26 juli 2007

Triatleten

Bij de triatlon horen uiteraard triatleten. En Nederland levert een aantal triatleten van naam, zeker in de beginjaren doen de Nederlanders het in Europa uitstekend.
In de beginjaren tachtig maakt een drietal naam: Gregor Stam, Axel Koenders en Rob Barel. Drie totaal verschillende personen, die hun sport ook op een totaal verschillende manier benaderen. Gregor en Rob zitten enige tijd samen in een team, maar gaan ieder hun eigen weg.
Gregor stam heeft bijvoorbeeld nauwelijks tijd voor sponsors en maakt daar ook niet de rijd voor vrij. Het is een echt trainingsbeest, uren maken, kilometers afleggen. Daarmee handhaaft hij zich aan de top.
Rob Barel heeft veel meer oog voor sponsors en ogenschijnlijk heeft hij ook geen moeite met het vinden van bedrijven die hem willen ondersteunen. Barel traint ook meer op snelheid, want hij heeft al snel door dat je ook kortere wedstrijden moet doen om een goede boterham in de sport te kunnen verdienen. Dat houdt hij jarenlang vol. Hij heeft een prachtige palmares. Alleen de Holland Triathlon weet hij nooit op zijn naam te schrijven.
Voor Almere schuimt hij wel de markt af op zoek naar sterke aansprekende deelnemers.
En dan komen we bij nummer drie: Axel Koenders. Hij benadert de triatlonsport samen met Jos Geijsel op wetenschappelijke wijze en daarmee bewees hij de jonge sport een grote dienst. Hij laat in die tijd echter ook een mindere kant van zichzelf zien. Koenders laat geen gelegenheid voorbij gaan om Stam onderuit te halen. Want die doet het helemaal verkeerd in zijn ogen. Koenders is ook de man die er een voorstander van is dat er materiaalposten langs het parcours komen. Om de triatleten te helpen bij pech. Een lekke band kost nu veel tijd en na een tweede ben je echt gezien. Daar weet ook Rob Barel van mee te praten. Hij wordt ooit gediskwalificeerd omdat hij een pomp van een toeschouwer aanneemt om zijn band op te pompen.

Hierna krijgen we het Keser-tijdperk. Het uitzendbureau dat met een redelijk groot en bijzonder sterk team naar Almere komt, met als kopman Ben van Zelst en kopvrouw Irma Zwartkruis. Ze winnen samen in 1988, Irma zal dat een jaar later nog eens herhalen terwijl Ben zich in 1991 tot Europees kampioen laat kronen in Almere. Hij heeft dan Thea Sybesma ook in 1990 en 1992 de sterkste dame, naast zich op het podium. Sybesma stopt op haar hoogtepunt om arts te worden.
Pauli Kiuru is de sterkste in 1989 en daarmee de eerste buitenlander die de Holland Triathlon op zijn naam schrijft. Niet alleen daarmee maakt de Fin naam. Samen met zijn landgenoot Magnus Lonnqvist dicteert hij het (wieler)peloton. Kop-over-kop rijden zij. Het jo-joën is geboren. Alhoewel? De organisatie geeft zij een straf(tijd): 20 minuten. In de nationale reglementen is deze (verbods)regel namelijk opgenomen, maar in de internationale reglementen niet, waardoor de straf weer ongedaan wordt gemaakt. Zij eindigen als tweede en derde.

In 1990 het jaar dat Jos Everts in Almere wint, wordt Frank Heldoorn elfde. Tot 1995 moet de Huizer wachten voor hij op het hoogste trapje mag plaatsnemen. Hij lost daarmee de verwachtingen wel in, iets wat de jeugdige Almeerder Dennis van Hinte net niet zal lukken. In de jaren negentig staat ook Jan van de Marel op. Die veel tijd vrij neemt voor zijn sport en die tijd ook krijgt van zijn werkgever, maar wel gewoon een baan heeft in Amsterdam en daarmee als een van de weinigen in de top werk en sport kan combineren. 1993, 1996, 1998 en 1999 (al weer een Europees kampioenschap) zijn de jaren van Van de Marel. Heldoorn is in 1995 en 1997 de beste. De sympathieke Huizer heeft een prachtige staat van dienst, was de laatste jaren semi-prof en geeft nu voorrang aan zijn gezin.

In 1999 is Van de Marel de laatste Nederlander die Almere weet te winnen. Er worden wel nationale titels vergeven, maar de buitenlanders zijn troef. De Zwitser Olivier Bernhard (ijzersterk ook op de duatlon) was in 1994 de tweede buitenlander, maar zoals gezegd vanaf 2000 louter en alleen buitenlandse winnaars. De Tsjech Petr Vabrousek opent de rij en wordt opgevolgd door Dirk van Gossum, uit België. De matrassenbouwer Gerrit Schellens heeft wel Nederlands bloed, maar een Belgisch paspoort. Hij wint van 2002 tot 2005 vier keer op rij. Vooral door zijn ijzersterke marathon, waarmee hij de concurrentie weet te slopen. In 2006 laat ik het evenement aan me voorbij gaan. Waarom? Almere heeft namens de Europese bond opnieuw een Europees kampioenschap mogen organiseren. Maar moet daarvoor wel de afstanden flink inkorten. De winnaar: Oliver Bergmann uit Duitsland. Ik vind het niets. Maar wie ben ik? De sport gaat door. Voor mij is de enige echte winnaar de outsider: Maximilian Longrée, ook al uit Duitsland. De oude Rob Barel eindigt knap als zesde.

Een opmerkelijke man is verder Chris Brands: Almeerder, Amsterdammer, Bussumer.
Binnen Almere is er een eigen competitie: wie wordt de beste Almeerder. Brands woont hier, maar woont ook in Amsterdam terwijl hij hier nog staat ingeschreven. De redactie van De Almare twijfelt daarom heel lang of hij wel de beste Almeerder genoemd mag worden. Daaraan komt een einde als Chris ook daadwerkelijk weer in Almere gaat wonen. Meehelpt ook dat hij een serie columns voor dat huis-aan-huisblad schrijft. Met veel inzet en doorzettingsvermogen werkt Brands zich naar de top. Hij traint in die tijd veel met Frank Heldoorn, maar ook met zijn gabber Dennis Huenders, de voormalig wielrenner. Brands gaat ook wielerwedstrijden rijden bij de topamateurs en verbetert zich mede daardoor sterk. In 2004 en 2005 staat hij als derde op het podium. In 2004 als beste Nederlander een jaar later is Heldoorn dat.

Nee, ik som niet alle winnaars op. De dames zijn er ook bekaaid afgekomen. Die wedstrijd volg ik ook iets minder. Het deelnemersveld is beduidend kleiner en ook minder sterk. Adris Bow (Amerika) is in 1984 de eerste buitenlandse die wint. Een jaar later wordt ze opgevolgd door de absolute wereldtopper van dat moment: Erin Baker uit Nieuw-Zeeland.
De Australische Bianca van Woesik is in 1993 de derde buitenlandse winnares. Zij heeft een tante in Almere wonen en traint veel in de polder. Ze komt een paar keer aan de start, maar is blessuregevoelig en het zal bij een eenmalige zege blijven.
Irma Heeren weet niet goed waarvoor ze moet kiezen: atletiek, duatlon of triatlon. Tweemaal (1994 en 1999) is zij de beste. Katinka Wiltenburg, ook parachutespringen staat op haar cv, wint driemaal op rij, van 1995 tot 1997. Dat doet later Cora Vlot ook, van 2003 tot 2005. En omdat zij ook in 2001 al de beste is, is zij de meest succesvolste deelneemster in Almere. Toch krijgt zij niet de erkenning die zij gezien die status misschien zou verdienen. Omdat – zoals ik al zei – het damesveld toch vaak qua sterkte heel mager is.

Geen opmerkingen: