De Stoel
Ineens ligt-ie er.
Onder aan het talud, bij het Stichtsepad.
Op zijn kop. Zijn bruine kontje steekt omhoog.
Verlaten!
Verloren?
Vergeten?
Op weg naar?
Een dag later staat-ie er.
Onder aan het talud, bij het Stichtsepad.
Op zijn vier pootjes.
Nog steeds verlaten.
Maar niet meer triest.
Fier.
Trots.
Te wachten op?
Twee dagen later staat-ie er nog steeds.
Onder aan het talud, bij het Stichtsepad.
Niet meer verlaten.
Twee ontbijtbordjes in zijn schoot.
Opnieuw wachtend op?
Een week later staat-ie er nog steeds.
Onder aan het talud, bij het Stichtsepad.
De bordjes zijn weg.
In je schoot ligt een leeg pakje Marlboro.
Te wachten op?
De grasmaaier komt langs.
Voorzichtig wordt-ie opgepakt.
Je rustplaats is nu een metertje verder.
Onder aan het talud, bij het Stichtsepad.
Het lege pakje ligt in het natte ochtendgras.
Te wachten op?
Op een avond ben je ineens weg.
Geen rustplek meer voor een vermoeide reiziger.
Onder aan het talud, bij het Stichtsepad is het leeg.
Ik mis je.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten