20 oktober 2007

Faltaits
Zaterdag 22 september 2007

Ik heb een slechte nachtrust achter de rug. Het bed is hard, voor mij afgelopen nacht te hard. Bovendien heb ik het idee dat mijn beademingsapparaat niet helemaal naar behoren werkt. Het waarom? Geen idee. Ik ben in ieder geval vroeg wakker, maar dat is niets bijzonders, want dat ben ik meestal. Een echt ochtendmens, die het ’s avonds vaak te laat maakt.

De wandeling naar de bakker doet me goed. Drie broden voor drie euro. De wind is iets gaan liggen, maar zeker nog niet verdwenen. De grauwe lucht van de eerste dagen heeft plaatsgemaakt voor witte stapelwolken. We durven het daarom ook aan om voor het eerst deze vakantie buiten te ontbijten. Na het ontbijt doet Tineke alleen de vaat en veeg ik ons achterterras aan. Geen overbodige luxe, want door de wind zijn er heel wat blaadjes en takjes op ons plaatsje blijven steken.
Onze hostess komt vanmorgen langs bij het appartement en wij vertellen dat de opgravingen van Palamari te bezichtigen zijn. Voor haar weer nieuws. Ook dat er weer wordt gewerkt is voor haar nieuw. Ja, eerder dit seizoen was men ook bezig, maar men is een tijdje gestopt.
Op haar beurt verklaart zij weer de functie van de pilaren bij Atsitsa. Die behoorden bij een systeem waarmee ijzererts uit de bergen werd vervoerd naar de kust en vervolgens werden daar de schepen geladen. In de taveerne van het biologische centrum bevindt zich een grote afbeelding waarop te zien is hoe het er vroeger uitzag. Ja, als we daar naar binnen waren geweest, dan was ik een dag eerder niet met vragen blijven zitten. Ja, had ik de map van Ross, die in ons appartement lag, beter doorgelezen dan had ik evenmin met vragen gezeten, want ook daarin was het te lezen. Maar goed, zo heb je ook weer een praatje. En alles vooraf weten is ook niet leuk.
Ja toch? Niet dan?

Voor vandaag hebben we een bezoek aan de hoofdstad van het eiland op ons programma staan. We hebben van alle kanten gehoord dat je met de auto niet het plaatsje in kunt rijden. Tineke parkeert daarom bij de allereerste parkeerplaats die we tegenkomen en dat blijft ook bij onze volgende bezoeken aan de Chora steeds weer ons uitgangspunt.
We wandelen eerst een stukje omhoog en slaan daarna linksaf. Bij toeval ontdekken we de hoofdstraat. Bij toeval? Volgens Tineke bestaat dat niet.
In de hoofdstraat gebeurt het. Maar wát is ons eigenlijk nog niet zo heel duidelijk. Ja er zijn winkeltjes, taveernes en kafenions. Het vrouwvolk ziet er over het algemeen gezond en fraai uit. En de mannen? Ach, daar let ik niet zo op. Moeten jullie maar aan Tineke vragen.
De souvenirwinkeltjes in en op Skyros zijn echt op de vingers van een hand te tellen. We kopen een T-shirt van het eiland voor Gianny en een boek (in het Engels) over de geschiedenis van het eiland.We wandelen op ons gemak naar het museum dat aan Manos Faltaits is gewijd. Hier krijgen we een rondleiding en dat is maar goed ook, want anders hadden we weinig begrepen van de ‘zooi rotzooi’ die hier binnen de muren van dit huis bijeen is gebracht.
De vader van Faltaits (Konstantinos Faltaits) was een bekend schrijver, essayist en heeft een indrukwekkende bibliotheek achtergelaten waarin ook talloze historische manuscripten, sommige van zijn eigen hand, zijn opgenomen.Zijn zoon is doorgegaan waar zijn vader is gebleven en heeft allerlei artikelen achterhaald die in het verleden tot het familiebezit hebben behoord, maar ook andere (gebruiks)goederen en machinerieën zijn er te zien. Verder een deel van zijn schilderijen, die her en der verspreid op de grond staan of ergens hangen.Manos Faltaits heeft duidelijk niet stilgezeten en sommige van zijn werken zijn in het winkeltje van het museum te koop. Van andere exemplaren is er een doorslag verkrijgbaar.
Faltaits heeft bovendien diverse workshops gegeven en doet dat eigenlijk nog regelmatig. Ook daarvan is materiaal te koop.In het museum is verder ook iets over de cultuur van het eiland te zien. Klederdrachten, maar ook meubeltjes. Onze gids vertelt dat de huisjes in de Chora vroeger vaak over maar een kamer beschikte, waarin alles dus gebeurde. De meubeltjes waren daar op aangepast en waren deels van kinderformaat. Het is eigenlijk maar goed dat de meeste Skyrianen in die tijd niet zo groot waren, besef ik daar.In het museum verder natuurlijk veel aandacht voor houtsnijwerk en handenarbeid, twee zaken waar Skyros om bekend staat.

Na het bezoek van het museum staan we nog even stil bij het standbeeld dat ter ere van de Engelse dichter Rupert Brooke op een pleintje naast het museum is gezet. Het betreft een naakt, waarvan in het verleden de geslachtsdelen op zondag worden afgedekt, zodat de kerkgangers, die naar de naastgelegen kerk gingen, er gaan aanstoot aan konden nemen.
Terug naar de hoofdstraat en naar het grote plein, waar we een sandwich met respectievelijk een worstje en een hamburger eten en we ons vochtgehalte even aanvullen.
Aangezien de levendigheid ietwat tegenvalt besluiten we op zoek te gaan naar de weg die vanaf Atsitsa naar Skyros-stad gaat en dus ook via de andere kant te rijden moet zijn.
Daarom nemen we de randweg onder langs de stad, we passeren de afslag naar het ziekenhuis en Tineke moet daarna flink afremmen voor twee vrachtauto’s die uit een zijstraat komen. Wij rijden daarna rechtdoor en komen een paar verkeerslichten tegen. De randweg onderlangs is namelijk heel smal en met goed fatsoen kunnen de auto’s hier elkaar niet passeren. Iets verderop komen we nogmaals verkeerslichten tegen. En steeds op rood. De groene golf kent men hier nog niet.We vinden het nog te vroeg om al terug te gaan naar Gyrísmata en besluiten daarom naar de baai van Aspous te rijden.De wind is nog steeds aan de stevige kant, komt uit het noordoosten en staat strak op het strand. Geen strandweer om te zonnen en op een wandeling in de wind zijn we niet gekleed. Dan toch maar terug.Er komen immers nog meer dagen. En er ligt nog een stapeltje boeken te wachten.

Geen opmerkingen: