23 oktober 2007

Zwemmen
Dinsdag 25 september 2007

Het begint een beetje vervelend te worden. De elektra is weer uitgevallen en mijn slaapvriendje schakelt zichzelf niet in als de stroom weer aanspringt. Een week eerder was er ook al eens een flinke stroomstoring geweest, die toen tot tien uur duurde. Met deze storing zijn de Griekse elektriciens zelfs tot elf uur bezig voor het sein - er is stroom – kan worden gegeven. Ik vraag me af welke godin er nu weer boos is op de Skyrians.
Gelukkig heeft de bakker een eigen aggregaat zodat er wel brood is gebakken. Handig omdat we vandaag het water op gaan. Zelfs in bad word deze zeeheld, kleinzoon van een Huizer visserman, al zeeziek en met een lege maag gaan varen, dat zie ik toch echt niet zitten.
Het was trouwens nog lang de vraag of het tochtje wel door zou gaan, want met veel wind begint de reder van Linaria niet aan het zeereisje. Onze hostess heeft gisteravond, dan wel ’s nachts, nog een briefje achtergelaten op ons platje met de mededeling hoe laat we worden verwacht aan de haven.
We vertrekken om kwart over tien met de auto. Vlak voor Skyros is de weg opengebroken. We kunnen er gelukkig met wat horten en stoten door en zijn ruim op tijd bij de haven. Daar staat al een stel te wachten. Dat blijken onze bovenburen te zijn. Leuk om kennis te maken. We hadden ze nog niet eerder gezien. Zij ons wel.
De rest van het gezelschap komt met de bus, die ook door de wegopbreking gebroken is. Met moeite, beaamt Ine van der Loo, die zich even had afgevraagd hoe dit reisje verder moest gaan.
De reder die dit reisje organiseert is tevens taveernehouder aan de haven en doet dit er gewoon bij. Is in ieder geval een lekker zakcentje met zo’n twintig man aan boord. Hij verzorgt onderweg ook een hapje en een drankje, maar ongevraagd uitleg geven over de omgeving is er helaas niet bij. Ook is er op de trip geen (andere) gids bij die uitleg geeft over de diverse kusten en (kleine) eilandjes die we onderweg passeren.Ver in het westen ontdek ik land, navraag bij de kapitein/taveernehouder leert mij dat dit het onbekende Evvia moet zijn.
We varen langs de militaire basis bij Avlatsi en omdat ik niet gewaarschuwd ben, dat er hier geen plaatjes mogen worden geschoten en er al evenmin een bord is geplaatst in het water met daarop een rood kruis door een zwart fototoestel, drukt mijn rechterwijsvinger razendsnel een aantal keren op het knopje van mijn fototoestel.Duidelijk is te zien dat deze basis nog niet af is. Aan de andere kant moet een matroos staan, weten wij van ons tochtje die ons bij de tombe van Rupert Brooke bracht.
Net om de bocht laat de kapitein het roer over aan zijn zoon/knechtje. Hij fluit schril naar de rotsen, die hier uit het water omhoog rijzen. En meteen vliegen er vogels op, ze hebben de vlucht van zwaluwen maar zijn groter. Wat voor vogels? Ik moet helaas het antwoord schuldig blijven. Wel duidelijk is dat zij een voorkeur hebben voor deze zachte rotswanden.Iets verder ligt de grot Xiloparati te wachten op onze komst.
Wie wil hier gaan zwemmen, vraagt de kapitein grijnzend. Het blijft ijselijk stil. Vermoedelijk allemaal ervaren Griekenland-gangers die weten dat het water van zo’n grot weliswaar prachtig is om te zien, maar ook ijs en ijs koud. En Berenburger heeft de kapitein niet aan boord.
Omdat niemand een duik wil maken steekt het hulpje de boeg van de boot de grot in, terwijl de baas zijn scheepje van de rotswand vandaan duwt. Wij krijgen zo een beeld van de prachtige kleuren in het water, de tinten ontstaan door de lichtinval. Doordat wij op de achtersteven zitten gaat een deel van dit moois helaas aan ons voorbij. Ook heb ik steeds weer mensen voor mijn lens, maar gelukkig heb ik toch nog even het fototoestel scherp kunnen stellen zodat ik wel een plaatje voor thuis heb kunnen maken.Het naamloze toeristenbootje wendt haar steven daarna naar de zee en zoekt de kust op van Sarakino, dat ook wel Sarakiniko wordt genoemd. Het scheepsmaatje is ondertussen bezig met het maken van wat hapjes en het inschenken van ouzo, ja dat is er wel, voor we aan de zuidkant van het eiland bij de baai van Glifada (Ormos Glifada) aan land gaan via een krakkemikkig steigertje. Hier krijgen we de gelegenheid te gaan zwemmen.Ik ben geen held in het water, wil zeker weten dat ik vaste bodem onder mijn voeten heb, maar laat me toch verlokken om te ver de baai in te steken. Veel te ver. Even slaat de paniek toe. Meteen komt de pijn in mijn rug opzetten als ik even aanzet. Ik dwing mezelf rustig te blijven. Op mijn rug, drijven, omdraaien, rustig weer een paar slagen. Ik overwin mijn angst en bereik veilig de kant. Weer een overwinning. Sarakino is onbewoond, of eigenlijk ook weer niet, want een herder heeft hier op de heuvelrug Kedros zijn geiten losgelaten en die komen tevoorschijn terwijl de boot wordt losgegooid.Bij terugkeer op de boot krijgen we spaghetti met kreeft. De kreeft gaat naar Tineke. Ik spoel het weg met een in Griekenland gebrouwen Duits biertje. Niet slecht. Heel wat beter dan Mythos.
We varen weer langs Platia terug. Het scheepsmaatje heeft een hengel uitgegooid, maar iets vangen ho maar. We steken tussen een paar kleine eilandjes (Exo Diavatis, Plaka en Messa Diavatis) en het veel grotere Valaxa door en genieten van de avondzon, terwijl we op Linaria aankoersen.Een zeiljacht heeft de vaste plek van het toeristenscheepje ingenomen en moet verkassen. Bedreven steekt de kapitein zijn schuit vervolgens langs de boot van de kustwacht heen.
Aan de wal zien we dat de keramiekwinkel van Monique haar deuren heeft geopend. Bijna iedereen brengt vlug een bezoekje. Ook Tineke. Het spul is prachtig, maar wat moet je meenemen. Voor een volledig servies is echt geen plaats in de koffer.
Ik ga naar de taveerne van onze kapitein en drink op het terras een Kaiser weg. Dat is het voordeel van niet hoeven te rijden, maar gereden worden.
Tineke rijdt ons daarna nuchter richting Apnous waar we in ons vaste winkeltje nog wat boodschappen doen.In het appartement val ik in een diepe slaap. Even na tienen word ik wakker. Voor Grieken is dat een tijdstip om nog uit eten te gaan. Wij doen dat (nu) echter niet meer. Er is nog wat brood en we besluiten om dat maar te nuttigen.

Geen opmerkingen: