17 oktober 2007

Skyros

Van het verleden naar het heden is slechts een stap; een paar uur vliegen.

Via wat knip- en plakwerk kun je bestaande teksten razendsnel naar een eigen product overhevelen. Een beetje overtikwerk kan ook. Beide manieren getuigen van luiheid. Maar anderzijds waarom zou ik het wiel opnieuw uitvinden?
Ik put inderdaad uit gegevens, die ik op internet of elders ben tegengekomen. Maar ook van wat ik onderweg heb gezien of gehoord, heb ik vermeld. En natuurlijk is het niet compleet. Het is ook geen boekwerk. Het is vooral voor mezelf. En misschien zijn er mensen die het leuk vinden om het te lezen.
Het idee om naar Skyros te gaan is enkele jaren geleden al geboren. Toen we (Tineke en ik) voor het eerst naar de Sporaden, de eilanden van smaragd, zijn gegaan. Naar de eilanden Alonissos, Skopelos en Skiathos, met een uitstapje naar het nagenoeg onbewoonde Kyra Panagia (Pelagonisi). Een combinatie met Skyros was toen niet mogelijk. En nog steeds is dit eiland redelijk onbekend.
Dat is ook niet zo vreemd want Skyros ligt redelijk ver van zijn broertjes en zusjes af, het is het meest zuidelijke eiland van de groep. Touroperators krijgen er ook nauwelijks voet aan de grond en buitenlandse vluchten zijn er ook slechts mondjesmaat.
Het eiland heeft wel een luchthaven, of beter gezegd een militair vliegveld, waar tegenwoordig ook een scanapparaat staat opgesteld, maar waar men absoluut niet is ingesteld op het ontvangen van toeristen. Geen bureaus derhalve waar je een auto kunt huren. Daarvoor moet men in de hoofdstad zelf zijn. Maar ook andere (gebruikelijke) faciliteiten ontbreken op de luchthaven. Door zijn unieke ligging midden in de Egeïsche zee is Skyros belangrijk als militair object. Behalve de militaire luchthaven is er aan de zuidzijde nog een kleine marinebasis, waar schepen bijvoorbeeld kunnen foerageren. Weliswaar zijn er door satellietverkenning al veel van de militaire geheimen verloren gegaan, maar toch houdt Griekenland nog steeds vast aan een grote geheimzinnigheid over zijn leger. Diverse gebieden zijn daarom ook ontoegankelijk voor toeristen, zowel in het hoge noorden als in het diepe zuiden. Hierdoor is bijvoorbeeld de archeologische vindplaats bij Markessi in het hoge noorden voor het publiek verboden terrein.
Met een oppervlakte van 215m² is Skyros het grootste eiland van de Sporaden. Toch wonen er slechts 3.000 mensen waarvan het merendeel, ongeveer 2.500 personen, in de hoofdstad; Skyros-stad door de bewoners omschreven als Chora.
Er bestaat een groot verschil tussen het noorden (bewoond, groen, gecultiveerd en veel landbouw) en het zuiden (ruig, deels kaal en onbewoond). De denkbeeldige lijn tussen deze twee gebieden loopt van Ahili naar Kalamitsa. Dit gebied heeft in het verleden onder water gestaan. En als we Al Gore moeten geloven zal dit er straks ook weer aan moeten geloven, zodat Skyros straks weer uit twee delen bestaat.
Het stuk tussen Ahili en Kalamitsa is tevens de smalste strook van het eiland, van ongeveer drie kilometer breed.Uit vondsten blijkt dat het eiland al ver voor Christus was bewoond. Er wordt vanuit gegaan dat de eerste bewoners Kares, Pelazyl en Dolópes waren. Daarom heette het eiland vroeger ook Pelasgia of Dolopia.
Grote schrijvers gaven ieder een andere naam aan het eiland zoals Aepeian (Homerus), Enemoessan (Dionysios de reiziger), Pelagian (Dionysios van Kalliphonta) en Aegiboton (Diodoros).
Op Middeleeuwse (Italiaanse) kaarten stond Skyros als San Giorgio, de naam van het klooster en tevens schutspatroon van het eiland.
De Dolópes waren piraten en vormden een bedreiging voor het noorden van de Egeïsche zee. De Griekse generaal Kimon besloot in 475 voor Christus de Dolópes te verdrijven en verdeelde vervolgens het eiland onder de Atheners. Tot 88 voor Christus hield Athene de overheersing over Skyros. Overigens hebben ook de Macedoniërs een oogje op dit eiland gehad en vochten menig oorlog met de Atheners uit. Later namen Romeinen bezit van het eiland en verscheepten grote ladingen roze marmer naar hun eigen land. Vanaf de tweede eeuw werden er christelijke kerken gebouwd op Skyros dat in de vierde eeuw zelfs een bisdom werd.
Na de val van Konstantinopel in 1204 (door de kruisvaarders) was er sprake van een Venetiaanse overheersing. Aan het eind van de veertiende eeuw kwamen de Turken en werd als handelsmiddel overgedaan aan de Byzantijnen. In 1453 bezetten de Turken Konstantinopel en Skyros schaarde zich weer onder Venetiaans gezag.
Vanwege zijn ligging in de Egeïsche werd het eiland een twistappel tijdens de Turks-Venetiaanse oorlog. De Turken slaagden er niet in de kastro te veroveren en stichten brand op het eiland. De piraat Khaireddin Barbarossa (met zo’n naam kun je niets anders doen) hielp de Turken een handje, waardoor de kastro alsnog viel. Ook tijdens de tweede Turks-Venetiaanse oorlog werd er om het eiland gestreden en na een korte bezetting door Venice, kwamen de Turken opnieuw aan de macht. In 1821 waren de Skyrianen nadrukkelijk betrokken bij de Griekse revolutie en werd een toevluchtsoord voor de Grieken. De definitieve bevrijding – samen met de rest van de Sporaden - volgde echter in 1829.
Net zoals veel andere Griekse eilanden is ook Skyros te lijden gehad onder een aardbeving, die in 1991 heeft ervoor gezorgd dat het machtige klooster van Agios Georgios op de top van de rots boven Skyros-stad en net onder de kastro te gevaarlijk is geworden om te mogen bezoeken. Heeft de priester (pappa’s) echter een goede bui, dan is hij bereid om mensen mee naar binnen te nemen. De kastro zelf is hierdoor eveneens moeilijk te bereiken en daar komt tegenwoordig wel heel veel klimmen bij te pas.
Skyros heeft niet alleen een echte geschiedenis, maar ook een fictieve.
Daarin speelt Achilles een belangrijke rol. Om te voorkomen dat een voorspelling zou uitkomen, dat Achilles zou omkomen in een oorlog, stuurde zijn moeder, de godin Thétis, hem naar het eiland Skyros. Hier werd hij opgevoed door Likomedes, de koning van de Dolópes. Hij werd verkleed als meisje en leefde vooral samen met de dochters van Likomedes. Achilles raakte verliefd op een van die dochters, Deidamia en trouwde met haar. Zij kregen een zoon Neoptólemos.
De profeet Kalchas had voorspeld dat Troje niet veroverd kon worden zonder de deelname van Achilles in de strijd. Via een list wist de slimme Odysseus de plaats te ontdekken waar Achilles zich schuil hield en hij kwam naar Skyros om Achilles over te halen mee te gaan om de troepen te leiden. Achilles scheepte in aan de oostkant van het eiland in een baai, die naar hem is vernoemd: Ahili. Hij gebruikte paardjes die in het wild rondliepen op het eiland. Klein, ongeveer 1.10 meter hoog, wendbaar en zeer sterk. Nadat Achilles dodelijk was geraakt aan zijn hiel onder de muren van Troje, reisde Odysseus terug naar Skyros. Ditmaal om Neoptólemos te zoeken. Weer als gevolg van een voorspelling. Ditmaal omdat de muren van Troje niet zouden vallen zonder dat de zoon van Achilles daar zou strijden. Koning Likomedes was daar een fel tegenstander van, maar boog uiteindelijk toch voor de listige Odysseus, omdat zijn kleinzoon nu eenmaal voorbestemd was om bij Troje te vechten. Neoptólemos hunkerde naar glorie en werd een van de helden van de Trojaanse oorlog. Hij verstopte zich in het houten paard, waarmee de tienjarige oorlog werd beslist, toen dat door de Trojanen binnen de stadsmuren werd gebracht.
Zoals ik al schreef is Skyros absoluut niet toeristisch. Je komt hier bijvoorbeeld niet de grote toeristenhotels tegen, toch is er de laatste jaren wel iets op gang gezet. Er komen steeds meer appartementencomplexen bij. Een deel wordt alleen in de hoogzomer gebruikt, wanneer het eiland wordt overstelpt door Grieken die de stad ontvluchten. Veel van die appartementen liggen in de drie plaatsjes (Magazia, Molos en Gyrismata) ten noorden van de stad. In dit gebied staan ook veel zomerhuisjes van Grieken, de meeste van die huizen zijn goed onderhouden en duidelijk niet alleen voor de augustusmaand bedoeld, maar ook voor een lang weekend komt men hier terug. Deze drie plaatsen liggen bijna aaneengeschakeld en hebben lange zandstranden, die nagenoeg in elkaar overlopen. De meeste buitenlandse toeristen treft men ook in dit gebied aan. Echt veel zijn het er overigens niet. Ross Holidays is bijvoorbeeld als enige Nederlandse touroperator actief op het eiland. Verder is er een Engels (workshop) centrum, komen er eilandhoppers met een (gehuurde) boot in de haven Linaria aan. Tenslotte verschijnen er jaarlijks nog enkele mensen die op eigen gelegenheid reizen, meestal gebeurt dat via Evvia, waarmee Skyros een dagelijkse veerdienst onderhoudt.
Terwijl de economie van veel andere eilanden voor een groot deel op het toerisme draait is dat dus op Skyros van ondergeschikt belang. Landbouw in het noorden en het houden van schapen en geiten in het zuiden, spelen een belangrijke rol. Daarnaast wordt er nog op kleine schaal marmer ontgonnen. Verder speelt de handenarbeid nog een belangrijke rol. De houtsnijders, het weven en borduren (embroderie) gebeurt echt niet alleen voor de toerist, maar is voor eigen gebruik van de eilanders en wordt ook naar andere eilanden verscheept. In de meeste woningen is wel iets terug te vinden in de vorm van op traditionele wijze geweven kleden of versieringen in de meubels. Wel wordt het ook hier steeds minder, omdat veel bewoners wegtrekken naar enerzijds grotere eilanden en anderzijds het vaste land.

De hoofdstad van Skyros heeft dezelfde naam als het eiland en wordt door de bewoners ook wel aangeduid als Chora. Het ligt gebouwd tegen een opvallende rots, waarop de restanten van de oude Venetiaanse burcht nog te zien zijn. Die burcht is gebouwd op de plek waar in vroegere tijden de akropolis heeft gestaan. Bij het al eerder aangehaalde Markessi heeft een tempel voor Poseidon gestaan. En iets ten westen van de Chora op een plaats die aangeduid wordt als Phourka zijn restanten van een tempel voor Appollo gevonden. Zo zijn er nog talloze plekjes te noemen. Veel van de geschiedenis is terug te lezen in het boek van Manos Faltaits (in het Engels) over Skyros, maar ook het boekwerkje van het ministerie van cultuur over de archeologie van het eiland is interessant.

De hoofdstad is het belangrijkste dorp op het eiland. De havenplaats Linaria heeft veel van zijn oude glans verloren, maar door bevoorrading via de veerdienst met Kimi op Evvia is het er toch nog steeds bewoond. Aherounes ligt er bijna tegenaan geplakt bij de gelijknamige baai. Zo’n vijf kilometer ten zuiden van de Chora ligt tenslotte Aspous, een ander dorp dat nog enige omvang heeft.
Voor de standliefhebbers zijn er diverse baaitjes te vinden, waar men kan zonnen en zwemmen. Zoals bijvoorbeeld het hiervoor genoemde Aherounes maar ook bij Agios Petrou, de baaien van Kalogrias, Kolimbada en Renes en bij Kalamitsa. Nee, ik ben niet compleet er zijn er nog veel meer.
Ook op Skyros zijn enkele groten te vinden, die alleen via een boot bereikbaar zijn. Er is een excursie vanaf Linaria die naar de grot van Chloparati gaat, voor de andere grotten moet men zelf een boot huren of hopen dat men een Griek met boot treft die je erheen wil brengen.
Rond Skyros liggen nog diverse kleinere eilandjes en rotspunten met namen. In het zuiden ligt bijvoorbeeld Sarakino (ook wel Sarakiniko genoemd), waar de al gemelde excursie heengaat. Pal daarnaast ligt het kleinere Platia. Samen zorgen zij voor een natuurlijke bescherming van de baai van Tristomo. Voor de kust bij Linaria ligt Xaroupia, in het noordwesten bij Atsitsa ligt Kalogria, aan de noordzijde vinden we Podia en bij Molos treffen we Vrikolakonissia aan met daarop het kerkje Agios Emolaos. Voor het bezoeken van deze eilandjes geldt eigenlijk hetzelfde als bij de grotten, zelf op pad gaan.