20 augustus 2007

Assen

De eerste keer dat Tineke en ik naar de TT van Assen afreizen slapen we van vrijdag op zaterdag in Koekange, bij Harm en Roelie. Roelie is een nichtje van Tineke. Harm, overleden na een slopende ziekte, was een voormalig grasbaanracer en gaat volgens Tineke ieder jaar naar de TT. En met hem kunnen we ongetwijfeld wel mee, zodat hij ons wegwijs kan maken.
Harm is nog steeds gek van motoren, maar naar de TT gaan is er in ieder geval dat jaar niet bij. Wel zet hij ons af bij het station Hoogeveen, zodat we het laatste stukje met de trein kunnen. Althans naar Assen, want vanaf het NS-station gaan taxi’s en speciale bussen.
We pakken zo’n bus. Rond het circuit is het verkeer aardig vastgelopen en dat laatste – lopen – moeten wij het restant ook.
Als wij bij het circuit arriveren is de eerste race al begonnen. Assen heeft een vol programma met zes starts, dus vroeg starten moet om alles aan bod te krijgen. Natuurlijk kunnen we een tribuneplek wel vergeten. Die moet je ruim van tevoren reserveren, of mazzel hebben dat je op uitnodiging op de VIP-tribune terecht kunt. Nou, reserveren hebben we niet gedaan en uitgenodigd door een belangrijke sponsor zijn we ook niet, dus moeten we een plekje zoeken langs de baan.
Dat eerste jaar blijven we niet op een plek hangen, maar volgen de richting van het circuit en eindigen bij de Veenslang, aan de achterkant van het rennerskwartier. Daarvandaan zie je toch ook nog wie er een goede start heeft, heb je – van veraf – ook nog een blik op de befaamde kniebocht/Jaap Timmerbocht en kun je aardig inschatten hoe de finish is.
Na afloop van de races is het zoeken naar de bussen, die horen op de plaats te staan waar we zijn afgezet, maar kunnen daar kennelijk nu niet komen. Dat betekent voor ons een wandeling naar het centrum en het station. Een aardige tippel, maar een kniesoor die daarover zeurt.
Het circuit bestaat was vroeger alleen openbare weg, later bestaat het voor een deel uit openbare weg en een gedeelte dat alleen voor races wordt gebruikt. Het is in die jaren ook veel groter dan nu en misschien daardoor ook wel lastiger dan veel andere circuits. Diverse renners spreken met ontzag en een enkeling ook wel met enige vrees over Assen. In de loop der jaren is het circuit regelmatig aangepast en talloze fraaie stukjes zoals Bedeldijk, Stroomdrift en Vennen zijn helaas verdwenen. Ook door het mekkeren over geluidshinder, door mensen die een woninkje betrekken in de buurt van het circuit, krijgen de coureurs niet de ruimte om te racen.

Bij latere bezoeken aan de TT besluiten we ieder keer al op vrijdagavond naar het circuit te gaan. Een slaapzak mee en een stuk grondzeil, dat je met het grootste gemak kunt achterlaten, want milieubewust is slechts een enkele bezoekers. Na zo’n racedag blijft er echt ontzettend veel vuil achter.
Door al op vrijdagavond te vertrekken zijn we steeds verzekerd van een mooie plek. We rijden de avond ervoor door kleine omliggende plaatsjes, waar flink wordt gefeest en drank wordt ingeslagen. Ik slaag er altijd weer in om ’s nachts een dutje te doen. We zijn nooit de eerste, maar hebben wel de ruimte en daarna is het vreemd om wakker te worden op een talud waar de mensen zich bijna verdrukken om nog een gunstig plekje te kunnen verkrijgen.
Het heeft iets knus, geeft ook een saamhorigheidsgevoel. En als je even opstaat om een plas te doen of om – achter het talud - eten of drinken te scoren, dan hoef je niet bang te zijn dat een ander jouw plekje heeft ingepikt.

Andere (straten)circuits bezoeken we in Nederland niet. Toch gaan we niet alleen naar de TT maar ook naar de Formule 750. Zo heet de race voor de zwaardere motoren in die tijd nog. Die wedstrijd wordt in tegenstelling tot de TT niet in juni, maar altijd in september gereden. Elders in de wereld gaat het soms om een wedstrijd van 200 miles, in Nederland en ook wel op andere circuits wordt die afstand in twee stukken geknipt. En om het voor het publiek aantrekkelijk te maken, worden er dan een of twee andere wedstrijden aan toegevoegd als bijprogramma. Dat kunnen nationale races zijn, maar ook worden er wel internationale wedstrijden aan toegevoegd.
Een van die bezoeken zal me altijd bijblijven. We zitten op de tribune, op het lange rechte eind. Helaas zonder fototoestel. Johnny Cecotto komt als eerste uit de bocht en accelereert te fel. Cecotto gaat onderuit, zijn tank vat vlam en zeilt over de baan richting tribune. Tot grote ontzetting van veel toeschouwers. Tot opluchting van iedereen vallen daarbij geen persoonlijke ongelukken.
Hierdoor wordt wel het veiligheidsaspect van de motoren bekeken en er komt uiteindelijk speciaal materiaal waardoor (brand)ongelukken zoals die keer niet meer kunnen gebeuren.

Geen opmerkingen: