30 oktober 2007

Anavalsa
Dinsdag 2 oktober 2007

Het einde van de vakantie nadert nu toch echt. In Gyrismata wordt het stiller en stiller. Ondanks dat er wat wind staat is de temperatuur behaaglijk. Net niet te warm om nog het een en ander te doen en niet te kil om je te verstoppen.
We houden ons vast aan ons ritme.Brood halen, ontbijten, vaat doen, vegen en langzaam op gang komen.
Dat betekent een ritje naar Chora. Om voor de tweede keer een mailtje naar de vakantiegangers te sturen vanuit het internetcafé. Dat gaat vlot, nog even naar antwoorden kijken. Jammer, dat zijn er niet zoveel. Vervolgens een nieuwssite openen. Want de kranten op het eiland zijn belegen.
Een broodje scoren en even bij het reisbureau informeren hoe we het beste bij de kastro kunnen komen. Ja, klimmen. Maar het fijne weet Ine er ook niet van. Nee, ik heb het zelf nog nooit gedaan. Nou maar eens kijken of we daar in de loop van de middag nog puf voor hebben.
Eerst een wandeling maken door de Anavalsa-vallei, uit de Ross-bibliotheek. Een tochtje van een uur of twee.Het beginpunt, het busstation, is niet zo moeilijk te vinden. Bij de sportaccommodatie van de scholen, in het verlengde van de hoofdstraat. We ontdekken dat het om een zeer uitgebreid scholencomplex gaat, of beter meerdere scholen. Niet alleen het basisonderwijs, maar ook middelbaar en voortgezet onderwijs is hier te vinden. En nog verder studeren? Ja, dan moet je van het eiland af.
Rustig wandelen we de stad uit.Regelmatig omkijken, zegt de beschrijving. Oppassen voor vrachtwagens, wordt er niet mee bedoeld. Die rijden hier wel. Af en aan. Naar kleine industrieën en bouwplaatsen. Waarom we dan wel moeten omkijken? Vanwege het uitzicht op de stad, het dorp. Een wandelaar komt ons in sneltrein vaart voorbij en verdwijnt na twee bochten definitief uit zicht.
Langs de weg staat nog steeds de volle vuilniswagen geparkeerd. Nog voller lijkt het wel. Maar dat kan eigenlijk niet. Hij is sowieso niet van zijn plaats geweest sinds wij hier met de auto langs zijn gereden. Als het asfalt overgaat in zand, slaan wij rechtsaf en dalen af in de vallei. Boerenbedrijfjes liggen ook hier verspreid. Sommige met hun eigen kapel.
In het dal moeten we naar links. Aan onze rechterhand hoort een riviertje te liggen, met daar langs aan de ene kant platanen en oleanderstruiken en aan de andere kant naaldbomen.
De familie Twijfelkont is weer op pad. Moeten we hier al rechts of nog iets verder. De aanwijzingen kloppen niet, dus nog maar een stukje.
Dat riviertje met platanen komen we niet meer tegen. De weg loopt weer omhoog. Ja, dat is niet goed. Terug. Een vrachtauto komt ons tegemoet. De chauffeur gaat links rijden en geeft aan dat wij moeten oversteken. Het waarom? Nou, heel gewoon. Zijn wagen werpt een waaier van stof op en de wind zorgt ervoor dat al het zand wordt van ons afwaait. Kom daar maar eens om in jachtig Nederland. Nog bedankt chauffeur.
Terug op ons twijfelpunt, toch maar naar links. Naar links? Het was toch naar rechts? Ja, maar we komen nu van de andere kant! Oh, dan is het goed. Kala, kala.Als we verder wandelen zien we talloze platanen plat liggen. Heeft hier de winter ook huis gehouden, of gewoon snoeidrift. Er wordt immers ook in dit gebied flink aan de wegen gewerkt en er komen er steeds meer bij. Van de naaldbomen links, is ook al weinig over en de zinken bakjes waarin de hars, die gebruikt wordt om retsina te maken, wordt opgevangen, zijn nergens te zien.
Op een viersprong staat de kapel Agios Ioannis, versierd met enkele fresco’s. Een mooi punt om even een pauze in te lassen, een slokje water nemen en een hapje te eten. Hier vandaan is de Olimbos te zien, de kapel Panagia Limbiani blijft buiten beeld.We vervolgens onze weg langs een smaller pad. Hagedissen schieten voortdurend voor onze voeten weg. De waterval is drooggevallen. Hier en daar valt nog wel wat water te ontdekken. Twee keer moeten we de rivierbedding oversteken. Slechts eenmaal zijn de keien in die natte bedding nodig. Bij de volgende oversteek is er geen spatje water meer te vinden.
Langzaam maar zeker komen we weer in de bewoonde wereld uit, Dat begin met een kudde geiten, die hoog in de heuvels langs een kam wandelt. We komen een fruitboomgaard tegen, die dit seizoen geen grote oogst zal geven.Een oude brug vormt de grens tussen overhard en verhard.
In het dal staan talloze olijfbomen, afgewisseld met kastanjebomen. Tineke heeft meer oog voor de kruiden, zoals rozemarijn, langs de kant van de weg, die eindigt bij de route onder de Chora door, vlakbij de brandweerkazerne.We slaan rechtsaf en hebben het rondje daarmee afgemaakt.
Het is nog te vroeg om al terug te gaan en Tineke stelt voor om nog even naar Linaria te rijden. Zo gezegd, zo gedaan. De weg ligt er verlaten bij.Ook in Linaria heeft de tijd stilgestaan. In Acherounes is meer drukte. Daar liggen tenminste nog enkele mensen te genieten van de middagzon op het strand.
Als we terugrijden naar het noordoosten passeren we een oude baas.
‘Wat moet-ie”, vraagt Tineke.
Dat is simpel, hij wil met ons mee. En natuurlijk draaien wij om en pikken hem op. De man kijkt hartstikke blij. Langs de kant van de weg zit een vrouw, onder een boom. Ik vraag of zij ook mee wil. Nou dat is niet aan dovemansoren gesteld. Ze vliegt overeind en nestelt zich naast het oude baasje achterin onze huurauto, het is een Française die we al een keer eerder hebben zien lopen.
Op de parkeerplaats van de Chora bedanken zij ons hartelijk. Wij kijken nog even of er toch nog een mogelijkheid is om bij de Kastro te komen zonder over allerlei hindernissen te klauteren. Die toegang moet er zijn. Maar waar? Wij kunnen hem niet vinden. Zoeken op de verkeerde plek. Jammer maar waar.
Dan maar terug en onze rust pakken.En ’s avond naar Stélios waar Manólis vertelt dat hij over twee dagen ook vertrekt, naar Athene. Daar werkt hij als elektricien. Alleen in het hoogseizoen helpt hij op Skyros zijn ouders in de zaak, die de hele winter ’s avonds open is.

Geen opmerkingen: