22 augustus 2007

Ommen

Tussen het slot van het vorige stuk en de start van dit verhaal zit twee jaar. Op een mensenleven is dat niet veel, maar in die twee jaar is er wel heel veel gebeurd. En niet zomaar iets, maar iets waardoor ons leven volledig verandert. Ik bedoel de geboorte van onze oudste dochter Naomi.
Met haar, Meindert en Lia en hun (oudste)dochter Annemieke gaan we in de zomer van 1981 op vakantie naar Ommen, met twee tenten naar camping Besthmenerberg.

De voorbereidingen worden eigenlijk al vroeg in het voorjaar getroffen. Meindert en Lia kennen de camping en in april gaan we met z’n allen een kijkje nemen bij de camping en spreken we af dat we later in het jaar, in juli, met twee tenten komen. Althans wij komen met een tent en Meindert en Lia maken gebruik van een bungalowtent, die voor die tijd ook al door familie van hen is gebruikt.
Die bungalowtent is op een prachtige plek neergezet. Daar zijn we het eigenlijk allemaal mee eens. Totdat… Dan blijkt die mooie plaats absoluut niet de beste cq slimste plaats van de camping te zijn. Want na een fikse regenbui blijkt dat een groot deel van het veld blank staat. Bovendien is juist dit veld is het laagste deel van de camping en onze plaats is ook nog eens het laagste van het veld.
Er is nu echt sprake van een waterballet. Het regenwater is daardoor massaal onze tenten ingestroomd. Alles wat op de grond ligt, zoals kleding, is drijfnat. Via de campingbeheerder kunnen we voor een zacht prijsje een paar dagen een huisje huren, zodat onze vakantie niet meteen volledig in het water valt.
Meindert en ik verhuizen de spullen van de tenten zoveel mogelijk over naar het vakantiehuisje, terwijl Tineke en Lia al snel begonnen zijn met wassen en te drogen hangen van natte kleding. Al snel hangt er een vochtige geur in het vakantiebungalowtje, een kacheltje snort en zorgt voor een aangename warmte.
Na de kleding moeten ook de overige (kook)spullen en tenten eraan geloven, want ook die moeten weer schoon en droog zijn, zodat we de tenten op een betere plek weer kunnen opzetten, want we laten ons door een of twee regenbuien niet meteen kennen.
Na een paar dagen zijn we inderdaad zover. We hebben de tenten droog weg kunnen halen en hebben ondertussen op de camping goed rond gekeken. Niet eens zo ver van onze vorige plek ligt een aardig stukje grond waar we met het grootste gemak onze tenten ruim kwijt kunnen. En belangrijker nog, dat plekje is droog gebleven tijdens de zondeval. Dit stuk heeft niet blank gestaan.
We kunnen de openingen naar elkaar zetten, zodat we een knus de ruimte creĆ«ren, waar de kinderen – met enig ouderlijk toezicht – zich vrij kunnen bewegen. Zover ze daar toe in staat zijn natuurlijk.
Net als we alles klaar hebben, de tenten hebben neergezet en ingericht, komt de volgende stortbui, gelukkig bijna de laatste van die vakantie. Maar dat weten we op dat moment nog niet.
Snel naar buiten en voor alle zekerheid met een dienstschopje de grond rond de tent los maken en een klein geultje graven, zodat daar de eerste regen in wordt opgevangen. Op het moment dat we buiten staan, slaat op luttele meters van ons de bliksem met een geweldige klap in een boom. Staan we wel echt zo goed? Ik ben toch al geen held met onweer.
Het blijft gelukkig bij die ene klap. En nog beter het weer wordt snel beter, waardoor het aangenaam toeven wordt op de camping.

Voor de kinderen is er op kruipafstand een zandbak, die niet is omgetoverd tot moeras. Gewapend met schepje en emmertje vermaken Naomi en Annemieke zich uitermate. Tineke en Lia houden zich bezig met de was, de was en nog eens de was. Ja, dat moet wel die kleintjes. Annemieke is niet te beroerd om ook een handje uit te steken.

Nee, we blijven niet de gehele dag op de camping en we blijven ook niet 24 uur per dag op elkaars lip zitten. Wel gaan we met de kinderen naar Ommen, naar de biggetjesmarkt. Altijd weer een spectaculair gezicht. Althans dat was het vroeger. Anno 1981 is het al een stuk minder dan in de jaren zestig. Toen ben ik daar wel met Hendrik de Boer, een veeboer uit Oud-Leusen geweest, bij wie ik een paar keer heb gelogeerd en met wie ik op de tractor mee naar de markt mocht.

Tineke en ik zijn met Naomi ook nog een dagje naar Emmen gegaan, naar het Noorderdierenpark. Misschien wel de mooiste dierentuin van Nederland. Toen nog volop in ontwikkeling maar wij wisten toen al dat we daar zeker nog eens zouden terugkeren.
Ook naar de kinderboerderij waar een geitje wel heel veel belangstelling voor Naomi heeft. Het beestje begint aan Naomi te sabbelen. Tineke, zeker niet de beroerste, wil wel even weten hoe dat aanvoelt.
Au.
Dit was geen sabbelen meer. Ze wordt flink gebeten en krijgt voor alle zekerheid nog een tetanusprik. Maar ook dat kan deze aardige vakantie niet verpesten.

Geen opmerkingen: