27 oktober 2007

Petrus
Zaterdag 29 september 2007

Als het volle maan is en ik ben op vakantie, dan begint het bij mij te kriebelen. Dan zie ik het mannetje op de maan eerst glimlachen en daarna voluit lachen. Soms komt-ie - voor mij - niet verder dan een grimas, maar wel een volle grimas. Anderen zien alleen een ronde bol met wat vlekken. Maar kijk nu eens goed! Lach tegen die maan en hij lacht terug.Goed ik begin hierover omdat Tineke opperde dat de maan ook ’s morgens op de foto kan worden gezet en dat zoiets niet ’s avonds op ’s nachts hoeft te gebeuren. Zo’n ochtendfoto levert echter niets bijzonders op.
Het is zaterdag en bij de bakker haal ik drie broden. Niets nieuws onder de zon/maan. De bakker is nog aan het bakken en haalt net een lading brood uit de oven. Het is voor het eerst dat ik zoiets daar zie. En het brood is nog warm. Dat heb ik ook niet eerder meegemaakt. Ik koop ook nog wat sap en ga terug naar het appartement waar bijna alles al weer klaar staat voor ons ontbijt.
Wij hebben het idee dat de Agios Georgios, de witte kerk die in Magazia staat op de kruising met de weg naar het vliegveld misschien wel een nieuw klooster is en binnenkort wordt opgeleverd. Bijna goed. De kerk is wel gelinkt aan het klooster bovenop de berg bij Chora, vertelt onze hostess wanneer ik haar daar naar vraag. Maar een klooster mag de kerk met de diverse bijgebouwtjes niet worden genoemd. Toch is er minimaal een woonruimte en zien wij een olijfbomentuin die net is aangelegd. Ook dat is niet vreemd bij een klooster. Omdat de boel flink afgelopen week flink in de verf is gezet, zijn wij op het idee gekomen dat het misschien binnenkort wordt opgeleverd. Later op de dag ontdekken we elders echter waarom de kerk een opknapbeurt heeft gekregen.
Onze buurjuffen wachten vergeefs op hun fietsen, krijgen die twee uur te laat aangeleverd en met echte ATB zadels. Die zijn veel te smal en te hard en daar passen hun … niet echt op. Dat horen we ’s middags van hen. Ze zitten zonder vervoer en vinden Gyrismata te ver van alles vandaan zitten en krijgen zondag een ander huisje in Magazia. Dat huisje is bovendien mugvrij hebben ze van andere toeristen gehoord. Dat betekent verhuizen. Dan hebben Miep en Mien in ieder geval iets te doen.
Wij vermaken ons duidelijk op een andere manier en maken voor de tweede keer een rondrit over het noordelijke deel van het eiland en hebben ditmaal ook oog voor de landbouwactiviteiten op Skyros.Onze eerste stop is het voormalige (boeren)dorpje Katounes. Het is volledig in verval geraakt en ook niet meer nodig sinds de asfaltweg tussen Chora en de noordwestkant (het vliegveld) is aangelegd. Dit dorp werd door boeren gebruikt, die niet iedere dag terug wilden (en soms ook konden) naar de stad wanneer zij op het eiland hun vee hoedden. Zij overnachtten hier en leefden er een deel van de week en het jaar. Hier en daar hadden de huisjes niet meer dan een kamer, maar er zaten ook grotere gebouwen bij, waar meer permanent werd gewoond.Door de asfaltweg was het gebied veel eenvoudiger bereikbaar en konden de ezeltjes aan de kant. De pick-ups hebben het vervoer volledig overgenomen en in een kwartiertje zijn de Griekse (heren)boeren tegenwoordig op hun plek van bestemming.
Het verval neemt snel toe en nog steeds heeft niemand bedacht dat deze pandjes wel eens voor een ander doel kunnen worden gebruikt. Hoewel er wel veel aan moet worden gedaan. Want een dak zit er nergens meer op. Het zijn alleen nog maar ruïnes. Alleen het witgekalkte kerkje van Agios Geórgios herinnert aan oude glorieuze tijden en wordt ook nog steeds goed onderhouden.Vanaf dit punt heeft men een prachtig uitzicht op het vliegveld en misschien is dat ook wel de reden dat er geen mooi vakantieoord van is gemaakt. Want fot's maken van een militair object is verboden.We gaan richting het nog wel in gebruik zijnde boerendorp Trachy naast het vliegveld. In dit dorp liggen enkele fraaie kerken, zoals de Agios Georgios aan de ingang van het dorp. Dit heeft een prachtige iconostase en drie grote heiligenbeelden. Iets verder in het dorp staat de Ekklisiá Metamórphosistoú Christoú. Maar we zien ze alleen vanaf de doorgaande weg, want we zitten al bij het voor normaal verkeer afgesloten militaire vliegveld voor we het beseffen en we hebben even geen zin om op zoek te gaan naar dé stoffige toegangsweg van het dorp.We zien diverse onverharde wegen, maar de meeste weggetjes gaan slechts naar boerderijen en huisjes. Dus het zoekplaatje wordt door ons niet ingevuld.
We rijden door en gaan iets verderop wel zandhappen. Net voorbij het militaire terrein kunnen we wel van de doorgaande weg af. De weg naar Markesi is afgesloten, maar we kunnen wel terecht bij de baai van Agios Petros.Het gelijknamige kerkje uit 1906 moet achter een heuvel liggen en laten we daar gewoon liggen. We hebben deze route uitgezocht voor het strand en om te gaan zwemmen.
Dat hebben zes Griekse oude van dagen ook bedacht, nou ja okay dikke vijftig-plussers en dat we vergeten we soms wel eens, maar zelf horen we toch ook al bij de grijze plaag.Ik vind het water iets kouder dan bij Acherounes maar zet toch door. En vind ik van mezelf, ik houd het ook weer lang vol. Tineke wil snorkelen en heeft problemen met haar snorkelapparatuur. Om de haverklap loopt het buisje vol met water. En dat is toch niet de bedoeling. Ze moet toch maar eens een goed apparaat aanschaffen, want dit is niets. Na flink wat sleutelen gaat Tineke voor de tweede keer het water in. Het gaat nu iets beter, maar optimaal is het allemaal niet. Zeker niet zoals een Griekse toont. Die zwemt met een harpoen en vangt een inktvis, die uitgebreid op een steen wordt geklopt voor ze haar avondhapje mee naar huis neemt.Wij zonnen, althans Tineke. Ik kan er vandaag de rust niet voor vinden en omdat ik geen zin heb om een tweede keer het water in ge gaan besluit ik een stukje te wandelen, langs het inmiddels volledig verlaten strand.Ik neem mijn fototoestel mee en schiet diverse plaatjes. Onder andere van de naast ons gelegen baai, waar enkele mannen een sloep te water laten. Al puffend vertrekt het bootje uit de baai. Iets verderop gooien de mannen hun hengel en een net uit.
Tijd om weer te vertrekken. We rijden naar de taveerne Agios Petros, maar daar kunnen we niets gebruiken. Alles wordt in gereedheid gebracht voor een huwelijksfeest. Aha, daarom werd het kerkje in Magazia opgeknapt. Een prachtig bruidsboeket ligt te pronken op een tafel. De pergola wordt aangekleed. Veel wit kant en voile.
Gelukkig hebben we water genoeg bij ons en daarmee lessen we onze dorst. Verder heb ik een zoet (amandel)brood meegenomen van de bakker en daarmee stillen wij onze trek voor we naar de baai van Kalogrias rijden. Bij Ormos Kalogrias, voor de kust ligt het eiland Kalogrias, is het een stuk drukker dan bij Agios Petros, dus hebben wij niet zo’n slechte keus gemaakt. De taveerne Kyrá Panagiá is alleen in de maanden juli en augustus open, wanneer het eiland massaal is overstroomd door Griekse vakantiegangers.Op het terrein staat een paard met veulen, dat bij haar moeder drinkt. Om dat op de foto te zetten lukt me net niet. De grondeigenaar staat me toe op zijn terrein te komen, zodat ik het duo wel beter kan fotograferen, maar vanaf dat moment heeft het veulen meer oog voor mij dan voor haar moeder.
Vlakbij een militaire post bevindt zich aan de baai een kunst- annex keramiekhandel van Iánnis Kombogiánnis, die met zijn gezin net aan een maaltijd begint.Wij wandelen door zijn tuin waarin enkele fraaie serviezen staan. Eigenlijk is er van alles en nog wat, olielampjes, kannen, vazen, te veel om op te noemen. Beelden, moderne kunst en Tineke ontdekt een hagedis, die roerloos blijft zitten.Een klein stukje verder aan de weg staat het kerkje Kyrá Panagiá, dat meer de omvang van een kapel heeft.Mede omdat het kerkje een klokkentoren ontbeert. De aanwezigheid van het kerkje is wel van invloed op het gebied, want veel Grieken gebruiken deze naam als ze het over de baai van Kalogrias hebben.Het ligt op nog geen kilometer van Atsitsa. Vlak voor dit dorp slaan we rechtsaf en nemen de zandweg naar Skyros-stad.
We rijden door een bosrijke omgeving, waarin tevens de nodige boerenbedrijfjes liggen. Ik heb het gemakkelijk naast Tineke, die haar aandacht aan weg en omgeving moet schenken. Ik laat het gebied op mij inwerken en probeer tijdens de rit iets van wat ik zie aan haar over te brengen, maar o o wat is dat lastig. Want ik moet ook rekening met haar concentratie houden.
Het laatste stukje voor Chora gaat over asfalt. Een volle vuilniswagen staat langs de kant van de weg weg te roesten. Ook een manier van opslaan van je vuilnis. Je neemt gewoon steeds een nieuwe auto. Ook goed voor de vrachtwagenindustrie.
We willen in Magazia boodschappen doen, maar de mini-market daar is dicht, dus rijden we terug naar ‘ons’ winkeltje aan de andere kant van de stad in Aspous waar we op zonnebrandcrème na alles kunnen krijgen.
’s Avonds de gebruikelijke taferelen. Eten bij Stélios, die heel erg moe is. Bij zijn zoon Manolis is het beste er ook af. Geen wonder, die mannen hebben overdag ook nog een andere baan. Tineke wil vroeg terug naar onze kamers en we blijven daarom niet hangen. Ik doe hierna nog een witte was en val vervolgens op de bank in slaap, met een boek op mijn schoot. Een vertrouwd beeld.

Geen opmerkingen: