22 oktober 2007

Rugpijn
Maandag 24 september 2007

Ik sta vroeg op, heb slecht geslapen en heb ontzettend veel pijn in mijn rug. Tineke heeft een wandelroute uitgezocht die naar de stad loopt. Daar wil ze dan ’s avonds gaan eten. Dat betekent echt een paar uur flink doorstappen. Ik zie dat absoluut niet zitten, die afstand is me te ver.

Met pijn en moeite haal ik wel de bakker, neem brood mee en sjok terug. Na het ontbijt doe ik snel een wasje. Maar om verder de hele dag in het appartement te blijven, daar heb ik ook geen trek in. Vooral omdat het weer na een paar dagen forse wind aardig is opgeklaard.
Een kleine wandeling langs de kust, om in iedere geval de benen eens te strekken moet kunnen. Westwaarts, daar waar niets is te vinden.
Althans volgens de kaart.
En in de praktijk?
Gewoon niet aan de kaart twijfelen!
De weg loopt langs het strand, waar een oude vervallen, rieten vishut nog steeds overeind staat. Storm of geen storm, En ook de golven, die tot in de hut hebben gereikt, lijken geen vat op het geheel te hebben gehad.In de verte – aan de horizon - ligt een eiland.
Alonissos?
Gezien de plek waar we staan kan het Evvia niet zijn en Limnos moet volgens mij toch echt te ver noordelijk liggen om hiervandaan te kunnen zien.
Of is het zo’n mysterieus spookeiland, waarvan er zoveel bestaan in Griekenland.
Ik ben er niet achter gekomen en hier achter mijn computer begin ik weer te twijfelen.
Podia misschien?
Maar goed, tijdens de korte wandeling langs de kust werden we weer eens geconfronteerd dat veel van onze woorden en ook gezegden en spreekwoorden een Griekse achtergrond hebben. Wat te denken van: als er een schaap over de dam is, dan volgen er meer.
Het bewijs dat Griekse schapen model hebben gestaan voor dit spreekwoord werd op Skyros bevestigd. Langzaam daalt een schaap af van de heuvelrug. En achter hem komt een hele kudde, een voor een. Langs het hek lopen ze naar de weg en omdat het hek niet is afgesloten, lopen ze ook de weg op. Daar blijven ze staan en vormen allengs een Kretenzer cirkel.
Omdat wij toch echt voorbij de schapen willen, doen we heel voorzichtig een stapje voorwaarts.
Bijna op commando komen de wollige beestjes weer in beweging en keren een voor een, achter elkaar, terug naar hun weiland.
Het is misschien wel de meest opwindende gebeurtenis van de dag. Voor ons in ieder geval. Want verderop valt er niets meer te beleven. Het einde van de wereld is te dik aangezet. Er is begonnen met de bouw van wat gebouwtjes, maar waar niet. Afmaken is echter een probleem. Sommige Grieken laten hun pand bewust onafgebouwd achter, maar wonen er al wel. Zolang hun huis, kantoor of waar het ook om gaat niet is afgebouwd, hoeven zij geen belasting te betalen is ons jaren geleden al verzekerd.En daar wordt echt goed gebruik van gemaakt. Niet voor niets staan er in Griekenland talloze gebruikte gebouwen, waarvan het bouwstaal naar buiten steekt. Het bewijs dat men nog niet klaar is met de bouw.
Wanneer wordt de Griekse regering eens wakker en gaat dit veranderen.
Ach, doe ook maar niet. Het is best grappig. Zo.
De asfaltweg is zandweg geworden en eindigt in het niets. Of beter in een smal paadje. Ik volg dat enige tijd tot ik bij een spleet kom. Daar moet ik doorheen om verder te gaan. Een andere manier is omhoog door de spleet. Dat betekent halsbrekende toeren uithalen en omdat mijn rug al protesteert bij het wandelen op de gewone weg, waag ik me daar niet aan. Tineke wacht bovendien op me bij het begin van het smalle pad. Die heeft het niet zo op die smalle paadjes. Want zoals op de meeste eilanden zijn er ook op Skyros (niet giftige) slagen. Maar weten die slangen dat zelf ook. En eigenlijk heeft ze helemaal geen zin in een confrontatie met een slang, wel of niet giftig.
We gaan terug. De schapen lijken opgelost, maar een veldje verder blijken zij zich samengevoegd te hebben met enkele soortgenoten. Toch is er een verschil. Ze hebben een identiteitscrisis, staat als klimgeiten tegen een stijle helling aangeplak. Om al die indrukken te verwerken brengen we de rest van de dag in ledigheid door. Tineke valt zelfs zwaar in slaap en daarom ga ik ’s avond alleen uit eten. In Molos. Bij Kafenion, waar een waard is, waaruit ik zeker tweemaal kan en Tineke past zeker drie keer in zijn vrouw.
Ze serveren overigens een uitstekende souvlaki, vijf houten stokjes. En er wordt Kaiser geschonken, dat smaakt toch echt beter dan de doorsnee pilsener op Griekenland.

Geen opmerkingen: