7 juli 2007

Een bruid van 18 – Een moetje

Na mijn diensttijd heb ik toch wel wat moeite om weer een vast ritme op te pakken. De vrijheid, die ik in Duitsland was gewend, speelt mij parten. Ik voel me thuis op mijn vingers gekeken. Ik ben eigenwijs en wil het liefst zo snel mogelijk het huis weer uit.

Ik ga daarom op huizenjacht. Hier en daar worden kamertjes aangeboden. Voor veel geld, heel veel geld. Daarvoor kun je ook een huurhuis krijgen. Alleen als je niet staat ingeschreven, dan ben je voorlopig nog niet aan de beurt. En als je wel staat ingeschreven, ook niet. Dus moet je een beetje geluk hebben. Heel veel geluk.
Optie twee: een huis kopen. Omdat ik twee linker handen heb, ben ik daar ietwat huiverig voor. Bovendien heb ik nauwelijks gespaard, zodat ik ook geen aanbetaling kan doen. Om de prijzen lacht men nu, maar ik heb het wel over 1974 en de salarissen liggen een stuk lager dan nu. En de woningen die wel betaalbaar zijn, zijn in handen van huisjesmelkers, die vooral krotten verkopen. En dan komen die twee linker handen niet van pas.

In de zomer komt ineens een cadeautje voorbij. Een gestoffeerde huurwoning. Voor vijfhonderd gulden. Voor die tijd een gigantisch bedrag, maar toch! Met mijn salaris van de belastingdienst en dat van Tineke is het te doen. En dan blijft er ook nog genoeg over om van te leven. Met hulp van mijn vader wordt de woning geschilderd. Mijn moeder verzorgt de gordijnen. En van het spaargeld wordt de inrichting betaald. Dan blijft er ook nog geld over voor de trouwpartij, want die is verplicht.

Verplicht? Ja, inderdaad.
Als ik Tineke leer ken, werkt ze in een bejaardenhuis in Loosdrecht. Ze moet daar weg en gaat in opleiding in een verzorgingshuis in Hilversum. De opleiding ziekenverzorgende. Het is een christelijk huis en zij moet intern. In het zusterhuis aan de Paulus van Loolaan.
Dat geldt voor de meisjes, maar niet voor de jongens die daar in opleiding zijn. Vreemd maar waar. Er zijn nog meer vreemde regels. Vaste vrienden (verkering, verloofdes) van de ziekenverzorgenden in opleiding moeten een pasje aanvragen en die bij de receptie afgeven als zij op bezoek komen. Iemand die zomaar eens langs komt, hoeft dat niet en mag ook zelfstandig naar het zusterhuis. De verkering moet worden opgehaald. Dat broeders (in opleiding) bij de zusters blijven slapen, is minder erg dan wanneer een vast vriendje dat doet. Dan is er heisa.

En daar wil ik vanaf. En daar wil Tineke ook vanaf. Die gestoffeerde woning is daarom een prachtige uitkomst. We kunnen gaan samenwonen op de Wagenweg in Huizen.
Of toch niet?
Met de hand op de bijbel wordt Tineke gedreigd uit de opleiding gezet te worden als zij gaat samenwonen. Hokken is niet des bijbels. Dan maar trouwen.
Op dierendag een week voor Tineke negentien wordt.

Geen opmerkingen: