien wel de beste spelverdeler in de Nederlandse eredivisie en kan als geen ander een wedstrijd lezen. Hij heeft een aparte opslag en verbaast zowel vriend als vijand. In 2002 verlaat hij de club.

Een jaar eerder is diagonaalspeler Olof van der Meulen bij Omniworld gekomen. Een van de gouden mannen van de Olympische Spelen van 1996. Van der Meulen was prof in Japan voor hij terugkeerde naar Nederland en een contract bij Omniworld tekende. Voor hij een wedstrijd in het Omniworld-shirt heeft gespeeld heb ik mijn eerste gesprek met hem. In Sneek in een café. Met de bus – de Interliner – leg ik de weg van Almere naar Sneek af. Later heb ik nog heel wat gesprekken met deze sympathieke speler, die met Omniworld in 2002 de titel pakt, gevoerd. Een belangrijke rol in het team speelt in die periode ook nog de Japanse libero Go Urano, een heerlijk joch en een uitmuntende verdediger. In 2004 sluit hij zijn actieve loopbaan als speler af en zijn shirt met nummer twaalf wordt als eerbetoon in de hal opgehangen.

Een andere man uit het gouden Olympische team is Ron Zwerver. Die is enige tijd aan Omniworld verbonden als directeur, maar verantwoordelijk voor het aantrekken van sponsors. Hij is erbij als ik mijn laatste wedstrijd als verslaggever uitzit en ik krijg op de laatste speeldag van het jaar een fraaie fles wijn en enkele goedbedoelde afscheidswoorden. Het spel zelf blijft trekken bij Zwerver, die dit jaar bij Nesselande aan de slag gaat als coach.

Na mijn afscheid als sportverslaggever in Almere ga ik met Naomi nog een keer terug en bekijken een wedstrijd uit de Top Teams Cup. Omniworld haalt de finale en wordt daarin verslagen.

Geen opmerkingen: