31 oktober 2007

Souvenirs
Woensdag 3 oktober 20078


De laatste volle dag op Skyros. En dus doen we het rustig aan, want waarom zouden we ons druk maken. Gewoon de Griekse gewoonte siega, siega aannemen.Maar we gaan onszelf niet helemaal als Grieken gedragen. We zijn uiteindelijk gewoon Hollanders en die willen ’s morgens ontbijten met vers brood.
Bij de bakker verschijnt een marineman, die een grote tas met brood ophaalt. Die tas is al voor hem klaargezet, zodat hij zo door kan naar de basis, of naar de boot?
Zelf doe ik het met een brood en laat zelfs de kaakjes die ik regelmatig meeneem – bestemd als tussendoortje – liggen.
Na het ontbijt gaan we nog een keer naar de Chora. Hoewel nog een keer?
Maar eerst wil Tineke nog een keer het stof van haar auto wassen. Nee, ik hoef niet te helpen. Ze doet het wel even alleen en niet zo grondig als de eerste keer, toen ik ook meteen wasbeurt meekreeg.
In Chora gaan we op souvenirjacht. En we willen nog een cadeau meenemen voor Naomi, die was immers jarig op de dag dat wij vertrokken. Ik heb al aangegeven dat er nauwelijks souvenirwinkels zijn op Skyros. In de winkels die er wel zijn kan ik nog steeds geen geschikte (wand)tegel voor onze pergola vinden. Dat is voor het eerst sinds wij naar Griekenland gaan. Wel heb ik al enige dagen een sleutelhanger voor de verzameling Griekse (eiland)sleutelhangers in mijn portemonnee zitten. Verder zie ik diverse Venetiaanse maskers, voor de verzameling van Tineke, maar die vindt ze of niet mooi genoeg of? We laten ze in ieder geval liggen en hangen. Wel wordt er nog T-shirtjes gekocht van Skyros. En dat cadeau? Dat vinden we ook.
Op een vrijwel verlaten plein genieten we van onze laatste frappé van dit jaar. Tot volgend jaar zullen we maar zeggen.
We rijden daarna door naar Kalamitsa, op zoek naar de weverij. Die moet vlak voor de baai liggen. Maar hoe we ook zoeken, we kunnen de weverij niet vinden. Wel zien we in de baai Kolpos Kalamitsas een oorlogsbodem liggen, op stoom en langzaam draaiend. Op de achterplecht staat een helikopter.Dichter bij de kust laveert een vissersbootje. Met daarop de taveerne-eigenaar annex excursieleider. Een echte magnaat, die een hele holding beheert.We rijden nog een stukje door, maar nog steeds geen weverij te zien. Dan maar terug en de weverij blijft voor ons onvindbaar.
Nee, we staan ook niet te springen. Dus rijden we rustig terug.Naar Linaria en de Agios Nikolaos, die opnieuw of misschien wel nog steeds is gesloten.
Wat dan? Zwemmen bij Acherounes? De zwemspullen liggen achterin.
Eigenlijk hebben we alletwee geen trek in een duik en besluiten dat de zwemspullen maar opgeborgen moeten worden tot volgend jaar. We hebben nog een bezichtiging voor de boeg, net even buiten Aspous, en moeten nog tanken.
Als we tussen Acherounes en Skyros rijden begin ik over de ontmoeting van gisteren, toen we op deze weg een Griek en een Française oppikten. ‘Het zal toch niet gebeuren, dat we die Griek weer zien lopen’, zeg ik.
De woorden zijn amper koud, of ja hoor, daar loopt de lifter. We stoppen, en met een grote grijns op het gelaat stapt de man in. Hij heeft een trachea en is daardoor nauwelijks verstaanbaar. Ik leg hem uit dat het de laatste keer is dat hij met ons meekan, omdat we donderdag teruggaan naar Nederland. Hij begrijpt het, zo slecht is m’n Grieks – na een half jaar lessen – dus toch niet. In Chora bedankt hij ons hartelijk en stapt met grote stappen het stadje in.
In Aspous nemen wij afscheid in de buurtsuper en krijgen een ansichtkaart van Atsitsa mee.Daarna stoppen we bij de windmolen van Hatzigeraki, tussen Aspous en Skyros-stad. De wieken zijn al enige tijd verdwenen, stroom zal deze blikvanger niet meer opwekken. Aan de voet ligt een opgraving en daar wil ik toch echt nog een serie foto’s van maken. We lopen over de kaap en besluiten dat het wel mooi is geweest.
In ons appartement worden nog wat plaatsjes geschoten en ik begin met het inpakken van mijn tas. Hè? Inderdaad, Henk die zijn tas heel vroeg gaat inpakken en niet tot het laatste moment wacht.
Daarna wacht ons bij Stélios nog een aparte avond. Er ontstaat weer veel opwinding. Nee, Stélios is ditmaal niet boos op een klant of kwaad omdat een gezelschap zonder tegenbericht wegblijft. De restauranthouder is nerveus, loopt regelmatig naar buiten. Belt.
Zijn vrouw zien we alleen aan het begin van de avond even, als ze bij een groepje Griekse gasten gaat zitten. Ik vermoedt dat er iets met haar is en dat Stélios op een dokter zit te wachten. Dat blijkt inderdaad het geval te zijn, hoor ik van Manolis.
We bedanken hem voor de goede zorgen, wensen via hem zijn moeder beterschap en vader sterkte, en gaan daarna terug naar Pélagos. Voor onze laatste nachtrust.

Geen opmerkingen: