16 juli 2007

Voetbal

Sport is de belangrijkste bijzaak in het leven. Die uitspraak van Kees Jansma kan ik volledig onderschrijven. Er zijn wel varianten op, maar daarmee wordt slechts geprobeerd een sport een status te geven die het niet verdient. Een van de varianten gaat bijvoorbeeld over voetbal. Het woordje sport heeft plaatsgemaakt voor voetbal. De sport die in Nederland de meeste aandacht krijgt op televisie. Zoveel dat de rijen voetbalhaters snel groter wordt.

Voor de kranten is voetbal in ieder geval de belangrijkste sport om te volgen. En dat was ook bij ons het geval, bij het Dagblad van Almere. Toen ik bij de redactie kwam had je drie verenigingen: sv Almere, AS’80 en Flevo’80. Over die clubs zal ik het hebben, maar ook over de voetbalverenigingen die daarna kwamen. Al die verenigingen hebben een ding gemeen. Bijna alle bestuurders bedoelen het goed, de meeste bestuurders proberen echter hun oude vereniging te kopiëren en daar gaat het mis. Er zijn meerdere kapiteins op een schip; botsingen, scheuringen zijn het gevolg.

De oudste vereniging is sv Almere. Opgericht in 1977. Eerst spelend in de afdeling Utrecht van de KNVB, daarna overgestapt naar de toenmalige AVB omdat men geen raad wist met ‘die boeren’ uit de provincie. De vereniging van Jan de Moor zo wil ik de club omschrijven. De club blijft erg lang amateuristisch, zegt geen vergoedingen te willen betalen aan spelers, maar weet ook wel dat zoiets wel moet en gaat uiteindelijk mee. En bijna onderuit in 2007. Doordat de inkomsten en de uitgaven niet meer in de juiste verhoudingen zijn. Er ontstaat een belastingschuld. Sportief gezien blijft de club achter bij de verwachtingen. De vereniging had, gezien alle mogelijkheden, al lang in de eerste klasse behoren te spelen.

AS’80 is voor mij de vereniging van Gerard Baljet. Een man die lange tijd niet met mij wil praten. Waarom? Ik weet het niet en Gerard vertelt het mij niet. AS’80 stevent sv Almere halverwege de jaren tachtig voorbij, maar blijft in de derde klasse hangen. De ambities zijn hoog, er wordt een Stichting Topvoetbal Almere opgericht om topvoetbal mogelijk te maken. Klaas Wilting is daar bij betrokken. Die maakt een fout: hij neemt de woorden betaald voetbal in zijn mond. Dat is het streven ooit, maar daarop wordt de vereniging meteen beoordeeld en afgeschoten. Baljet moet het veld ruimen, Wilting niet veel later ook. AS’80 komt in slecht weer terecht. Baljet keert heel even terug, en met hem bij sommige leden de hoop dat er nog iets van de vereniging te maken valt. Maar de vrije val is niet te stuiten.

Flevo’80 is een afscheiding van sv Almere. De meningen bij de oudste voetbalclub liepen te ver uiteen. Wim van Eijl, medewerker van het bondsbureau in Amsterdam, loopt hier jaren rond. De club trekt een goede sponsor/geldschieter aan. Spelers die met ruzie bij Baljet en Wilting zijn vertrokken komen naar het Wierdenpark in Haven. Maar een deel is ook op leeftijd en er is geen verjonging. Nadat de sponsor vertrekt, blijkt ook Flevo’80 op te grote voet geleefd te hebben. Wethouder Cees van Bemmel trekt uiteindelijk de steker eruit.

In Almere Buiten wordt in 1985 Buitenboys opgericht. Razendsnel om maar te voorkomen dat asc Waterwijk, de tweede vereniging in Stad, tijdelijk op de al aangelegde velden in Buiten gaat spelen. Bestuurlijk heeft deze vereniging veel verloop. De schatkist is vaak leeg, problemen op het veld, vooral op zaterdag. Doe ik daarmee de vereniging tekort. Misschien wel, want er is ook een rustige tijd geweest met een groep fijne voetballers en Bauke van Inge als gedreven hoofdtrainer.

Dat Waterwijk komt inderdaad van de grond en heeft zijn blik op sportpark Polderkwartier laten vallen, om te beginnen. Daar willen de mensen uit Buiten de Waterwijkers niet hebben. Die Waterwijkers zijn voor een deel gefrustreerde leden van AS’80. Een enkeling zal daar later toch weer terugkeren. Voor mij is het de club van ‘ome Jan’ de Ridder. Hij praat de sponsors heel wat geld uit hun zak en is heel rechtlijnig. Te rechtlijnig, waardoor hij op een zeker moment aan de kant wordt geschoven. Mede door familie. Waterwijk start op sportpark Bok de Korver, samen met Real Almere en heeft veel problemen met die vereniging. Later verhuist de vereniging naar sportpark Rie Mastenbroek in de Kruidenwijk. In de Waterwijk zelf zal het nooit voetballen. De vereniging heeft een prachtige jeugd, maar slaagt er vooralsnog niet in om dat ook te vertalen in sportieve resultaten bij de senioren

Met Real Almere is een al verdwenen vereniging genoemd. Opgericht door Surinamers. Goede voetballers zoals voorzitter Johan Seedorf, inderdaad de vader van … Maar ook de voormalige prof Roy Dannarag is hier te vinden. Het kan er heel gezellig zijn, vooral na afloop. Maar de spelers raken ook snel gefrustreerd, voelen zich gediscrimineerd en bereiken te vaak hun kookpunt. Bovendien nemen ze het niet zo nauw met regeltjes. Lichten blijven aan, kleedkamers worden niet opgeruimd, er ontstaat een zwijnenstal. En ja, contributie betalen, dat doet niet iedereen! Resultaat: de club is weg.

En dan hebben we ineens Richard Smith, die naar een verhaal van Cees van Bemmel heeft geluisterd. Die al eerder aangehaalde wethouder wil betaald voetbal hebben in Almere. Fysiotherapeut Richard Smith is voorzitter van eersteklasser De Zwarte Schapen, dat ook ambities heeft. Die twee komen bij elkaar. De vereniging maakt de overstap van het niets van Amsterdam naar het niets in Almere. De vereniging gaat op Bok de Korver spelen, de club wordt getraind door de legendarische Johnny Rep. De tribune op het sportpark krijgt zijn naam. De vereniging wordt door sommige Almeerders uitgekotst, door anderen omhelst. De vereniging promoveert naar de hoofdklasse, degradeert en promoveert weer. Om de beladen naam De Zwarte Schapen (zwart geld), kwijt te raken wordt de vereniging Sporting Flevoland en later FC Omniworld.

De journalist Frits Huis (Ajax-gek) en de huisarts Nico van Duijn (anti-sport) doen er alles aan om het project te laten struikelen. Zij vertellen onwaarheden over geldbedragen. Ze houden profvoetbal in Almere even tegen, maar Omniworld laat zich niet afschepen en gaat betaald voetbal spelen. Profvoetbal in de marge. Niet in het megastadion zoals Van Bemmel voor ogen had. Op Fanny Bankers-Koen wordt een knus stadionnetje gebouwd. Richard Smith is dan al weg en is opgevolgd door René ter Borgh. Jan Schulting traint de club twee jaar. Helaas heb ik dat als sportverslaggever van ‘het Dagblad’ niet meer kunnen meemaken. Die krant is dan al opgeheven.

Er is nog een vereniging in de kelder van het amateurvoetbal actief. Forza Almere, sinds 2006. En zoals Waterwijk, Real Almere en De Zwarte Schapen voor hen, gaat ook Forza op Bok de Korver spelen. Ernesto Romano is de grote man. Cor van Os de Man, voormalig keeper bij Buitenboys en Waterwijk, verenigingen waar hij ook trainde, wordt de eerste trainer.

In al die jaren heb ik ook talloze spelers en trainers geïnterviewd. Spelers, die geen deuk in een pakje boter konden trappen, aardige voetballers, rotzakken, mensen op hun retour, ze zaten er allemaal tussen. Voormalige profs, ik noemde Roy Dannarag al en Johan Seedorf, die ooit in Paramaribo op het hoogste niveau speelde. Een jeugdige Pieter Mulders (ex-Almere), die in de eerste divisie terechtkwam. Dennis Gerritsen (ex-AS’80) en actief bij diverse profclubs, natuurlijk Johnny Rep en Richard Smith. Arno Splinter, een talent bij Ajax, net als zijn leeftijdgenoot Koffi Mensah, André Kemper.

Maar ook een jeugdige Clarence Seedorf, tijdens een van de Almeerse sportverkiezingen. Hij moest nog naam maken, was aanvoerder bij Ajax in de jeugd en speelde in het nationale jeugdteam. Op zijn zestiende debuteert Seedorf in Ajax, waarmee hij in 1994 de Champions League wint. Dat doet hij later ook met Real Madrid en zelfs tweemaal met AC Milan. Vaak wordt hij omschreven als een vroegwijze oude man. En zo komt hij ook over. Hij kiest niet altijd voor de gemakkelijkste weg en weet op veertienjarige leeftijd eigenlijk al wat hij wil en dat laat hij ook horen.

1 opmerking:

Hans zei

Hallo Henk,
dit artikel is al erg oud, maar ik wil er toch nog wat op zeggen. Ik heb namelijk vanaf het eerste seizoen bij Felvo'80 gezeten, heb nog clubblaadjes gestencilled en jarenlang een D-elftalletje onder mijn hoede gehad. Sinds 1989 woon ik in Duitsland maar denk nog graag aan mijn tijd in het almeerse voetbal terug. Ik was dan ook zeer verheugd door toeval op jouw artikel te stoten. Een klein beetje nostalgie in mijn buik en een glimlach zijn het resultaat. Ik dacht, misschien vindt je het leuk dat te horen :-)

Groetjes uit Zeven (D)
Hans Lesmeister