29 juni 2008

Naamdag
Woensdag 21 mei 2008
We hebben ons al een paar dagen op deze dag verheugd. De naamdag van Konstantinos, dat moet toch groot feest zijn bij Agios Konstantionos. Ben ik daarom vroeg wakker? Misschien wel, want soms ben ik nog net een groot, klein kind. De bakker, het ontbijt. Heel normaal eigenlijk. Op naar het grote feest. Op een kilometer of tien van Kokkári. De auto wordt geparkeerd op een parkeerterrein langs de hoofdweg, bij een supermarkt. We wandelen het dorp. Naar de kustweg. Hier gebeurt helemaal niets.Geen versieringen. Geen blijde gezichten. Het lijkt wel uitgestorven.Op een terrasje bij een kafenion zitten enkele Grieken aan een glas frappe. Zoals iedere dag. Een gewone dag. Is dat alles?Toch wel een teleurstelling. Ook de school staat er verlaten bij.We wandelen door het dorp en langs de hoofdweg terug. Jammer, niets te zien.Het feest gaat niet door. Of wordt het soms elders gevierd? We komen er niet achter.
Bij gebrek aan feestelijk gedruis, wordt Plan B uit de achterbak getrokken. Als je in Vathi bent geweest, dan wil je ook nog wel iets meer van de bruisende hoofdstad zien.
Een parkeerplaats vinden valt echter niet mee. De weghelften zijn hier gescheiden door een middenberm met palmbomen. Oversteken naar de andere weghelft kan slechts op enkele plaatsen. Aan de waterkant zijn enkele parkeerterreinen, waar vermoedelijk nog wel een plekje is te vinden. Maar probeer daar maar eens te komen. Aan de standkant wordt iedere centimeter langs het trottoir gebruikt. Dubbel parkeren en zelfs driedubbel parkeren.Het is de gewoonste zaak van de wereld. Auto-eigenaren laten hun sleuteltje in de auto zitten, zodat iemand de wagen een stukje verderop kan zetten als hij er met zijn eigen auto niet uit kan. Bang dat een auto gestolen wordt? Zal wel eens gebeuren. Maar dan? Nee, men kan niet zomaar het eiland af!
Voor we er erg in hebben rijden we de stad al weer uit. Plan C komt van de hoedenplank af. Eerst naar Agia Paraskevi. We zijn toch op weg.
Ho, stop! Niet te snel gaan.
De weg is geblokkeerd. Waar kennen we dat van. Is ons nog nóóit gebeurd.
Een vrachtwagen staat stil in een smalle straat, een hellende smalle straat. Ook dat nog. Achter Tineke stopt een auto. ‘Als ik nu maar niet achteruit hoef.’ Voor de kiepauto wordt een geparkeerde auto weggehaald. Pfff, nu de hellingproef. Geen enkel probleem!
De vrachtauto neemt de leiding in de race omhoog, naar het noorden, langs de kust. Lekker zoiets. Dan ben je verzekerd dat je door kunt rijden. En toch? ‘Dat wordt nog wat, als we straks teruggaan. Krijg ik dan weer zo’n goede gids.’
Voorlopig nog niet aan denken. Links van ons liggen Paralia Gánkou en Órmos Vathéos. Het klooster Panagia Kótsika is door het leger geannexeerd. De Grieken kunnen nog iets van de buren leren. Kerk en staat zijn zeker aan elkaar verbonden. Op de hellingen van Órmos Asprochóri staan zwart geblakerde bomen.Ook hier. Is er dan geen plekje veilig. De vrachtwagen neemt hier een spurt en verdwijnt naar beneden. Nee, hij stort niet naar beneden. Er loopt een weg naar beneden naar de baai en een strandje en verder naar Kaap Nisi.De baai wordt bewaakt door enkele eilandjes waarvan Nisi Ágios Nikólaos de grootste is en waarop – hoe kan het ook anders – de Nikólaos kerk prijkt. Verder liggen hier Nisi Diápori en Prasonisi. Wij volgen de weg nog een klein stukje verder naar de baai van Agia Paraskevi.Het is niet veel meer dan enkele appartementencomplexen. Vermoedelijk alleen in het hoofdseizoen gebruikt, als de Grieken zelf op vakantie gaan.De weg eindigt bij twee aaneen geschakelde kerkjes. De deuren staan open.De derde deur leidt naar de werkkast. In het water dobberen enkele visser- en motorbootjes. Bij de taveerne Aquarius nemen we een frappe.Twee mannen en een vrouw zitten aan een zakenlunch. In de grote hal hangen veel foto’s uit het verleden, onder andere van de eigenaar met een haai. Het heeft hier ook de kranten gehaald. Het krantenpapier is vergeeld.
Het is niet wenden of keren. Het is wenden en keren. We moeten dezelfde weg terug. Er zijn tegenliggers, maar gelukkig niet op het smalste stuk. En ook niet op het gedeelte waar een gapende helling naast mij richting waterlinie gaat.
In de stad is het minder druk, dan op de heenweg. Dat hebben we dan maar weer verdiend. Langs de kant van de weg parkeren is er echter nog steeds niet bij. Maar op de parkeerterreinen bij de haven is ruimte genoeg.
We wandelen terug naar de kust en steken het Pythagorusplein met zijn marmeren leeuw over. Hier gebeurt het. Hier komen de mensen bij elkaar. Er zijn diverse terrasjes en wij happen een pittabroodje gyros weg. Verder dwalen door de stad, door smalle winkelstraatjes.Het is bijna siëstatijd. Sommige winkels gaan al dicht. We kopen een T-shirt voor Gianny. Nee, niet die van Marin. Het is een letter verschil, die van Martin en Naomi. We zoeken een oranjeshirt uit, leuk voor het naderende EK-voetbal. We vinden een sleutelhanger van Samos.
Net buiten de stad worden bootvluchtelingen opgevangen, illegalen. Wij vinden er geen sporen van terug, maar in Nederland krijg ik daarover een krantenartikel voorgeschoteld.
De ergste hitte hebben we vandaag al achter de rug. Dus nog even naar het strand van Órmos Psili Ámmos. De lucht betrekt. Ik ga nog een stukje zwemmen. Tineke komt het water ook in, maar vindt het veel te koud en komt niet aan zwemmen toe.Vanaf het strand houdt zij de lucht angstvallig in de gaten. Onweer dreigt en na twee uur gaan we terug naar Kokkári.
In de verte rommelt het. We houden het droog tot we in Marin zijn. Dan een geweldige plensbui. De natuur frist er zichtbaar van op. De planten in de potten steken parmantig hun kopjes omhoog.
Tineke wil ’s avonds voetbal kijken, de finale van de Champions League. Dus iets eerder naar het restaurant. Vanaf het terras bij Stathis kan ze met een half oog de schermen van het naastgelegen Goal zien. Na de bekende Griekse salade komen er arni stamnos en lambchops op tafel. Van Stathis krijgen we nog een stukje zoetigheid als toetje en dan naar Goal, hét voetbalcafé van Kokkári. Helemaal vooraan zijn nog twee plaatsen. Aan het tafeltje van Joke en Frans. Onderuit gezakt zien we hoe Chelsea de wedstrijd na een achterstand in handen neemt, Droghba rood krijgt en Edwin van der Sar – nadat Terry al een penalty heeft gemist, Ronaldo nog eerder al faalde – de held van de avond wordt voor ons en voor Manchester United door in de extra serie strafschoppen de trap van elf meter van Anelka te stoppen. Met Ajax had hij de cup met de grote oren al eens gewonnen. Dit is zijn tweede. Wel verdiend. De Chelsea-supporters, ver in de minderheid bij Goal, druipen af. Nog een afzakkertje en dan naar bed.

Geen opmerkingen: