22 juli 2007

Triatlon

In 2007 wordt al weer voor de 25ste keer de Holland Triathlon (met een h) gehouden. Dit fenomeen is overgewaaid van Hawaii en Nederland is het eerste land waar ook de klassieke, lange afstanden worden afgelegd. Dat doen de triatleten aanvankelijk in Scheveningen, waar de jeugdige Almeerder Gregor Stam de eerste twee edities wint.
Daarna wordt uitgeweken naar Flevoland, waar nog zoveel ruimte is. En de startplaats is Almere, dat zichzelf nog volledig wil bewijzen. Zo’n nieuwe sport past wel bij zo’n nieuwe stad. En in die stad worden de triatleten bijna doodgeknuffeld.

Die eerste edities zijn nog bijzonder primitief. Het is nog de tijd van een zwembroekje en badmuts. Zelfs de tijd van de opoe fiets. Fietsen doe je ook richting Dronten. In dat weidse landschap kan je fijn kilometers maken. Ja en lopen, acht waarom ook niet. Over de paden van de pittoreske begraafplaats. Het kan allemaal in Almere, ver voor die slogan wordt gehanteerd voor de stad.

Met een krantje in de hand zitten de toeschouwers langs de dijk om iedereen aan te moedingen. Bij naam, want zo gaat dan in Almere. Het heeft iets heel bijzonders, die sfeer.
En klappen ook voor de nummer laatst, die misschien wel met nog meer enthousiasme wordt onthaald dan de winnaar Axel Koenders, die Gregor Stam heeft onttroond.
Het is ook de AVRO, die een groot deel van de wedstrijd uitzend. Prachtige reclame voor de groeiende stad en uiteraard ook voor die nieuwe sport.

Als regionale krant zit je er bovenop. En de meeste van de wedstrijden maak ik als verslaggever van zeer nabij mee. Meestal met een heel team medewerkers, die in de loop der jaren flink wisselt. Ik noem zomaar een aantal namen van mensen die er namens het Dagblad erbij waren. Mieke Velsink, Jaap Timmers, Ta Struik, Cees van Baar, Frans van Barneveld, Marcel van Alder (ja, die van het zwembad en tegenwoordig van sportzaken), Tallis van der Valk, Maarten Bokhoven.
Omdat ik in de beginjaren vlakbij de finish (bij de sporthal van Haven) woon, gaan we tussendoor regelmatig even bij mij thuis een kopje soep eten. Verse soep, die Tineke speciaal heeft gemaakt. Een andere traditie is dat er appelgebak wordt gebakken, die op zondagmorgen wordt gegeten als Alexander Marks of Leon Dakkus of een van de anderen van Ton Kastermans de foto’s laat zien, die op de redactie op De Grote Markt worden uitgezocht. Die traditie verdwijnt bij het in ongerief raken van de oven. Ik koop nog tweemaal elders een taartje, maar het is toch niet meer de appeltaart van weleer.

Een van die fotografen, Ronald krijgt op zeker moment slaande ruzie met een agent, die hem belemmert in zijn werk. Er vallen vaker klappen. Ook richting organisatie, die vaak niet snapt dat journalisten gewoon hun werk op verantwoorde en veilige manier willen doen en niet tegengehouden willen worden door een stel amateuristische op macht beluste medewerkers, voor wie wit wit is en zwart zwart.

Het aantal vervoermiddelen voor journalisten om de triatlon te volgen is onvoldoende. Op zeker moment charter ik Wim Zunnenberg met zijn motor in, los van de motorvereniging Almere, die normaal het vervoer regelt. Het heeft even wat voeten in aarde en eerlijk is eerlijk ook voor Wim is het even wennen. Hij rijdt bijna een triatleet de berm in, omdat hij de hoge snelheid van de fietser onderschat.

Zeker in de beginjaren wordt de zweep erover gelegd bij de krant. Ook door mij. We proberen zoveel mogelijk te doen en blijven eindeloos hangen. Het is voor ons ook vreemd dit evenement. We willen alle nieuwtjes meenemen. Maar in de loop der jaren wordt het toch ook een vorm van routine. We zijn allemaal sneller klaar en kunnen het ook met steeds minder mensen af. Zo doe ik de grote wedstrijd en bemoei me niet met regionale en Almeerse triatleten. Dat laat ik aan een of twee medewerkers over.

Het parcours verandert, een rondje over de Hoge Ring bijvoorbeeld. Lekker snelle tijden, maar ik vind het zelf maar niks. Te glad allemaal, dat beuken tegen de wind in de polder maakte het zo bijzonder en dat is nu weg. Daarmee heeft Klaas Wilting inderdaad de plank helemaal mis geslagen. Het evenement wordt verplaatst naar Stad, daar in het centrum moet het allemaal kunnen. Maar ook dat is geen succes. En enigszins moeizaam moet Wilting erkennen dat het niet werkt.
De klad komt in het evenement. De groei is eruit. De trainingsarbeid voor de hele is voor veel triatleten toch te veel van het goede. Via teams probeert Wilting cs het aantal deelnemers nog kunstmatig hoog te houden, maar daarmee verdwijnt ook een deel van de heroïek. Het feestelijke wordt ook al kunstmatig hoog gehouden. Wilting en de pers bijten elkaar. De stichtingvoorzitter vangt pontificaal de winnaar op, zodat fotografen geen winnaarfoto kunnen maken.

De terugkeer naar Haven is bijna onvermijdelijk, maar de massa blijft ‘de hele’ mijden. Zelf doe ik ook steeds meer op routine, ga zelden meer naar het strand of haven voor de start. Na de interviews van de top ga ik naar huis, tik mijn stukje vast dan hoef ik dat niet meer op zondag te doen.

Na het verdwijnen van het Dagblad ben ik nog tweemaal aanwezig als verslaggever bij het evenement en ook bekijk ik het als toeschouwer. Tot 2006, toen heb ik het langs me heen laten glijden.
Afkicken van de sport noem ik het.

Geen opmerkingen: